Bijvoeren grote grazers slecht voor milieu
Bijvoeren van de zogenoemde grote grazers in natuurgebieden is slecht voor het milieu. Door bijvoeren brengen de grazers via hun mest een aanzienlijke hoeveelheid stikstof extra in de kwetsbare gebieden. Daardoor zal zeldzame vegetatie verdwijnen.
Bezwijken
Dat blijkt uit onderzoek van wetenschapsbureau Alterra, onderdeel van de Wageningen Universiteit. Alterra onderzocht op verzoek van waterleidingbedrijf Waternet het effect van bijvoeren van heckrunderen in het duingebied bij Zandvoort. In het gebied komen negen verschillende soorten vegetatie voor. Enkele daarvan dreigen nu al te bezwijken onder een overmaat aan stikstof, aldus ecoloog Wieger Wamelink.
Zielig
Elke winter laait de discussie over het bijvoeren van koeien en paarden in natuurgebieden weer op. Voorstanders vinden het zielig als de dieren doodgaan van de honger; tegenstanders zeggen dat om wild gaat dat op een natuurlijke manier moet leven en sterven. Naar het milieueffect van bijvoeren is nog niet eerder onderzoek gedaan, aldus Wamelink.
Kwetsbaar
In het Zandvoortse duingebied daalt jaarlijks 16 kilo aan stikstof neer uit de lucht. Als de heckrunderen in de winter extra voer krijgen, voegen ze nog eens 4 kilo extra stikstof toe, blijkt uit de metingen van Alterra. Ecoloog Wamelink noemt dat behoorlijk veel. ,,En dat is erg, want door een overmaat aan stikstof verandert kwetsbaar landschap in grasland met veel bramen en brandnetels. Ook de heide vergrast.'' Wamelink is, zegt hij, daarom tegen bijvoeren in gebieden die juist zijn aangewezen om helemaal natuurlijk te blijven.
Als je niet bijvoert, blijven de sterke dieren over en verbeter je de eigenschappen van de soort. En als je nu ook nog merkt dat bijvoeren negatieve eigenschappen op de rest van de natuur heeft, is het heel makkelijk: stoppen met bijvoeren.
En iedereen die dat zielig vindt, wordt maar hobbyboer. Kunnen ze goed voor de dieren zorgen.