Bestuurlijk pact moet de zee temmen
Deltacommissie pleit in haar woensdag gepresenteerde rapport voor brede bestuurlijke samenwerking om de zeespiegelstijging het hoofd te bieden.
Niet één minister of staatssecretaris, maar een ministeriële stuurgroep onder leiding van de ministerpresident moet verantwoordelijk worden voor het waterbeleid in Nederland. De stuurgroep laat zich bijstaan door ‘een heel zware ambtenaar met een fors mandaat’. Deze ‘Deltaregisseur’ moet in Den Haag de boel coördineren en daarnaast zorgen voor afstemming met de regio’s.
‘De kans op verkokering en verzanding is te groot als de verantwoordelijkheid bij één departement wordt neergelegd’, meent Andries Heidema. ‘Zelfs bij veel minder complexe opgaven zie je maar al te vaak vertraging en territoriumgevechten ontstaan als één minister of staatssecretaris de verantwoordelijkheid draagt. Als het een taak wordt voor meer departementen die het als hun gezamenlijke opdracht zien, ontstaat naar verwachting een heel andere dynamiek.’
Heidema was in de Deltacommissie, die woensdag haar eindrapport presenteerde, belast met de bestuurlijke paragraaf. Het voorgestelde model met een ministeriële stuurgroep en een Deltaregisseur noemt hij cruciaal’ voor het welslagen van het waterbeleid in de komende decennia. De regisseur moet een ‘scharnierpunt’ worden in zowel Den Haag, als richting de regio’s.
‘De regisseur moet tegen kokers aanduwen en op ambtelijk niveau in Den Haag zonodig de koppen tegen elkaar slaan. Maar het is niet alleen een Haags verhaal. De concrete projecten worden veelal getrokken door de regio’s. De regisseur moet in onze visie een rol spelen bij de afstemming met deze regio’s. De lokale en regionale bestuurders moeten vervolgens hun verantwoordelijkheid pakken.’
Heidema, in het dagelijks leven burgemeester van Deventer, is niet beducht dat de regio’s de inbreng van de Deltaregisseur of de ministeriële stuurgroep als bevoogdend zullen ervaren. Het plan Ruimte voor de rivier beschouwt hij in dit verband als lichtend voorbeeld. ‘De opdracht was toen: zorg ervoor dat we droge voeten houden als bij Lobith 16.000 kubieke meter water per seconde ons land binnenstroomt. Het resultaat was een planologische kernbeslissing met een sterke regionale inbreng. Op die manier is breed bestuurlijk draagvlak gecreëerd. Zo zal het ook nu weer moeten. Want Den Haag kán eenvoudig niet zonder inbreng van de regio’s.’ Voor de parlementaire controle zou de Tweede Kamer een themacommissie moeten vormen die structureel een vinger aan de pols houdt.
Ingrijpend
De Deltacommissie – ook wel de commissieVeerman genoemd, naar voorzitter Cees Veerman, de oudlandbouwminister – heeft zich op verzoek van het kabinet de afgelopen twaalf maanden verdiept in de te verwachten gevolgen van de klimaatverandering en de stijging van de zeespiegel die hiermee samenhangt. De commissie heeft gekeken naar de consequenties op de lange termijn, tot 2100 en verder. Nieuw wetenschappelijk onderzoek, dat in opdracht van de commissie onder leiding van Wageningen Universiteit en Research en het KNMI is verricht, wijst uit dat de zeespiegel tot het jaar 2100 stijgt met maximaal 1.30 meter, en in de eeuw daarna met maximaal twee tot vier meter.
Uit het klimatologisch onderzoek blijkt eveneens dat zich op het gebied van stormen naar verwachting geen wezenlijke veranderingen voordoen. Wel worden meer periodes van extreme droogte, dan wel natheid verwacht. Als het gaat om droogte, zal dit onder meer gevolgen hebben voor de rivieren. ‘De bevaarbaarheid in de zomermaanden komt steeds meer onder druk te staan’, stelt Heidema. Voor de landbouw dreigen watertekorten.
De commissie doet zeer ingrijpende aanbevelingen. Jaarlijks is een tot anderhalf miljard euro extra nodig. Dit bedrag komt bovenop de 1,2 miljard euro die elk jaar reeds wordt uitgegeven aan waterveiligheid. De commissie vindt dat er een Deltafonds moet komen dat los van de rijksbegroting staat. Dit fonds moet worden gevoed met aardgasbaten en langlopende leningen.
In Zeeland moet de Westerschelde volgens de Deltacommissie open blijven. De Oosterscheldekering, die met aanpassingen een zeespiegelstijging tot één meter kan opvangen, zou op termijn moeten verdwijnen. ‘Dan zou een oplossing moeten worden gekozen waarbij de getijdendynamiek zo volledig mogelijk terugkomt in de Oosterschelde. In de tussentijd worden de schorren, slikken en platen met zandsuppleties op orde gehouden’, legt Heidema uit.
De Maeslantkering in de Nieuwe Waterweg, bij Hoek van Holland, krijgt te maken met een enorme opstuwing van rivierwater. ‘Als we geen actie ondernemen, dreigen de Drechtsteden te overstromen met zoetwater’, legt Heidema uit. ‘Maar in de regio rond Rotterdam is het moeilijk om de dijken te verbreden. Die ruimte is er gewoon niet. Daarom willen we het rivierwater onder de Drechtsteden langs leiden, rechtstreeks naar de Zeeuwse Delta. Voor het gebied ten zuiden van de Drechtsteden heeft dit uiteraard ingrijpende consequenties.’
Zoetwater
Het peil van het IJsselmeer zal, volgens het advies van de Deltacommissie, maximaal 1,5 meter meestijgen met de zeespiegel. Doordat voor Nederland extreme periodes van droogte worden voorzien, zal in toenemende mate behoefte bestaan aan zoetwater uit het IJsselmeer. Met een groter meer kan beter aan deze stijgende vraag worden voldaan. De keus om het IJsselmeer te laten meestijgen met de zee, betekent dat aanvullende maatregelen nodig zijn rond het meer zelf, als ook aan de dijken, ‘langs de IJssel tot en met Zwolle’, aldus Heidema.
Het Markermeer kan op het huidige niveau blijven. De Deltacommissie houdt er rekening mee dat de Waddenzee ‘fundamenteel van karakter verandert’, zoals Heidema het uitdrukt. ‘Het beeld van vrijvallende zandplaten met zeehondjes zal vermoedelijk plaatsmaken voor een ander soort natuur. Dat kan je niet tegenhouden.’
Heidema hoopt dat de boodschap van de Deltacommissie luid en duidelijk overkomt. ‘Er moet een sense of urgency ontstaan. We hoeven met zijn allen niet in paniek te raken, maar het liefst moeten we hier wel morgen mee beginnen. Sommige onderdelen komen pas over tientallen jaren aan bod. Denk aan het nemen van een besluit over de Oosterscheldekering. Maar op andere punten is meer haast geboden. De helft van Nederland ligt onder de zeespiegel, en we hebben een waterkundige traditie hoog te houden. Werk aan de winkel.’
Dijken moeten veel sterker
De waterkerende dijken in Nederland moeten volgens de Deltacommissie drastisch worden versterkt. De huidige, uit de jaren zestig stammende veiligheidsnorm moet met ten minste een factor 10 worden aangescherpt.
Volgens Andries Heidema voldoet, blijkens de laatst bekende cijfers, 25 procent van de dijken niet aan de geldende norm. Van 30 procent van de dijken is niet bekend hoe sterk ze exact zijn. ‘Er is een forse inhaalslag én een aanscherping van de norm nodig’, meent Heidema. Dijken kunnen worden versterkt door ze te verhogen of verbreden, of door ze intern te verstevigen. De aanscherping is nodig omdat het zogeheten ‘geïnvesteerd vermogen’ achter de dijken in de afgelopen decennia is toegenomen tot 1800 miljard euro.
Verder is Nederland nu dichter bevolkt. Bovendien vindt de commissie dat het mogelijke verlies van mensenlevens bij calamiteiten expliciet moet worden meegewogen. Dit sluit, volgens Heidema, aan bij de maatschappelijke trend. Tegenwoordig wordt het minder gemakkelijk geaccepteerd als er slachtoffers vallen dan vroeger, zegt hij: ‘Na de watersnoodramp van 1953 is amper onderzoek gedaan naar de schuldvraag. Moet je dat eens vergelijken met wat er gebeurde na de vuurwerkramp in Enschede.’
Nederland wordt kilometer breder
Volledige uitvoering van de adviezen van de Deltacommissie betekent dat Nederland in de toekomst een kilometer breder wordt. De commissie adviseert om de zeespiegelstijging te lijf te gaan met zandsuppleties. Dit wil zeggen dat de kustlijn in stand wordt gehouden door het strand en de duinen voortdurend te voeden met zand uit de zee.
Het opschuiven van de kustlijn richting de zee, is volgens de Deltacommissie mede van belang om te voldoen aan de vraag naar meer ruimte voor natuur en recreatie. Ook draagt het bij aan het bestrijden van verzilting, waar westelijk Nederland steeds meer mee te maken krijgt naarmate de zeespiegel stijgt. ‘We willen de vorm van de kustlijn zoveel mogelijk behouden. Dit betekent dat de kustplaatsen kunnen meegroeien met de zeespiegelstijging’, zegt Andries Heidema, lid van de Deltacommissie. De Deltacommissie is geen voorstander van de aanleg van nieuwe eilanden voor de kust om de zeespiegelstijging in toom te houden.
‘Voor de veiligheid zijn zandsuppleties een betere oplossing. Kunstmatige eilanden kunnen in beeld komen voor de aanleg van windmolenparken of bijvoorbeeld een vliegveld, maar daar gaat ons advies niet over.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.