Bibob is geen allesreiniger
De strijd tegen integriteitsschendingen met vastgoed vergt nieuwe, creatieve handhavingsinstrumenten. En vooral: een systematische benadering, meent Freek Papineau Salm, een van de grondleggers van Bibob.
Freek Salm heeft zo zijn eigen ideeën en werkwijze. Zijn integrale ‘no-nonsense’ manier van werken, eerst begin jaren negentig als voorzitter van het Amsterdamse stadsdeel De Baarsjes en later als ‘Wallenmanager’, groeide uit tot wat inmiddels landelijk bekend staat als ‘brede bestuurlijke aanpak van zware criminaliteit’: Bibob.
Salm werkt tegenwoordig als zelfstandig adviseur. Dat Bibob geen allesreiniger is, dat weet hij óók. ‘Bibob is nuttig gebleken, ook tegen vastgoedcriminaliteit. Want vergunningen, aanbestedingen, het is allemaal pandgebonden. Maar het is een ultimum remedium en je kunt er alleen iets mee wanneer er vergunningaanvragen ligt, in zo’n 30 procent van de gevallen. Bij de toepassing zie ik nog teveel opportunisme. Zoals: hapsnap naar Bibob grijpen bij die twee jongens die telkens zo lastig zijn. Ik werk daar niet aan mee.’
Brede bestuurlijke aanpak is nog geen core business bij gemeenten, merkt Salm. ‘ Criminaliteits- en vastgoedbeleid moet je systematisch afstemmen. Gegevens over vastgoed, burgerlijke stand, vastgoeddossiers - doe je huiswerk: zoek vooraf uit wat er werkelijk speelt. Met een goede regie is de bestaande regelgeving heel vaak afdoende om vastgoedmisbruik te voorkomen. Grijp bijvoorbeeld lopende bestemmingsplan- herzieningen aan.’
Maar gemeenten hebben hun administratie te vaak niet op orde: ‘Soms is dat echt schrikbarend. Wat krijg je dan? De wethouder struikelt, of een afdelinghoofd wordt langdurig ziek, en wèg is het momentum. Sommige overheden hebben niet eens inzicht in hun eigen vastgoedbezit of ze weigeren een vergunning aan iemand van wie ze zelf huurder of verhuurder zijn.’
‘Het is goed dat minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken nu zes regionale expertisecentra bestuurlijke aanpak opzet, net als Bureau Bibob met toegang tot politiedossiers. Kleinere gemeenten, liefst regionaal verenigd, kunnen daar dan terecht. Alleen jammer, dat uitgerekend de bovenregionale rechercheteams die expertisecentra hebben ingelijfd. Mijn allergrootste zorg is, dat Bibob in de slagschaduw van de strafrechtelijke opsporing belandt. Bibob biedt uitsluitend een weigeringsgrond. Vergeet niet: vergunningaanvragers moeten indringende vragenlijsten invullen - zichzelf eigenlijk belasteren. Als we die antwoorden aan Justitie doorspelen, dan gaat Bibob onherroepelijk nat.’
Grondpolitiek
In het verlengde van de bestuurlijke aanpak bepleit Salm een transparanter en strategisch veel beter doortimmerd grondbeleid bij overheden. ‘De Wet voorkeursrecht gemeenten werkt niet goed. Woningcorporaties en projectontwikkelaars - ook het tinnef daaronder - bekijken stelselmatig welke grond over bijvoorbeeld twintig jaar interessant wordt. Lang voordat bouwplannen openbaar worden, zijn de grondposities al bezet - en verhandeld en weer verhandeld, en telkens stijgt de prijs. Daardoor leg je er als gemeenschap steeds op toe. Bovendien: iedere transactie biedt een gelegenheid voor witwasserij. Stop dus met grond verkopen. Doe als Amsterdam en werk met erfpacht. Wat ook kan, is met een landelijke missive van Algemene Zaken vastleggen dat alle overheden, zbo’s en gesubsidieerde instanties bij verkoop het eersterecht op terugkoop hebben in geval van herbestemming, tegen de geïndexeerde oorspronkelijke prijs. Dit op straffe van interdepartementaal gecoördineerd boekenonderzoek.’
Tegen omvangrijke witwasserij blijven daarnaast ook ‘echte handhaving- en opsporingsinstrumenten’ nodig, meent Salm. Zoals een wettelijke koppeling van alle Woztaxaties aan de transactiedossiers van het Kadaster. ‘De benodigde software bestáát. Verschillen tussen gemeenten kun je in de rekenmodellen verdisconteren. Wekelijks hou je alle mutaties bij. Zie je bijvoorbeeld verdachte verschillen tussen taxatiewaarden en verkoopprijs, dan ga je erop af. Inderdaad, daarbij moeten wel objectiviteitsgaranties worden ingebouwd. Belast daarom niet de lagere overheden met die controletaak, maar leg het bij het rijk.’
Zijn zulke zware voorstellen politiek haalbaar? Zalm: ‘Onze concurrentiepositie berust mede op onze fiscale tolerantie. Ga je zware vastgoedfraude werkelijk te lijf, dan krijgen ook bonafide investeerders rompslomp. Ik weet uit kabinetskringen hoe bang men voor de gevolgen is. Dan maar wat minder handhaven, lijkt de teneur. Dat ergert mij mateloos.’
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.