In 2023 was er veel regen, én dus meer stikstofdepositie
Het wettelijke stikstofdoel voor volgend jaar blijft ver buiten bereik.
Het jaar 2023 was een regenachtig jaar. Het was zelfs het natste jaar sinds het begin van de neerslagmetingen in 1906, volgens meteorologisch instituut KNMI. Al die nattigheid was ook de reden dat er vorig jaar iets meer stikstofdepositie op de kwetsbare natuurgebieden belandde dan in het jaar ervoor. Dat schrijft onderzoeksinstituut RIVM in zijn nieuwste stikstofmonitoring.
Als het gaat om de reductie van de stikstofuitstoot door met name de landbouw, komt het niet op één tegenvallend jaar aan. Maar het jaar 2023 is exemplarisch voor de nog altijd stagnerende afname van de ammoniakuitstoot uit de landbouw. Die uitstoot is nadelig voor de vele voedselarme natuurgebieden die Nederland kent, waarvan de heide- en zandgronden van de Veluwe de omvangrijkste zijn.
28 vs 40 procent
Gemiddeld kwam er in 2022 en 2023 ruim 1400 mol stikstof per hectare per jaar terecht in de 131 kwetsbare Natura 2000-gebieden in Nederland. Dat betekent dat ongeveer 28 procent van deze natuurarealen onder hun Kritische Depositie Waarde (KDW) zitten, oftewel onder de hoeveelheid stikstof die het betreffende gebied kan bolwerken. Maar volgens de huidige Wet stikstofreductie en natuurverbetering, die in 2021 door toenmalig landbouwminister Carola Schouten in het kabinet Rutte-III is ingevoerd, moet dit volgend jaar al 40 procent zijn.
Daar zit dus een wettelijk gat van 12 procentpunt, waar het huidige kabinet verantwoordelijk voor blijft zolang er nog geen nieuwe wet is. Die nieuwe wet wil de coalitie wel, met de ambitie om de KDW als doelwaarde te verwijderen uit de stikstofwetgeving. Dit gat is overigens zo groot, omdat in 2023 een tienjaarlijkse, wetenschappelijke update van de KDW's gepubliceerd werd. Veel natuurgebieden bleken toen gevoeliger voor stikstof dan eerder geschat. Het gevolg waren nog scherpere KDW's, waardoor het gat toen met 10 procentpunt gegroeid is.
De kloof
De huidige prognose is bovendien dat deze kloof de komende jaren nauwelijks gedicht gaat worden. Volgens het RIVM zit in 2030 nog steeds maar 31 procent van de stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden onder de KDW. Dat terwijl de Wet stikstofreductie en natuurverbetering voor dat jaar 50 procent verordoneert. Navranter nog is het verschil met de ambitie van kabinet Rutte-IV, dat in 2030 74 procent van de natuur onder de KDW wilde hebben. Het was politiek controversieel om daarvan af te wijken. In 2022 onderbrak de Tweede Kamer het reces voor een spoeddebat met toenmalig CDA-leider Wopke Hoekstra, omdat hij in een interview gezegd had dat het jaar 2030 niet heilig was. Die uitspraak ging in tegen de plannen van de coalitie waarvan hij lid was.
Opkoopregelingen
Met name de huidige opkoopregelingen voor boerenbedrijven kunnen op korte termijn de stikstofuitstoot terug brengen. Maar die reductie is relatief klein, was de schatting van een studie begin dit jaar door onder meer het Planbureau voor de Leefomgeving. Gerekend wordt op 4 procent reductie tot 2030, op basis van vier opkoopregelingen: de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv); de Maatregel gerichte aankoop en beëindiging veehouderijen (MGA/MGB); de Landelijke beëindingingsregeling veehouderijlocaties (Lbv); en de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties met piekbelasting (Lbvplus).
340 mol
Komt hierbij nog de stikstofreductie dankzij het vervallen vanaf 2026 van de Nederlandse derogatie op de Nitraatrichtlijn, ten aanzien van hoeveel mest boeren mogen uitrijden, dan eindigt Nederland met het huidige stikstofbeleid in het jaar 2030 niet op 30 procent maar op 31 procent van de natuurgebieden onder de KDW. Dan wordt de gemiddelde overschrijding van de KDW, per natuurgebied, niet 385 mol per hectare per jaar maar 340 mol per hectare per jaar.
Verder dan elders
De restopgave blijft dan nog groot, maar het zou niet de eerste keer zijn dat het de Nederlandse landbouw lukt zo'n stap te zetten. De stikstofdepositie is in Nederland de afgelopen decennia veel verder teruggebracht dan in omringende landen. Tussen 2005 en 2022 is de stikstofdepositie met een vijfde verkleind, wat neerkomt op een totale afname in die periode van gemiddeld 410 mol per hectare per jaar. In die periode groeide het natuurareaal onder de KDW van 20 naar 28 procent.
Schonere lucht
De grootste afname van de ammoniakuitstoot vond nog voor 2005 plaats, vanaf de jaren negentig. De voornaamste reden voor die eerste afnamegolf was het emissiearmer uitrijden van mest, zoals injecteren. Begin 21e eeuw kwam de winst vooral door emissiearme stallen, met name in varkenshouderijen. Maar sinds 2010 is de vaart eruit, met als extra nadeel de schonere lucht in Nederland. Terwijl de emissies niet stegen, namen de deposities wel degelijk toe, schrijft het RIVM. Door de schonere lucht kunnen ammoniakmoleculen zich minder makkelijk binden met zwavel- en stikstofdioxiden, waardoor ze sneller neerslaan.
Emissiebeleid?
Lees in dit eerdere artikel meer over de aanpak van de huidige landbouwminister Femke Wiersma: Wiersma's inzet op emissiebeleid is allesbehalve nieuw.
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
2. Is het niet mogelijk om de stikstofdepositie in de landbouwsector te verlagen via een vermindering van de veestapel over de volle breedte? Dit zou mogelijk zijn via het vaststellen van een percentage als voorlopig einddoel. Daarbij kan dan via een stapsgewijze aanpassing naar het einddoel worden toegegroeid. Tegelijkertijd zouden ketenafspraken kunnen worden gemaakt over het hanteren van minimumprijzen voor de producten. Een teruglopende productie heeft over het algemeen een prijsverhogend effect, dus prijstechnisch behoeft dit voor de sector helemaal niet nadelig te zijn. Bovendien kunnen waarborgen worden ingebouwd via het verhogen van de minimum prijsstelling.