Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

Analyse: de Omgevingswet als vakantietrip

Hoe moet het verder met de vorige week voor de zoveelste keer uitgestelde Omgevingswet?

11 februari 2022
bus met ambtenaren
Shutterstock

De Omgevingswet werd vorige week opnieuw uitgesteld. Wat is er nodig om ooit tot een verantwoorde invoering over te gaan?

Burgemeester

Gemeente Roerdalen
Burgemeester

Teamlead projecten en programma's Modernisering IV S13

JS Consultancy
Teamlead projecten en programma's Modernisering IV S13

De gemeenten en de Omgevingswet. Het is zoiets als een reis per touringcar naar een ooit als aantrekkelijk aangeprezen vakantiebestemming. Eenmaal onderweg wordt de schoonheid van het vakantieland danig teruggebracht. De busrit duurt veel langer dan gepland. De chauffeur komt geregeld met de grote pet langs om onvoorziene uitgaven te kunnen bekostigen. En nu mag de inmiddels derde reisleider, ene Hugo, proberen de stemming er nog een beetje in te houden.

Hoe moet het verder met de vorige week voor de zoveelste keer uitgestelde Omgevingswet? Twee nieuwe invoeringsdata zijn in omloop: 1 oktober 2022 en 1 januari 2023. Niemand twijfelt eraan dat het de laatste zal worden. Die geeft iets meer tijd, ligt niet in een lopend begrotingsjaar en voorkomt – bij nieuw uitstel – vroeg gezichtsverlies van verantwoordelijk minister Hugo de Jonge. En toch is het een illusie om te denken dat de vier kernproblemen per 1 januari 2023 zullen zijn opgelost.

Knullig

Het kleinste probleem eerst: het DSO. Het digitale stelsel was de voornaamste oorzaak van de eerder opgelopen vertraging. Het ministerie kreeg de landelijke standaarden te laat rond, waarna ook de gemeentelijke aansluiting erop maar niet vlotte. Daarnaast bleek het stelsel hardnekkig instabiel en was – knullig! – vergeten een koppeling te leggen naar de ontwerpbureaus. Inmiddels wint het stelsel aan betrouwbaarheid. Op 1 januari zal er een in ambitie danig teruggeschroefd en nog steeds wankel DSO zijn. Maar wachten op een volledig veilig stelsel is een illusie. Dat komt niet. Nooit.

Een groter probleem vormen de financiën. Ooit werd de Omgevingswet voorgesteld als operatie die gemeenten juist geld zou opleveren. Niet dus. Het zal volgens de eerste serieuze berekeningen nog wel twintig jaar duren voor het break-even punt voor gemeenten is bereikt. Wie dat leest, weet genoeg. De wet is en blijft de komende decennia een decentrale kostenpost. Het rijk zal dus ook moeten blijven lappen. Anders dreigt het gevaar dat gemeenten gaan snijden in cruciale zaken als ict en participatieprocessen. Dan haal je de ziel, de essentie uit de Omgevingswet.

Personeelstekort

Een evenwel nog groter probleem vormt het personeelstekort. Invoering van de wet is een mega-klus. Waar haal je als gemeente gezien alle andere decentrale opgaven en de schaarste op de arbeidsmarkt het personeel vandaan om dat proces goed te begeleiden? Nu al worden ambtenaren in het fysieke domein door gemeenten bij elkaar weggekocht (wat het probleem niet oplost, maar verschuift naar de gemeenten die het toch al het moeilijkst hebben).

De wet blijft nog decennia een decentrale kostenpost

Gemeenten dienen ook hier door het rijk te worden ontzorgd. Bijvoorbeeld door de overgangstijd van het vertrouwde bestemmingsplan naar het veel ingewikkelder en daarmee tijdrovende omgevingsplan royaal te verlengen.

Rubberen regels

Het vierde en grootste probleem is de rechter. Aangeblazen door het strenge Europese Hof (in de stikstofdiscussie) en de toeslagenaffaire waait er ook in het ruimtelijke domein sinds kort een frisse juridische wind. De rechtbank wordt strikter en schuwt daarbij ook politieke uitspraken niet. Het Didam-arrest (dat de onderhandse aanbesteding door gemeenten inperkt) was eind 2021 een duidelijk signaal. In alle toonaarden klinkt het inmiddels dat rechters beter naar het burgerbelang zullen gaan kijken.

Dat is op de eerste plaats goed nieuws voor ons allemaal. Maar bij de invoering van een wet met rubberen ruimtelijke regels zullen gemeenten bergen extra werk moeten verzetten om kritische rechters mee te krijgen – áls dat al lukt. Dus, nee, die gezamenlijke busreis wordt er ook met reisleider Hugo vast niet leuker op. Maar voor omkeren is het inmiddels veel te laat. 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie