Ingewikkeld maken is het beste recept om niets te doen
Het STOER-rapport stuitte op massieve weerstand. STOER-voorzitter Friso de Zeeuw onderscheidt zinnige en onzinnige kritiek.
Het doel van het STOER-programma van de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening is bevordering van woningbouw: sneller, meer en tegen lagere kosten. Het middel is ‘schrappen, uniformeren en verbeteren van regelgeving en eisen.’ We weten dat bevordering van woningbouw van vele andere factoren afhangt, waarvan houding, gedrag en competenties van de ‘mensen aan de knoppen’ waarschijnlijk de meest essentiële is.
Als voorzitter van de adviesgroep STOER kon ik onlangs het eerste deel van onze adviezen aan minister Mona Keijzer aanbieden. Zij was er blij mee. Wij hebben circa zestig behoorlijk concrete adviezen geformuleerd, in de recordtijd van vier maanden. De adviesgroep hanteert als leidmotief wat zij ‘het drama van goede bedoelingen’ noemt. Alle overheidsregelingen die voortvarende en betaalbare woningbouw(planning) in de weg kunnen staan, dienen altijd een bepaald maatschappelijk doel. Een afzonderlijke regeling betekent op zichzelf doorgaans geen imposante remmende factor. Maar de voortdurende stapeling en verfijning van al die voorschriften, normen en regelingen werken per saldo, in de totaliteit, wel aanzienlijk vertragend, kostenverhogend en blokkerend. Dit geldt overigens niet alleen voor de woningbouw. Vandaar dat de adviesgroep een breed spectrum van voorschriften, eisen en richtlijnen op de korrel neemt.
Elk voorstel tot wijziging van een regeling impliceert dat een afweging tussen andere belangen met dat van woningbouw. Wij maken die afweging en met open vizier waarbij voor woningbouw een hoge, maar geen absolute prioriteit geldt. Die belangenafwegingafweging is politiek-bestuurlijk van aard; dus daar hoort die besluitvorming thuis. Bijna alle activiteiten waarvoor regels gelden hebben een groter of kleiner effect op de gezondheid en veiligheid. Ook deze belangen zijn niet absoluut en betrekt de adviesgroep in de belangenafweging. De adviesgroep hanteert als randvoorwaarde dat de voorstellen tenminste moeten resulteren in ‘voldoende kwaliteit van de leefomgeving’.
We ontvingen 280 meest kritische inzendingen op ons conceptadvies.
Elke regel heeft een ratio en een ambassadeur. En meestal ook een conglomeraat van belangengroeperingen, brancheorganisaties, ambtenaren en politici. Daarom wekt het geen verwondering dat wij onze voorstellen op massieve weerstand stuiten; we ontvingen 280 meest kritische inzendingen op ons conceptadvies. Daartegenover staat de opluchting van mensen in de praktijk dat de regeldruk eindelijk een keer stevig wordt aangepakt.
We ontvingen bij de start van onze activiteiten zo’n 500 rijpe en groene suggesties ‘vanuit het veld’ voor aanpassing van regelgeving of, vaker, de aanduiding van knelpunten waar men op stuit. Dat maakte het de adviesgroep mogelijk om ‘vraaggericht’ te werk te gaan. Ook tijdens onze exercities kregen wij gevraagd en ongevraagd waardevolle suggesties (en waarschuwingen) van zowel publieke instanties, marktpartijen als particulieren.
Naast de afdeling ‘actief meedenken’ onderscheid ik als tweede categorie reacties de ‘zienswijzen’ van belangenclubs en brancheorganisaties als VNG, Unie van Waterschappen, Bouwend Nederland, Bond van Nederlandse architecten en Techniek Nederland. Met hen hebben wij apart van gedachten gewisseld.
Een derde categorie ‘fanmail’ komt vanuit het dichtbevolkte veld van procesmanagers, ontwerpers en consultants, althans een deel daarvan. Zij willen het over van alles hebben, maar beslist niet over ingrepen in de regelgeving. Het gaat immers om ‘de mensen’, om ‘beter samenwerken’, ‘onderling vertrouwen’, ‘durf en leiderschap’, ‘visie’, ‘kwaliteit’, ‘de toepassing van regelgeving, niet om de regels zelf’, ’tekort aan ambtenaren’, ‘de Omgevingswet is er toch al’, enzovoorts. Al deze aspecten zijn natuurlijk ook in meerdere of mindere relevant en het ontbreekt dan ook niet aan actieprogramma’s, studies en handreikingen die deze thema’s uitvoerig adresseren. Het zijn dan ook opzichtige vluchtwegen om de kennelijk lastige STOER-thematiek te vermijden. En daarop af te geven.
Wij moeten eerst ‘een visie’ ontwikkelen waarin wij relatie dienen te leggen met ‘regiegerichte processen’
Het fraaiste voorbeeld levert de Vereniging Deltametropool, een kennisorganisatie voor ruimtelijke ordening die het advies fundamenteel verwerpt. Dit is de kern van hun kritiek: de opzet van STOER versterkt het idee dat een oplossing voor het volkshuisvestingsvraagstuk ligt in het afzwakken van bestaande, individuele regels, terwijl dit vraagstuk samenhangt met vele andere inrichtingsfacetten. De opzet van het STOER-rapport staat los van de regie en ruimtelijke planning. Het werkt ‘regiegerichte processen’ zelfs tegen en biedt daarom als geheel geen oplossing voor het huisvestingsvraagstuk. Regie is namelijk precies wat er mist in het conceptadvies. ‘Het gehele rapport getuigt van bijzonder weinig achterliggende visie. Zonder visie is er geen kader van waaruit regels worden geschrapt.’ Tot zover de Deltametropool.
Het doel van de STOER-programma is glashelder; wij formuleerden een al even helder afwegingskader (hoofdstuk twee van het advies) en gingen daarna gelijk aan de slag. Maar is dat voor de intellectuelen van de Deltametropool te simpel, te direct en te resultaatgericht. Wij moeten eerst ‘een visie’ ontwikkelen waarin wij relatie dienen te leggen met ‘regiegerichte processen’. Geen idee wat dat zijn.
Verderop in zijn reactie verlaat de Deltametropool de moeilijkdoenerij en zet de wissel om naar pure demagogie: ‘Vermindering van kwaliteit in woningbouw kan de huidige ongelijkheid in woonsituatie en leefkwaliteit in de hand werken: veilige en gezonde woningen voor de happy few en lawaaiige en bedompte woningen met groot brandrisico voor wie het nog maar net kan betalen.’ In ons advies schetsen wij de consequenties van onze voorstellen om aantal technische bouwvoorschriften te vereenvoudigen. Voor sociale huurwoningen bekent dat kostprijsverlaging met behoud van wooncomfort. De minister heeft al aangekondigd deze voorstellen te willen overnemen.
De Deltametropool schrijft het perfecte recept om niets te doen: de opgave nodeloos ingewikkeld maken, er van alles bijhalen, met een interessant klinkend onzinbegrip en het geheel af sauzen met een scheut demagogie. Voor de adviesgroep vormt het een aanmoediging om er in de tweede fase van het advies er wederom stevig tegen aan te gaan.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.