Utrecht lijnrecht tegenover het rijk
De Utrechtse gemeenteraad ging bij de Raad van State in hoger beroep tegen de vernietiging van een raadsbesluit.
Mag de gemeente Utrecht de vermogensgrens voor het kwijtschelden van de gemeentelijke belasting verhogen? Die vraag stond vandaag centraal in de rechtszaak tussen de Utrechtse gemeenteraad en het rijk. ‘Als de rechter ons meest verstrekkende betoog volgt, kunnen ook andere gemeenten mogelijk meer gaan doen voor inwoners die in een lastige financiële situatie zitten.’
Eind november kwamen de Utrechtse fracties GroenLinks en PvdA met een plan om de vermogensgrens voor het kwijtschelden van de gemeentelijke belasting te verhogen. Utrechters mogen hierdoor meer spaargeld hebben om in aanmerking te komen voor deze kwijtschelding. De vermogensgrens wordt gelijkgetrokken met die van de bijstand.
Eerlijker, duidelijker, makkelijker
De lokale afdelingen van beide partijen willen hiermee inwoners met een laag inkomen financieel verlichten. Volgens GroenLinks-fractievoorzitter Julia Kleinrensink wordt het beleid ‘eerlijker, duidelijker én makkelijker dan het nu is’. De Utrechtse gemeenteraad stemde begin december in met het initiatief.
Inkomensbeleid
Maar het liep anders. Voormalig BZK-minister Hugo de Jonge (CDA) greep in omdat volgens hem het voorstel in strijd is met de landelijke regelgeving omtrent het kwijtschelden van belastingen. Het gaat hier zijns inziens om het voeren van inkomensbeleid, en dat is geen gemeentelijke aangelegenheid. De regering vernietigt het besluit van de Utrechtse raad.
Disproportioneel
Kleinrensink en haar collega-raadslid Rick van der Zweth (PvdA) verzetten zich. Ze vinden de vernietiging van hun initiatiefvoorstel ‘disproportioneel’. De indieners menen dat een dergelijke vernietiging zelden plaatsvindt en er in deze situatie geen mensen worden gedupeerd. De minister stelde dat de gemeente met het verhogen van de vermogensgrens inkomenspolitiek voert, maar volgens de twee linkse politici gaat dit argument niet op. Er zijn immers zo veel regelingen van de gemeente die in essentie hetzelfde werken. Denk aan de Individuele inkomenstoeslag.
Niet innen
De Jonge noemt in zijn besluit ook andere mogelijkheden die als oplossing kunnen dienen. In plaats van het verlenen van kwijtschelding, zou de gemeente kunnen overgaan tot het niet innen van verschuldigde belastingen. Dat is echter ‘ingewikkelder, duurder en minder toegankelijk’, schrijven Kleinrensink en Van der Zweth. Bovendien zou ook dát inkomenspolitiek zijn, terwijl de minister dat juist als reden noemt om het raadsbesluit te vernietigen.
De twee raadleden lieten het er niet bij zitten en besloten de vernietiging aan te vechten bij de Raad van State. In januari werd hun motie om in hoger beroep te gaan aangenomen.
Alternatieven
Tijdens de zitting vandaag aan de Kneuterdijk benadrukten de advocaten van de Kroon opnieuw het standpunt van de regering. Gemeenten mogen lokale belastingen heffen en inwoners kwijtschelding verlenen, maar zij moeten daarbij wel de regels van het rijk volgen. Bovendien, zo zeggen de advocaten, heeft de regering met de gemeenteraad gesproken en hen op diverse alternatieve gewezen. Als bijvoorbeeld de koelkast of wasmachine kapot gaat, kunnen inwoners met een kleine portemonnee beroep doen op de bijzondere bijstand (BB). De raad zou echter al die opties naast zich neer hebben gelegd, menen de advocaten van de Kroon.
Te ruimhartig
Maar volgens Utrecht volstaan die alternatieven niet. Daarbij presenteert het rijk deze aanvullende mogelijkheden te ruimhartig, vindt Ali al Khatib. Hij is advocaat bij Stibbe en staat de Utrechtse gemeenteraad bij. Hij noemt de uitzonderingen waarvoor je géén BB kunt aanvragen, zoals een nieuwe band voor je auto als volgens de APK blijkt dat die toe is aan vervanging.
Landelijke politiek
Dat het Utrecht is te doen om bestaanszekerheid ontkent het rijk niet, maar het is aan de landelijke politiek om daarover een afweging te maken. ‘We kunnen politiek-juridische discussies voeren over waar gemeenten over moeten gaan. Maar feit is dat de gemeente hier niet over gaat’, zegt een van de advocaten van de Kroon.
Rotzooi
Een belangrijke vraag die centraal staat is in hoeverre de vernietiging proportioneel is. Eerder liet hoogleraar Decentrale Overheden Geerten Boogaard al weten dat hij die niet overtuigend vindt. ‘De minister stelt dat de gemeente hierdoor inkomenspolitiek voert, maar heel veel gemeentelijk beleid zou je kunnen typeren als inkomensbeleid. Als er op bovenlokaal niveau een rotzooi ontstaat snap ik zijn keuze, maar dat is niet het geval’, zei Boogaard in januari tegen Binnenlands Bestuur.
Eenheid
De advocaten van de Kroon benadrukken het belang van rechtseenheid. Maar Al Khatib vindt dat dit argument niet opgaat. Hij verwijt de regering een dubbele standaard, verwijzend naar het zogenoemde beschikkingsvrij werken in de gemeente Maassluis. In februari schreef het ministerie van VWS dat deze manier van werken in strijd is met de Algemene wet bestuursrecht. Maar een voordracht tot vernietiging van het raadsbesluit? Zover wilde het kabinet niet gaan. Dit achtte VWS-directeur Marieke Kleiboer ‘niet proportioneel’. ‘Niet iedere strijd met het recht en het algemeen belang is van een zodanig gewicht dat vernietiging gerechtvaardigd is’. Ineens was toen de rechtseenheid niet zo belangrijk, concludeert Al Khatib.
Precaire situatie
Het decentralisatiebeginsel, de bestaanszekerheid van mensen en het belang van de Kroon: het zijn allemaal beginselen die in deze zaak aan de orde komen, zegt Al Khatib. Volgens hem gaat deze zaak over de mogelijkheden die gemeenten hebben om de bestaanszekerheid te waarborgen. ‘Wat als de decentrale overheid ziet dat inwoners financieel door het ijs dreigen te zakken omdat zij onvoldoende spaargeld hebben? Deze uitspraak kan duidelijk maken in hoeverre gemeenten de ruimte hebben om inwoners die in een precaire situatie zitten te ondersteunen.’
Andere gemeenten
Wat een gelijk voor Utrecht betekent voor andere gemeenten, hangt volgens Al Khatib af van de uitkomst. In deze specifieke casus is de inzet van de gemeenteraad: de vernietiging van de Utrechtse verordening ongedaan maken. ‘Als de rechter ons meest verstrekkende betoog volgt – namelijk dat gemeenten meer vrijheid moeten krijgen om kwijt te schelden –, dan kunnen ook andere gemeenten mogelijk meer gaan doen voor inwoners die in een lastige financiële situatie zitten. Wij hebben daarnaast betoogd dat vernietiging in het specifieke geval van Utrecht te ver gaat.’
Binnen zes weken doet de Raad van State uitspraak.
Vermogensgrenzen
Momenteel speelt er een politieke discussie over de ruimte voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. De Tweede Kamerleden Sandra Palmen (NSC) en Mohammed Mohandis (GroenLinks-PvdA) verzochten de regering om de vermogensgrenzen van lokale belastingen gelijk te stellen aan de vermogensgrenzen van de Participatiewet. Deze motie werd door de minister van BZK ontraden. Palmen en Mohandis hebben vervolgens hun motie afgezwakt: de regering zou alleen de Tweede Kamer hoeven te informeren over de wettelijke mogelijkheden en implicaties voor het volledig gelijktrekken van de vermogensgrenzen. Met de strekking van de gewijzigde motie kon het kabinet wel leven.
zie: https://www.hogeraad.nl/over/rechtseenheid/