Richting geven aan het schaarse geld
De analyse dat de essentie van de verzorggingsstaat tevens verklaart waarom het een onhoudbaar concept is, is ook toepasbaar op de jeugdzorg
Vakantietijd is ideaal om lekker bij te lezen. Maar ook in het afgelopen jaar zijn er weer meer boeken verschenen dan er op de rand van het zwembad tijd voor is. Dus loop ik al een tijdje vertraging op.
Gelukkig ontstaat zo wel een mooi voordeel: je ziet veel beter wat eigenlijk heel erg gedateerd is. Zodat vanzelf de oudere analyses overblijven die ook gisteren hadden kunnen zijn geschreven.
En die zijn natuurlijk de meeste moeite waard. Zo kwam ik deze zomer toe aan de artikelenbundel Tussen macht en moraal van de rechtssocioloog Kees Schuyt, verschenen in 1983. Zijn analyse dat de essentie van de verzorggingsstaat tevens verklaart waarom het een onhoudbaar concept is, kunnen we rechtstreeks toepassen op de oplopende kosten van de jeugdzorg.
De verzorggingsstaat, schrijft Schuyt, is ideologisch een compromis tussen socialistische theorie en liberale uitvoering. Iedereen heeft overal in gelijke mate recht op, maar het is wel je eigen verantwoordelijkheid om dat recht te komen halen. Daarmee verschuift sociale ongelijkheid. ‘Meer nog dan om geld, gaat het om kennis en toegang.’
De essentie van de verzorgingsstaat is het juridische karakter ervan. Bijstand is een geen gunst meer, maar een recht. Door een ongekende economische groei kon een oud verlangen worden vervuld: onafhankelijk van de grillen van de baas, onafhankelijk van de gunsten van je naasten en tot op zekere hoogte zelfs onafhankelijk van de grillen van het lot. Free at last! De prijs voor die afgenomen onderlinge sociale afhankelijkheid is wel de toegenomen collectieve afhankelijkheid van de Staat. Dat is geen probleem, zo lang het goed gaat. Moet het allemaal wat minder, dan zullen door het liberale model van zelfhandhaving degenen die de verzorgingsstaat het meest nodig hebben het eerste in de steek worden gelaten.
Juist het juridisch karakter van afdwingbare aanspraken veroorzaakt een dynamiek die het totaal van de aanspraken onhoudbaar zal maken, analyseert Schuyt. Door een steeds verfijnder stelsel van algemene regels ontstaan immers ook steeds meer verschillen tussen groepen mensen die wel bepaalde kenmerken delen maar niet dezelfde rechten hebben. De groepen met kennis en toegang zullen dat niet pikken en in de juridische logica hebben ze een punt. Waardoor telkens nieuwe claims in afdwingbare aanspraken worden omgezet.
Tot ruwweg 1965 ging die dynamiek over het minimum: de bestaanszekerheid. Sindsdien over het optimum: maximale individuele ontplooiing. Totdat uiteindelijk de Centrale Raad onlangs moest oordelen of een college meer dan 81 dyslexiebehandelingen moet vergoeden. In algemene zin heeft maar driekwart van de kinderen überhaupt baat bij de behandelingen en het college had reeds de kosten van 30 extra behandelingen op de gemeenschap afgewenteld. Maar de moeder zag bij haar kind nog vooruitgang door de behandelingen die ze inmiddels zelf betaalde en het Kinderrechtenverdrag schrijft voor dat het belang van het kind altijd de eerste overweging moet zijn...
De verworvenheid van de verzorgingsstaat wordt ook de grootste bedreiging
Willen we werkelijk grip krijgen op de kosten in het sociaal domein, dan moeten we het hebben over waar de verworvenheid van de verzorgingsstaat ook de grootste bedreiging wordt: de juridische logica van individueel afdwingbare aanspraken. Makkelijke oplossing zijn er dus niet.
Neem het idee om op basis van bepaalde criteria per wijk totaalbedragen vast te stellen. Omdat het best gek is dat in de chicste wijken ook de hoogste jeugdzorgbudgetten zitten. We zouden die bedragen per week dan binnen die wijk laten verdelen via zogenaamde triage-deskundigheid. Daarbij is niet de vraag wie waarmee gebaat zou zijn of welke behandeling voldoende kans op succes biedt, maar gaat het om wie het eerst moet worden geholpen. Komt het schaarse geld terecht bij wie dat het meest nodig heeft?
Zoiets klinkt sympathiek, maar dat raakt de essentie van de verzorgingsstaat. Want het betekent dat als een college weigert dyslexiebehandelingen verder te vergoeden, dan moet het college bij de rechter kunnen wegkomen met het argument dat het college het geld mocht besteden aan iemand die dat volgens het college beter kon gebruiken. Ondenkbaar is dat niet. Op sommige plekken in de zorg komt een dergelijke verdeling al voor. Maar het is de vraag of mensen met kennis en toegang nog weten wat tragische berusting is.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.