De burger is (nog) niet ontevreden
Binnenlands Bestuur ondervroeg ambtenaren uit het financieel en ruimtelijke ordeningsvakgebied over de vervangingsopgave in de openbare ruimte. De online enquête werd door 113 personen ingevuld, vooral beleidsmedewerkers en leidinggevenden van zowel kleine als middelgrote en grote gemeenten.
Ondanks bezuinigingen in de openbare ruimte zijn inwoners nog steeds behoorlijk tevreden over hun woon- en leefomgeving. Dat kan wel eens gaan kantelen: gemeenten verwachten de komende jaren een piek aan vervangingsinvesteringen voor wegen, riolering, openbare voorzieningen en groen, maar hebben nog geen goed beeld van de kosten.
De gaten in het wegdek worden wel gerepareerd. En afgezien van blanke straten bij een enkele hoosbui, blijft het riool prima functioneren, daar zorgt de gemeente natuurlijk voor. Inwoners merken dan ook weinig van bezuinigingen op deze terreinen. Ja, dat het onkruid in de bermen hoger staat en de bladkorven ineens zijn verdwenen, dat valt ze op. Maar ze lijken het de gemeente nauwelijks kwalijk te nemen dat het onderhoudsniveau van de openbare ruimte wat wordt teruggeschroefd: gemiddeld geven ze hun gemeente nog steeds een rapportcijfer 6,7 voor de zorg voor hun woon- en leefomgeving.
Het is een van de opvallende conclusies uit een gecombineerd onderzoek onder gemeenten en inwoners. Binnenlands Bestuur ondervroeg ambtenaren uit het financieel en ruimtelijke ordeningsvakgebied over de vervangingsopgave in de openbare ruimte. De online enquête werd door 113 personen ingevuld, vooral beleidsmedewerkers en leidinggevenden van zowel kleine als middelgrote en grote gemeenten. Gelijktijdig is door I&O Research in opdracht van Binnenlands Bestuur een representatief online onderzoek gedaan onder meer dan 3200 Nederlanders naar hun beleving van hun woon- en leefomgeving. I&O toetste diverse uitkomsten ook aan de burgerpeiling van Waarstaatjegemeente.nl, de benchmark van Nederlandse gemeenten.
Hoog gras
Het beeld dat naar voren komt door de uitkomsten van beide onderzoeken naast elkaar te leggen: kennelijk kunnen gemeenten aardig wat bezuinigingen in de openbare ruimte doorvoeren, zonder dat inwoners daar een groot probleem mee hebben. Maar ook: er is nog een behoorlijk potentieel aan burgerkracht in de openbare ruimte te benutten (zie kader). In de ambtenarenpeiling wordt groenbeheer het vaakst als bezuinigingspost genoemd (85 procent), gevolgd door wegen (70 procent). Inwoners beleven dat in veel mindere mate. Dat er minder geld voor wegen is, hebben ze nauwelijks in de gaten; wel ervaart een op de drie Nederlanders een achteruitgang van groen. Bezuinigingen op groenbeheer springen het meest in het oog, verklaart onderzoeker Frank ten Doeschot van I&O Research. ‘Als je uit het raam kijkt, zie je meer zwerfafval in het plantsoen, of bladderend hout in de speeltuin. En de bermen met hoog gras passeer je elke dag. De onderhoudsstaat van wegen is daarentegen voor mensen veel minder zichtbaar. En hoe de riolering er aan toe is, zie je bijna nooit, die functioneert gewoon altijd.’
Bij de bezuinigingscijfers van de ambtenaren moet overigens worden aangetekend dat volgens een derde van de ondervraagden de openbare ruimte niet als bezuinigingspost, maar als investeringspost op de politieke agenda staat. Het is dus niet enkel kommer en kwel in de leefomgeving. Leefbaarheid in de wijken wordt door ruim de helft van de respondenten aangekruist als een van de belangrijkste ambities van het collegeprogramma. Ook samenwerking met inwoners en stakeholders scoort hoog. Wellicht draagt die houding van de gemeente positief bij aan de waardering van burgers voor de inspanningen die door de gemeente worden gedaan: een rapportcijfer 6,7. Toch vindt Ten Doeschot het opvallend dat die waardering stabiel blijft, net als de bewonerstevredenheid over de leefomgeving.
Kritische grens
I&O Research legde de uitkomsten van de peiling naast die van de landelijke benchmarks Waarstaatjegemeente.nl en Veiligheidsmonitor. ‘Ook als je naar de Veiligheidsmonitor kijkt, die sinds 2012 de bewonerstevredenheid meet, zie je geen ontwikkeling van grotere ontevredenheid, ondanks de bezuinigingen in de openbare ruimte. Tegelijkertijd zien we daarin een paradox. Toen we burgers vorig jaar in opdracht van Binnenlands Bestuur vroegen waar absoluut niet op mag worden bezuinigd, kwamen zorg en openbare ruimte het sterkst naar voren.’ Is het onderhoudsniveau van de openbare ruimte wellicht nog niet onder de kritische grens gezakt? Zou de onvrede nog kunnen komen?
Wat in elk geval gaat komen, is een piek aan vervangingsinvesteringen. Voor deze miljardenoperatie is de financiering nog lang niet duidelijk. Een groot aantal respondenten uit de ambtenarenpeiling zegt dat hun gemeente een goed tot globaal beeld heeft van de vervangingsopgave voor de komende decennia. Bij 15 procent van de gepeilde gemeenten is dat niet, of niet geheel duidelijk. Tegelijkertijd is het zicht op het bedrag dat met de vervangingsopgave is gemoeid, beperkt. Een op de tien invullers van de peiling zegt goed te weten hoeveel geld er nodig is. De helft weet dat niet, de rest zegt “ongeveer”.
Bouke de Jong van Antea Group, projectmanager Data en Beheer, herkent dit beeld uit eigen onderzoek en uit zijn praktijk. Een globaal beeld van de opgave hebben de meeste gemeenten wel. ‘Als je weet dat de grote woonwijken in jouw gemeente in de jaren zeventig zijn gebouwd, en je telt er vijftig jaar bij op, weet je dat de wegen, rioleringen en voorzieningen binnenkort vervangen moeten gaan worden. Maar wanneer precies, en wat het kost, dat is een stuk lastiger.’
De Jongs ervaring is dat veel gemeenten de werkzaamheden voor de korte termijn – grofweg de periode van het collegeprogramma – goed op de planning en de begroting hebben staan. Daaronder valt bijvoorbeeld groenbeheer en onderhoud van openbare voorzieningen zoals speeltuinen. ‘Voor de langere termijn, vanaf vijf jaar, hebben veel gemeenten het niet goed in beeld, dat geldt zowel voor de opgave als de kosten. Terwijl juist voor wegonderhoud de lange termijn erg belangrijk is. Steeds maar de gaten dichten kan uiteindelijk duurder uitpakken dan tijdig investeren in een reconstructie met onderhoudsarme materialen.’
Gaten dichten
Voor riolering ligt de zaak net even anders, zegt De Jong. Dat is een gesloten financieel systeem: beheer, onderhoud en investeringen moeten worden betaald uit de rioolheffingen. Daardoor is er, ondanks een landelijke bezuinigingsopgave voor riolering, meer geld beschikbaar voor onderhoud en vervanging. De onderzoeken bevestigen dit. Toch geven sommige ambtenaren in de peiling ook aan dat hun gemeente probeert om de riooluitgaven te beperken. Bijvoorbeeld door samen te werken met het waterschap of andere gemeenten aan vervanging, of door maatregelen die de levensduur van de riolering verlengen.
Ook op andere terrein wordt gezocht naar manieren om meer te doen met minder geld. Een gemeente probeert goedkoper uit te zijn door samen met buurgemeenten aan te besteden. Anderen verlagen het onderhoudsniveau, werpen een kritische blik op de noodzakelijkheid van speelplekken of verkopen snippergroen. Uitstel van onderhoud wordt ook genoemd, evenals assetmanagement. Een respondent noemt het gebruik van kunststofbekleding in bestaand riool. En: “Voor wegen zijn wij overgestapt op rationeel wegbeheer. Dit betekent in de praktijk dat we geen vervangingen meer uitvoeren, maar ‘continu’ onderhoud plegen. De kwaliteit wordt daarmee naar beneden bijgesteld zonder de verkeersveiligheid geweld aan te doen.”
Bewoner in zijn eigen buurt: onbenut kapitaal
Ruim een kwart van de inwoners is bereid een handje mee te helpen in de eigen buurt, blijkt uit de I&O-enquête. Slechts 8 procent doet dat op dit moment, maar nog eens 19 procent is daar best toe bereid. Het is dan wel zaak voor gemeenten om goed te kijken welke activiteiten worden aangeboden. Voor trottoir sneeuwvrij houden, zwerfafval opruimen en meldingen doen zijn inwoners wel te porren. De belangstelling wordt al minder als het gaat om bladruimen en groenonderhoud. En als het gaat om hondenpoep opruimen of speeltuinen onderhouden, zeggen veel burgers: laat hondenbezitters en ouders met kinderen dat zelf maar doen.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.