Advertentie
juridisch / Achtergrond

De gemeente keurt straks niet meer

De Wkb legt de controle op en de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van nieuwbouw grotendeels bij de opdrachtgever en bouwer.

07 juli 2023
Nieuwbouw
Shutterstock

De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) legt vanaf volgend jaar de controle op en de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van nieuwbouw grotendeels bij de opdrachtgever en bouwer. De gemeente controleert voornamelijk achteraf. ‘De gemeente is nu soms net als de VAR in het voetbal. Maar dan zonder beeldscherm.’

Projectleider concernonderdelen

JS Consultancy
Projectleider concernonderdelen

Medewerker Buitenlandstrategie DG Landelijk Gebied en Stikstof

JS Consultancy
Medewerker Buitenlandstrategie DG Landelijk Gebied en Stikstof

Ron van der Stege, projectleider bij het Noord-Hollandse bouwbedrijf Van der Gragt, heeft al de nodige ervaring met de nieuwe regelgeving. Zijn bedrijf werkte mee aan twee pilots van nieuwbouwprojecten waarin een onafhankelijke kwaliteitsborger werd ingezet.

Van der Stege is positief over zijn ervaringen. ‘Als de spelregels duidelijk zijn bij de bouwer is het werken met de Wkb goed te doen. Het betekent vooral dat we bepaalde momenten in het bouwproces beter vastleggen, bijvoorbeeld rond de wapening en betonkwaliteit voor de fundering, en de constructie van wanden en vloeren daarna. Met een goed digitaal systeem is het een kwestie van foto’s maken, zodat de kwaliteitsborger het snel, op afstand, kan beoordelen. Meerdere keren in het bouwproces komt de kwaliteitsborger op de bouwplaats om een inspectie te doen. Daar worden van tevoren in de planning al afspraken over gemaakt.’

Het is best een verschil met de huidige wetgeving, waarin een gemeenteambtenaar die controle uitvoert. ‘Het is nu vooral moeilijker om afspraken te maken met de gemeente. De onderbezetting bij de gemeente speelt vaak ook een rol, waardoor een inspecteur in veel gevallen minder vaak op de bouwplaats kan komen.’

Volgens Van der Stege leidt de nieuwe wet tot een andere manier van vastleggen. ‘De kwaliteitsborging ligt nu veelal bij de bouwer zelf en wordt minder uitgebreid vastgelegd. Met de Wkb is dat uitgebreider en overzichtelijker. Je moet bouwen zoals van tevoren in de overeenkomst en normen is vastgelegd. En als je dat goed aanpakt, weet iedereen op de bouwplaats waarvoor hij het doet. Voor ons bouwbedrijf zijn de pilots aanleiding geweest om ook bij onze huidige projecten al rekening te houden met de nieuwe regelgeving.’

Duidelijker

Over de Wet kwaliteitsborging wordt tussen de bouwpartijen en regelgevers al jarenlang gesproken. De wet moet vooral de controle op de kwaliteit, en daardoor ook de veiligheid, van een gebouw verbeteren. De kwaliteit van een bouwwerk, zoals een woning, wordt nu nog vooral aan de voorkant bepaald bij de aanvraag en beoordeling van een bouwvergunning door de gemeente. Tijdens de bouw moet de gemeente inspecties of controles houden, maar in praktijk blijkt het lastig om bij voltooiing van het bouwwerk te controleren of daadwerkelijk is opgeleverd wat aan het begin, bij het verlenen van de vergunning, is beloofd.

Met de Wkb zou de kwaliteitscontrole tijdens de realisatie duidelijker moeten worden voor alle partijen. Opdrachtgevers moeten straks een onafhankelijk kwaliteitsborger inschakelen die de bouwplannen moet beoordelen, en tijdens de bouw de kwaliteit en veiligheid van de constructie kan monitoren.

Met de Wkb moet de kwaliteitscontrole duidelijker worden voor alle partijen

De gemeente moet bij de oplevering een volledig rapport van de kwaliteitsborger krijgen waarmee ze toestemming kunnen geven om het bouwwerk vrij te geven voor gebruik. Op deze manier moet de kwaliteit van de opgeleverde bouw verbeteren; opdrachtgevers en bouwers blijven langer aansprakelijk voor wat ze hebben opgeleverd. Voor bijvoorbeeld huizenkopers wordt het dan ook gemakkelijker om een aannemer aansprakelijk te stellen bij bouwfouten of een slechte kwaliteit van de woning.

De Wkb werd al in 2017 aangenomen door de Tweede Kamer, maar stuitte op bedenkingen in de senaat. Uiteindelijk werd besloten om de regels eerst in de praktijk te toetsen, en om de invoering gelijk te laten lopen met de Omgevingswet. Maar omdat die laatste de afgelopen jaren voortdurend werd uitgesteld, is ook de Wkb naar achteren geschoven. Begin dit jaar besloot minister De Jonge om de Omgevingswet, en ook de Wkb, op 1 januari 2024 in te laten gaan.

Oefenen

De lange aanlooptijd van de Wkb heeft wel een voordeel: bouwers, opdrachtgevers en gemeenten hebben al een tijdje kunnen oefenen met de nieuwe regelgeving. En gaandeweg is duidelijker geworden welke delen goed werken, en welke nog niet. Met verschillende stimuleringsmaatregelen zijn sinds 2017 zo’n 400 verschillende pilots opgezet om de nieuwe werkwijze in de praktijk te toetsen. Die proefprojecten zijn zeer nuttig, zeggen zowel bouwbranchevereniging Bouwend Nederland als de gemeentekoepelorganisatie VNG: partijen krijgen zo de ruimte om ervaring op te doen met de kwaliteitsborging en hebben de tijd om te leren.

Toch zijn er nog wel wat problemen die uit de weg geruimd moeten worden. De VNG constateert dat vooral het laatste deel van het proces, het gereedmelden van een bouwwerk, niet altijd vlekkeloos verloopt. In de pilots komt het vaker voor dat het zogeheten ‘dossier bevoegd gezag’ niet compleet is. Dat is het document waarin de kwaliteitsborger meldt dat het bouwwerk voldoet aan alle bouwtechnische eisen uit het Bouwbesluit. Vaak is zo’n omissie in het dossier van administratieve aard, bijvoorbeeld door het ontbreken van een certificaat voor het toegepaste isolatieglas of voor een warmtepomp. Maar het betekent wel dat het proces stilstaat: de gemeente kan een nieuwe woning niet bewoonbaar verklaren als het dossier niet volledig is.

Het probleem met vrijgave doet zich ook voor bij projecten die in fases worden opgeleverd, zoals bij een nieuwbouwproject van vijftig woningen. ‘Doordat het project nog niet is afgerond, kan een kwaliteitsborger geen verklaring afgeven dat het werk voldoet aan het Bouwbesluit’, zegt Bouwend Nederland-woordvoerder Richard Massar. ‘Eenzelfde probleem doet zich voor bij een oplevering van een casco bouwwerk of wanneer bepaalde bouwmaterialen, zoals een warmtepomp, niet geleverd kunnen worden. Het ministerie geeft aan dat de gemeente er dan voor kan kiezen om niet handhavend op te treden.

Maar dat maakt de aannemer wel afhankelijk van de goede wil van de gemeente.’ Zowel de VNG als Bouwend Nederland zien de oplossing daarvoor vooral in standaardisatie van de checklist van de kwaliteitsborger en meer uniformiteit in de toepassing van de regelgeving door gemeenten.

Vijver

Volgens Wico Ankersmit, directeur van de vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland, tonen de pilots ook aan dat de beloften van de nieuwe wet – kwaliteitsverbetering en vereenvoudiging van het proces – nog niet worden waargemaakt. ‘En het zou de gemeente veel werk uit handen moeten nemen. Maar uit impactanalyses blijkt dat het werk voor gemeenten eigenlijk is toegenomen. De nadruk is voor de gemeente meer op handhaving komen te liggen, maar dat betekent dat in het gemeentehuis, bij het ontbreken van een volledig dossier bevoegd gezag, beslist moet worden of we moeten handhaven of gedogen. En dat is heel moeilijk te bepalen als je niet bij het bouwproces betrokken bent geweest. Ik kan een vergelijking maken met een voetbalwedstrijd: de kwaliteitsborger is de scheidsrechter en de gemeente is de VAR. Maar dan zonder scherm.’

De beloften van de nieuwe wet worden nog niet waargemaakt

Ankersmit maakt zich bovendien al langer zorgen over de beschikbaarheid van voldoende kwaliteitsborgers. ‘Door het steeds uitstellen van de invoeringsdatum van de wet was het sowieso moeilijk om mensen te werven, omdat er nog geen werk voor ze was. Dat is er volgend jaar wel, dus ik denk dat er veel kwaliteitsborgers bijkomen. Maar de vraag is of er genoeg zullen zijn. De sector zelf denkt van wel, maar ik vraag me wel af waar die mensen vandaan moeten komen. Overal is personeelschaarste, vooral bij mensen met een bouwkundige achtergrond. Uiteindelijk is iedereen aan het hengelen in een vijver met weinig vissen. En dat betekent dat de salarissen voor de kwaliteitsborgers omhooggaan. Maar omdat die voor rekening komen van de uitvoerders van het werk, zullen die uiteindelijk leiden tot een verhoging van de bouwkosten.’

Daar waarschuwen de bouwers ook voor. Projectleider Van der Stege vindt het een belangrijk punt. ‘De kosten zijn al hoog, en die nemen alleen maar toe. Zeker bij relatief wat kleinere projecten zijn de extra kosten voor een kwaliteitsborger best fors. En die kosten zijn niet ergens anders terug te winnen. De gedachte was dat de kwaliteitsborger betaald zou worden uit de gemeentelijke bouwleges die verlaagd of zelf geschrapt werden. Maar daar hebben we in de proefprojecten nog helemaal niets van gemerkt.

De gemeenten blijven gewoon leges vragen.’ De hoge kosten van het inschakelen van een kwaliteitsborger voor relatief kleine projecten is ook een punt van zorg voor de Eerste Kamer. In een brandbrief aan de minister heeft de Kamercommissie Binnenlandse Zaken in juni aan de minister gevraagd om meer informatie over de resultaten van de afgeronde en nog lopende proefprojecten. Formeel hoeft de minister geen instemming van het parlement meer te krijgen om de wet in werking te laten treden, maar in de brief wijst commissievoorzitter Boris Dittrich erop dat het niet noodzakelijk is om de Wkb tegelijk met de Omgevingswet in te voeren. ‘De Wkb kan ook later in werking treden, wanneer een zorgvuldige en verantwoorde invoering dit vereist.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie