Nunspeet kan niet om uitspraak rechter heen
De rechtbank Gelderland heeft korte metten gemaakt met het besluit van het college van Nunspeet om een intern memo geheim te houden.
Een intern memo over een omstreden gronddeal van wethouder Jaap Groothuis (SGP) van de gemeente Nunspeet moet openbaar worden gemaakt, vinden drie rechters van de rechtbank Gelderland die zich over de zaak, die door twee inwoners was aangespannen, hebben gebogen.
Onderste steen boven
De twee bewoners van de Veelhorsterweg wilden het memo hebben, omdat ze precies willen weten hoe wethouder Groothuis (ruimtelijke ordening) bij het ontwerpbestemmingsplan Veelhorsterweg 21/23 te werk is gegaan. De wethouder zou ervoor gezorgd hebben dat er een woning mag komen in een weiland aan hun weg in het buitengebied van Nunspeet. Eerder weigerde de gemeente het plan aan te passen, maar door dat toch te regelen zou de wethouder de eigenaar hebben verleid om grond te verkopen, zodat de Bovenweg verbreed kan worden, schrijft het regionale dagblad De Stentor.
Schijn van belangenverstrengeling
De bewoners vinden dat niet zuiver en hebben daarom bij de burgemeester, de cdk en de minister van BZK aangedrongen op een integriteitsonderzoek naar Groothuis. Hun wantrouwen zou extra worden gevoed doordat de wethouder een agrarisch loon- en klusbedrijf heeft waarmee hij in hetzelfde veld actief is. Dat zou de schijn van belangenverstrengeling geven, zeiden ze vorig jaar tegen De Stentor. Het burgerinitiatief Helder Nunspeet bouwt inmiddels aan een zwartboek over de wethouder en riep mensen op zich te melden met vergelijkbare ervaringen met de gemeente.
Zwartboek in de maak
Hans Goes, één van de initiatiefnemers en een van de bewuste bewoners van de Veelhorsterweg, schrok na een oproep van het aantal aanmeldingen. Er hadden zich eind oktober zeker negentien ‘groepen’ mensen gemeld. Na gesprekken met deze groepen worden verslagen gemaakt en deze worden gebundeld in een zwartboek dat wordt aangeboden aan de minister van BZK, de cdk en de burgemeester. Die laatste, Céline Blom, heeft in september vorig jaar op de website van de gemeente uitgebreid gereageerd op het burgerinitiatief.
Ik vind het jammer dat wanneer bezwaarmakers uiteindelijk niet in het gelijk worden gesteld ze vervolgens vinden dat er niet integer door de gemeente is gehandeld en een meldpunt wordt geopend
Personen beschadigd
Daarin stelt ze onder meer de signalen van critici ‘serieus’ te nemen, maar die moeten dan wel concrete zaken benoemen. Bij de projecten die worden genoemd, zijn de noodzakelijke procedures doorlopen, schrijft ze. ‘Ik vind het jammer dat wanneer bezwaarmakers uiteindelijk niet in het gelijk worden gesteld ze vervolgens vinden dat er niet integer door de gemeente is gehandeld en een meldpunt wordt geopend. Dat komt de democratische besluitvorming niet ten goede en beschadigt personen.’
Niet Wob, maar Woo
De zaak van de twee bewoners van de Veelhorsterweg is ook concreet en hierover heeft de rechtbank dus onlangs de uitspraak gepubliceerd. De gemeente komt er niet goed vanaf, want de rechtbank stelt dat het college ten onrechte heeft geweigerd om de memo openbaar te maken. Daarom is het beroep van de bewoners gegrond. Het college stelt dat de memo is opgesteld voor ‘intern beraad’ binnen de gemeente en dat het ‘persoonlijke beleidsopvattingen’ bevat. Daarom zou de memo niet openbaar te hoeven worden gemaakt. Daarbij baseerde het zich op artikel 11 van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Omdat het bestreden besluit van 2 augustus 2022 is, vindt de rechtbank dat deze zaak beoordeeld moet worden op grond van het toepasselijk recht ten tijde van het nemen van het bestreden besluit, namelijk de Wet open overheid (Woo).
Juridisch gevoelige argumenten
De bewoners benoemden dat de Commissie Bezwaarschriften adviseerde om het bezwaar van de eisers ontvankelijk en gegrond te verklaren. ‘Gelet op dit advies moet de memo openbaar worden gemaakt.’ Daarnaast biedt de wet wel degelijk de mogelijkheid om de memo openbaar te maken, desnoods in niet tot personen herleidbare vorm, voerden zij aan. Het college stelt echter dat het memo over de omissies gaat die in het ontwerpbestemmingsplan aanwezig waren en hoe deze kunnen worden hersteld in het vervolg van de bestemmingsplanprocedure. Deze ‘juridisch gevoelige argumenten’ zouden volgens het college niet openbaar moeten worden.
Uit de memorie van toelichting van de Woo volgt dat het niet de bedoeling is dat wordt geweigerd om informatie openbaar te maken om misstanden als zodanig te verbloemen
Reikwijdte ingeperkt
Het college wees erop dat ambtenaren namelijk de mogelijkheid moeten hebben hun opvattingen te uiten en voorstellen te doen ‘zonder dat zij daar achteraf mee worden geconfronteerd’. Het zou ook niet over hoeven te gaan tot openbaarmaking van de memo in ‘niet tot de personen herleidbare vorm’. ‘Het college is niet gedwongen om zichzelf juridisch in de voet te schieten door de memo openbaar te maken.’ De rechtbank oordeelt echter dat niet alleen feiten, maar ook prognoses en (gevolgen van) beleidsalternatieven of andere onderdelen met een overwegend objectief karakter expliciet zijn uitgesloten van het begrip 'persoonlijke beleidsopvattingen', zich daarbij baserend op artikel 5.2 van de Woo. ‘De reikwijdte van dit begrip is dus ingeperkt. Dit volgt ook uit de Kamerbrief van de minister van BZK, waarin staat dat deze uitzonderingsgrond minder ruim zal kunnen worden toegepast.’
Vooral feiten
De rechtbank vindt dat het college onvoldoende heeft gemotiveerd dat de memo in zijn geheel kan worden aangemerkt als een persoonlijke beleidsopvatting. ‘Een groot deel van de memo bestaat namelijk uit feiten die geen persoonlijke beleidsopvattingen zijn, zoals de vaststelling van het feit dat een bepaald onderzoek niet is verricht.’ Dat de wethouder een opvatting heeft over de vraag of het onderzoek wel of niet terecht niet is verricht moet ‘los worden gezien van de feitelijke constatering dat het onderzoek niet is verricht’. Het college moet per alinea beoordelen of sprake is van een persoonlijke beleidsopvatting.
Onvoldoende gemotiveerd
‘Anders dan het college betoogt is de memo opgesteld ten behoeve van formele bestuurlijke besluitvorming, zoals bedoeld in artikel 5.2, derde lid, van de Woo’, vervolgt de rechtbank. De memo is opgesteld in het traject van het ontwerpbestemmingsplan. ‘In dit traject moeten er bestuurlijke keuzes worden gemaakt. De memo vraagt op bepaalde onderdelen ook om een bestuurlijke keuze van de wethouder of het college. Het maken van deze bestuurlijke keuze vloeit voort uit de publieke taak van de wethouder of het college.’ Het college heeft ‘onvoldoende gemotiveerd’ waarom hier het kunnen voeren van intern beraad onevenredig wordt geschaad door het verstrekken van de beleidsopvattingen in de memo in niet tot de personen herleidbare vorm. ‘De stelling dat het college zichzelf niet in de voet hoeft te schieten, is hiervoor volstrekt onvoldoende.’ Uit de memorie van toelichting van de Woo volgt dat het ‘niet de bedoeling is dat wordt geweigerd om informatie openbaar te maken om misstanden als zodanig te verbloemen’, vult de rechtbank fijntjes aan
Er zijn veel andere betrokken burgers die niet de kennis, energie of middelen hebben om voor hun zaak op te komen
Gehele openbaarmaking
Verder heeft de wethouder op de zitting bevestigd dat hij eerder heeft gezegd dat er niks bijzonders in de memo staat en dat hij nog steeds achter die uitlating staat. De schrijver van het memo was aanwezig bij de rechtszitting en heeft daar toegelicht ‘dat hij ook in de toekomst zijn visie over een bepaald onderwerp op papier zou zetten, ondanks dat de kans bestaat dat zijn visie openbaar wordt gemaakt in niet tot de personen herleidbare vorm’. Al met al had het college het memo openbaar moeten maken. De rechtbank draagt het college op de memo in zijn geheel openbaar te maken nadat zes weken zijn verstreken na de verzending van de uitspraak.
Onder het tapijt vegen
In De Stentor zeggen de bewoners blij te zijn met de uitspraak en deze ook te willen gebruiken in de zaak die bij de Raad van State loopt, waarin zij de wijziging van het bestemmingsplan die de woningbouw aan het weiland mogelijk maakt, willen aanvechten. Ook in deze zaak weigerde de gemeente om de memo te verstrekken, omdat het ‘persoonlijke beleidsopvattingen’ bevat in het kader van ‘intern beraad’. Volgens de gemeente Nunspeet zou memo het een ‘schoolvoorbeeld’ daarvan zijn, schrijft de krant. In een brief aan de burgemeester en de gemeenteraad schrijven de twee bewoners dat ‘het achterhouden en/of selectief verstrekken van informatie om onjuist handelen van de gemeente Nunspeet onder het tapijt te vegen (zoals de rechter ter zitting opmerkte)’ niet mag en met de uitspraak is gecorrigeerd.
Serieuze verbetering nodig
Ze noemen het ‘betreurenswaardig’ dat het college en de raad het zover hebben laten komen ‘te meer omdat dit in meer kwesties is gebeurd en tot nu toe nog niet gecorrigeerd is’. ‘Er zijn veel andere betrokken burgers die niet de kennis, energie of middelen hebben om voor hun zaak op te komen. Terwijl u als college en raad daar misbruik van maakt door het aan te laten komen op de juridische route.’ Om herhaling te voorkomen ‘roepen wij u daarom op uw controlerende taak als raad en uw verantwoordelijkheden als college serieus te verbeteren’. Tot slot stellen de bewoners dat er volgens de burgemeester ‘onderzoek is uitgevoerd naar het functioneren van de wethouder RO op basis waarvan gesteld wordt dat er niets aan de hand is’. 'Echter, de feitelijke onderbouwing van het onderzoek en de uitkomsten ontbreekt, ook na een Woo-verzoek.’
Dat is nu net het probleem in Nunspeet: daar hebben ze het voor elkaar gekregen dat de héle raad in het college is vertegenwoordigd. Met als resultaat dat de raad de facto hun controlerende taak niet goed uit kunnen voeren, omdat ze met handen en voeten aan het college zijn gebonden. Er is ook geen enkele oppositie meer die kritisch kan zijn. In feit is Nunspeet daarmee een soort gesloten dictatuur geworden. Dat bewoners naar de rechter stappen is noodzakelijk omdat er geen volksvertegenwoordiging meer is die kritische vragen kan of mag stellen...
Het Nunspeetse gemeentebestuur zou er goed aan doen om een einde te maken aan deze situatie en weer een gezonde dualiteit tussen Raad en College terug te brengen, in plaats van het gesloten bestuurlijke ons-kent-ons cultuurtje.