Advertentie
juridisch / Column

Heldere spelregels voor partijdonaties

Partijdonaties zijn niet verdacht en dat jonge partijen juist bij ondernemers aankloppen is dat ook niet.

12 mei 2023

In het arbeidsrecht heerst de zogenaamde wezen-gaat-voor-schijn-doctrine om te bepalen wie als werknemers worden beschermd en wie daarbuiten vallen. Niet de vernuftige zzpconstructies zijn daarvoor bepalend, maar de dagelijkse realiteit op de werkvloer. Wie feitelijk als werknemer functioneert wordt door de rechter als zodanig aangemerkt.

Volgens dat principe oordeelde de Hoge Raad vorige maand dat de bezorgers van Deliveroo wel degelijk werknemers waren die bescherming genoten. En volgens dat principe sprak de Rotterdamse rechtbank Richard de Mos vrij van corruptie. Het wezen van de lokale politiek gaat voor de schijn van ambtelijke belangenverstrengeling. De regels die verbieden dat ambtenaren van de burgerlijke stand bruine enveloppen met contant geld aannemen van iemand die wel heel vaak een nieuw paspoort komt aanvragen, zijn niet onverkort van toepassing op wie vanaf zijn zolderkamertje een lokale partij van de grond probeert te trekken en daarvoor betalende medestanders zoekt. Partijdonaties zijn niet verdacht en dat jonge partijen juist bij ondernemers aankloppen is dat ook niet.

Daar zijn immers de grotere bedragen te halen. Hoe het verder afloopt met de concrete zaak van De Mos valt helaas nog te bezien. Maar één conclusie lijkt zich wel af te tekenen: in het strafrecht maakt de schijn van ambtelijke belangenverstrengeling een politieke partij niet meteen een criminele organisatie. Al eerder trok de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in het bestuursrecht een vergelijkbare conclusie: de enkele schijn van de belangenverstrengeling is onvoldoende voor een stemverbod voor raadsleden. Het stemrecht van volksvertegenwoordigers is daarvoor te fundamenteel, politici zijn geen gewone ambtenaren. Inmiddels zit gelukkig ook de wet gever op die lijn.

Blijft over de vraag of de vaderlandse integriteitsindustrie zich niet ook zou moeten bezinnen op hun suggestieve kwalificaties van het politieke bedrijf. Het etiket ‘schijn van belangenverstrengeling’ is immers lekker snel geplakt, ondanks de vrijspraak van De Mos. En het onderscheid tussen een bestuurder en de volksvertegenwoordiging wordt niet altijd even scherp gemaakt. Zelfs de Handreiking integriteit van politieke ambtsdragers van het ministerie van Binnenlandse Zaken harkt bestuurders en volks vertegenwoordigers bij elkaar om hen de onwenselijkheid van de schijn van belangenverstrengeling in te peperen. Menig lokale gedragscode doet trouwens hetzelfde als die in brede termen alles diskwalificeert wat verdacht kan overkomen en waarschuwt dat de schijn van corruptie maar al te snel wordt gewekt.

Nederland heeft een been bij te trekken rond commerciële lobbypraktijken

Op zich lijkt daar weinig mis mee. Van integriteit kun je toch immers nooit te veel hebben? Maar als we politici voortdurend voorhouden dat ze zich moeten gedragen als onkreukbare ambtenaren van de burgerlijke stand, eindigen we ook met gemeenteraden vol onkreukbare ambtenaren van de burgerlijke stand. Dat zal ongetwijfeld ordentelijke politiek opleveren, maar een lekenbestuur waarin duizend bloemen bloeien valt het niet echt meer te noemen.

Nederland heeft absoluut een been bij te trekken als het om commerciële lobbypraktijken gaat. Onze blinde vlek daarvoor is weinig anders dan een vorm van collectieve zelfoverschatting. De discussie daarover zal ook over partijfinanciering gaan. Daar zijn heldere spelregels nodig die transparantie verzekeren en totaalbedragen maximeren. Dergelijke regels zijn inmiddels opgenomen in het voorstel voor de Wet op de politieke partijen. Daarnaast dient het openbaar bestuur beter bewapend te worden tegen misbruik van binnenuit en ondermijning van buitenaf. Bijvoorbeeld met een stevig Bureau Integriteit dat rechtstreeks onder de burgemeester valt en dat actieve onderzoeksbevoegdheden heeft om belangenverstrengeling op het hoogste niveau bloot te leggen.

Als het zo gewoon feitelijk onmogelijk wordt om het algemeen belang in het geheim aan de hoogst biedende partijdonateur te verkopen, hoeft de schijn daarvan verder niet meer verdacht te worden gemaakt. Dat is beter voor de rechtsstaat én voor de democratie.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie