Beraden voor burgers, koeien en wolven
Burgerberaden moeten niet alleen inspraak geven aan mensen. Drie argumenten voor beraden voor burgers, koeien, wolven en anderen dieren.
Van Heerenveen tot Maastricht, burgerberaden schieten als paddenstoelen uit de grond. Dat is niet verrassend. Ze beloven immers precies dat te bieden waar het in de politiek zo vaak aan schort: een inclusieve, diepgaande discussie over maatschappelijke vraagstukken als de wolf in Nederland en het stikstofbeleid. Toch is er nog altijd een grote groep individuen structureel afwezig: andere dieren. En dat is een probleem. We moeten van burgerberaden naar beraden voor burgers, koeien en wolven (en alle andere dieren). Veel bestuurders en beleidsmakers zullen daar nog voor terugdeinzen. Daarom hier drie argumenten voor meersoortige beraden.
Het is ondemocratisch om de belangen van andere dieren te negeren
Ten eerste: het is ondemocratisch om de belangen van andere dieren te negeren. Democratie berust op het principe dat alle belanghebbenden de mogelijkheid krijgen hun stem te laten gelden voordat er een politiek besluit wordt genomen. Net als mensen hebben andere dieren belangen. Voor een koe is het bijvoorbeeld van belang contact te hebben met andere koeien, voor een wolf dat er genoeg prooidieren in hun leefgebied aanwezig zijn. Burgerberaden raken veelal direct aan dit soort belangen. Denk bijvoorbeeld aan het burgerberaad in Noord-Brabant dat zich boog over het voedselsysteem (Voedsel1000) of aan dat in Gelderland over de klimaatmaatregelen van de provincie (Burgerberaad klimaat). Door de verwevenheid van dit soort onderwerpen met natuurbeheer, landbouw en omgevingsbeleid gaan deze burgerberaden ook andere dieren aan. Het druist daarom in tegen de democratie om bij dit soort beraden niet ook voor koeien, wolven en andere dieren een plaats aan tafel te reserveren.
Ten tweede: andere dieren hebben een stem. Iedereen die veel contact heeft met andere dieren weet dat ze hun belangrijkste verlangens, angsten en frustraties over kunnen brengen en dat we ze kunnen begrijpen als we maar goed genoeg naar ze proberen te luisteren (al dan niet met wat technologische hulpmiddelen). We kunnen weliswaar geen gesprek met een wolf voeren op dezelfde manier als dat we een gesprek zouden voeren met een ander mens, maar we kunnen wel degelijk naar wolven luisteren en hun belangen (deels) begrijpen.
Ten derde: het is uitvoerbaar. Andere dieren kunnen vertegenwoordigd worden door mensen die plaatsnemen in een beraad als hun belangenbehartigers. En andere dieren kunnen ook zelf participeren: door via hun gedrag te laten zien wat hun voorkeuren zijn en welke voorstellen van mensen ze wel of niet zien zitten. Dat kan alleen niet binnen de muren van een door en voor mensen ingerichte vergaderzaal. Meersoortige beraden vragen dan ook van organisatoren om niet alleen de figuurlijke muur tussen mensen en andere dieren te doorbreken maar ook om letterlijk over de muur te stappen die tussen de vergaderzaal en de dierlijke leefwereld in staat.
Er is nu momentum voor burgerberaden en prangende thema's als de wolf in Nederland en het stikstofbeleid worden terecht aangehaald als vraagstukken met potentie. Laten we dat momentum gebruiken om er meteen meersoortige beraden van te maken. Goed voor andere dieren, goed voor de democratie.
Ramon van der Does is politicoloog en schrijver
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.