Gemeente tussen hamer en aambeeld bij 'hoofddoekverbod'
‘Het is wachten op de eerste boa die zich hiertegen verzet’, zegt professor Tom Zwart.
In het nieuwe modeluniform voor boa’s, waaraan op dit moment wordt gewerkt, staat geen richtlijn ten aanzien van het dragen van religieuze- of andere levensstijl uitingen. Zo laat de VNG desgevraagd aan Binnenlands Bestuur weten. De minister riep gemeenten eerder op om het door haar gewenste verbod op zulke uitingen te handhaven. Aan de andere zijde staat het Europese Hof, dat voor een dergelijk verbod een uiterst zorgvuldige onderbouwing eist.
Discriminerend
Het College voor de Rechten van de Mens noemde het hoofddoekverbod voor boa's eerder ‘stigmatiserend en niet effectief’. Een belangrijk bezwaar was dat het verbod grotendeels is gebaseerd op de angst dat het dragen van religieuze kleding of symbolen de acceptatie van het gezag van de ambtsdragers zou kunnen aantasten. ‘Achter die publieksreacties zit de discriminerende aanname dat als je laat zien religieus te zijn, je niet op een neutrale en onpartijdige manier kunt handelen.’
Vakbond voor verbod
Rabin Baldewsingh, Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme, zei tegen het AD dat de invoering van het hoofddoekverbod bij de politie ingaat tegen artikel 1 van de grondwet en daarmee discriminerend is. De politievakbond reageerde echter weer positief op het nieuws. ‘Nu is het eindelijk voor iedereen duidelijk: het uniform is neutraal en voor iedereen gelijk. Dat heeft niets te maken met discriminatie.’
Beroep op gemeenten
Voor politieagenten worden de kledingvoorschriften landelijk vastgesteld. Medio 2022 schreef minister Yeşilgöz een brief met daarin een landelijke richtlijn aangaande de kledingvoorschriften van boa’s. In deze ‘Richtlijn lifestyle-neutraliteit boa’ benadrukte zij het belang van de neutraliteit van het boa-uniform. Uitingen van persoonlijke overtuigingen kunnen volgens de minister afbreuk doen aan de gezag uitstralende en seculiere houding van de boa’s. Yeşilgöz deed een dringend beroep op alle gemeenten om de richtlijn uniform na te leven.
Kabinet bepaalt niet
In tegenstelling tot de voorschriften voor medewerkers van de politie heeft het kabinet geen zeggenschap over kledingvoorschriften voor boa’s. Volgens het Europese Hof van Justitie is het namelijk aan werkgevers, in dit geval de gemeenten, om te bepalen of het dragen van religieuze uitingen is toegestaan. Daarmee lijkt de landelijke richtlijn van Yeşilgöz al direct een wassen neus, en is de politieke discussie over het hoofddoekverbod op lokaal niveau tot op de dag van vandaag nog niet afgedaan. Ook de voorwaarden die het Europese Hof heeft verbonden aan een dergelijk verbod maken duidelijk dat er sprake is van een landelijke richtlijn met weinig juridische grondslag.
Het is niet genoeg om alleen maar te stellen dat het ondermijnend zal werken zonder daarvoor concrete bewijzen te tonen
Moet bewijzen
Om een verbod op religieuze uitingen te handhaven moet de werkgever namelijk de noodzaak aantonen en laten zien dat er anders sprake is van een ondermijning van de bedrijfsvoering. Zo benadrukte professor Tom Zwart begin 2022 al in een stuk in het Parool. ‘Je zult als gemeente met bewijzen moeten komen’, vertelt Zwart aan Binnenlands Bestuur. ‘Bijvoorbeeld door een peiling onder het personeel, waaruit blijkt dat het tot grote onderlinge spanningen zal leiden. Het is niet genoeg om alleen maar te stellen dat het ondermijnend zal werken, zonder daarvoor concrete bewijzen te tonen.’
Politiek
Toch lijken gemeenteraden de discussie vooral te benaderen als een politieke. Zo ook deze week in de gemeente Den Helder, waar twee raadsfracties een motie indiende om een hoofddoekverbod vast te leggen in de lokale regelgeving. Het college wees op de juridische complexiteit van een dergelijke regeling, en wilde liever wachten op landelijke afstemming via onder andere de VNG. Ook beargumenteerde de verantwoordelijk wethouder dat de neutraliteit van boa’s voldoende geborgd is via onder andere de ambtseed en de opleiding die ze volgen. Toch stemde een meerderheid van de raad in met de motie. In andere gemeenten zoals Amsterdam en Utrecht besloot de raad juist religieuze uitingen expliciet toe te staan.
Wachten op protest
Een dergelijk algemeen verbod of het geven van toestemming heeft weinig zin, zo blijkt uit de woorden van Zwart. ‘Er zijn in Nederland veel gekwalificeerde mensen die graag als handhaver aan het werk willen. Je kunt erop wachten dat er over enige tijd iemand komt die besluit tegen haar werkgever te zeggen dat ze bijvoorbeeld wel een hoofddoek gaat dragen tijdens haar werk. Maar die persoon moet wel de nek uitsteken. Op dat moment is het aan de werkgever om aan te tonen dat dit de werkzaamheden ingrijpend belemmerd. Ik heb nog geen situaties gezien waarin dat het geval zou zijn, maar pas als dat wel het geval is mag de gemeente het verbieden.’
VNG laat het aan gemeenten
Verdere landelijke afstemming, zoals waar het college in Den Helder op hoopte, komt er niet. Dat leert navraag bij de VNG. ‘Naar aanleiding van een evaluatie op beheer en gebruik van het modeluniform voor boa’s werkt de VNG in nauwe samenwerking met gemeenten aan een nieuw modeluniform, maar religieuze uitingen worden daar geen onderdeel van’, aldus een woordvoerder. De VNG laat het liever bij de werkgever, waar ook juridisch de verantwoordelijkheid ligt. Bij de presentatie van het modeluniform zal de huidige wet- en regelgeving ten aanzien van religieuze uitingen nog eens onder de aandacht worden gebracht.
Reacties: 6
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Benieuwd wat het College voor de rechten van de mens hiervan vindt.