Minister terughoudend over online gebiedsverbod
MInister Yeşilgöz van Justitie en Veiligheid kondigt een handreiking voor gemeenten aan met een juridisch kader rond online monitoring.
‘Het is niet aan mij om te oordelen over het optreden van de burgemeester’, zegt Dilan Yeşilgöz, minister van Justitie en Veiligheid, op Kamervragen van D66 over het opleggen van een online gebiedsverbod door de Utrechtse burgemeester Dijksma aan een 17-jarige jongen uit Zeist. Wel kondigt zij een handreiking voor gemeenten aan met een juridisch kader rond online monitoring.
Terughoudendheid
Dit betreft een lokale aangelegenheid, antwoordt minister Yeşilgöz op de vraag van D66-Kamerleden Joost Sneller en Lisa van Ginneken naar haar oordeel over de maatregel. ‘Handhaving van openbare orde is aan de burgemeester, die daarover verantwoording aflegt aan de gemeenteraad.’ Wel heeft Dijksma de minister laten weten dat tegen haar besluit bezwaar is gemaakt. ‘Zij zal haar besluit dus moeten heroverwegen en tegen een beslissing op bezwaar staat beroep open. Vervolgens is het aan de rechter te oordelen over de inzet van een bevoegdheid door de burgemeester, indien er wordt geprocedeerd. Mij past dus een grote mate van terughoudendheid.’
Dwangsom
De jongen die ervan wordt verdacht dat hij op de avond van 26 november opriep tot rellen in Utrecht dient zich te onthouden van ‘online uitlatingen die zouden kunnen leiden tot wanordelijkheden in de stad, zoals oproepen om de openbare orde te verstoren’. Als hij dit wel doet, moet hij een dwangsom van 2500 euro betalen. Dijksma zei eerder dat de gemeente steeds vaker online oproepen ziet die tot rellen of wanordelijkheden leiden. ‘Met deze gerichte interventie pakken we dit gedrag bij de bron aan.’ Later antwoordde ze op schriftelijke vragen van D66-raadslid Maarten Koning dat het online gebied geen territoriale grenzen kent. ‘Dat maakt deze maatregel ingewikkelder dan andere maatregelen die een fysiek afgebakend gebied kennen. Het is echter niet langer vol te houden de ogen te sluiten voor wat zich online afspeelt en wat voor gevolgen dat kan hebben voor de gemeente Utrecht.’
G4-verband
De burgemeester kende op het moment dat de bestuurlijke maatregel werd opgelegd geen andere gemeenten die eerder een soortgelijke maatregel hadden opgelegd. Intussen is bekend dat de gemeente Haarlem op 25 november 2021 een vergelijkbare maatregel heeft opgelegd aan een persoon die op social media opruiende berichten heeft verstuurd. Yeşilgöz zegt de inhoud van die zaak niet te kennen. Dijksma zei over haar maatregel dat de last onder dwangsom alleen geldt voor haar eigen gemeente. Zij liet ook weten dat in G4-verband al langer wordt gesproken over de mogelijkheden om op te treden tegen online aangejaagde openbare ordeverstoringen. De gemeente Amsterdam kondigde in mei 2021 aan een onderzoek te doen naar de juridische houdbaarheid van een online gebiedsverbod. Met die aankondiging werd volgens Dijksma gedoeld op het overleg in G4-verband in combinatie met eigen juridische verkenningen naar mogelijke maatregelen.
Grondwet
Met de opgelegde bestuurlijke maatregel wordt de jongen ook niet vooraf beperkt in zijn vrijheid van meningsuiting, zei Dijksma verder. ‘De last onder dwangsom wordt pas verbeurd op het moment dat betrokkene nogmaals oproepen doet die tot doel hebben de openbare orde in Utrecht te verstoren. Dit betekent dat betrokkene zijn mening kan uiten, zoals eenieder vrij is zijn mening te uiten binnen de grenzen van de wet.’ Opruiende berichten vallen daar niet onder. Minister Yeşilgöz wijst er nog op dat het derde lid van artikel 7 van de Grondwet bepaalt dat voor het openbaren van gedachten of gevoelens niemand voorafgaand verlof nodig wegens de inhoud daarvan. ‘Het is niet aan mij om deze concrete maatregel te toetsen tegen die bepalingen.’
Voetbalhooligans
Voor juridische fijnproevers: de bestuurlijke maatregel is gebaseerd op artikel 125, derde lid, van de Gemeentewet en artikel 5:32, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. In dit geval is de jongen een last onder dwangsom opgelegd, omdat hij door uitdagend gedrag aanleiding gaf tot wanordelijkheden (oproepen tot rellen), wat strafbaar is gesteld in artikel 2.2 lid 1 sub g van de Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht 2010. Wat betreft handhaving gaat het bij een online gebiedsverbod niet anders dan bij een fysiek gebiedsverbod. Als de politie zulk gedrag constateert wordt de burgemeester geïnformeerd, waarna die tot inning van de dwangsom kan overgaan. Het opleggen van bestuurlijke maatregelen wegens verstoring van de openbare orde aan personen die niet in de betreffende gemeente wonen komt overigens ook voor bij bijvoorbeeld voetbalhooligans.
Strafrecht
Vooralsnog is het opleggen van een last onder dwangsom om verdere opruiende uitlatingen op social media te voorkomen de enige mogelijkheid die de burgemeester kan inzetten, aldus Dijksma. Tegen de jongen is strafrechtelijk opgetreden, maar het strafrecht kent geen last onder dwangsom. Over de bestuurlijke maatregel zegt Dijksma: ‘Het is een preventieve maatregel die snel effect kan hebben en waarbij per keer dat de APV-bepaling wordt overtreden, kan worden verbeurd. Het is daarom niet logisch de inzet van deze maatregel te laten afhangen van de uiteindelijke uitspraak in een strafzaak.’
Handreiking
Er is maar beperkt ervaring opgedaan door burgemeesters met het handhaven van de openbare orde door inzet van instrumenten in de online omgeving, constateert Yeşilgöz. Om onduidelijkheid weg te nemen over wat gemeenten mogen doen aan online monitoring, werken het ministerie van BZK en haar ministerie eraan om het juridisch kader voor gemeenten inzichtelijk te maken. In de loop van dit jaar zal een handreiking voor gemeenten worden opgesteld, met name over bevoegdheden voor het inzetten van online (sociale media) monitoring in het kader van openbare orde en veiligheid.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.