In de war met de dagen
Gemeenten, uitkeringsinstantie UWV, Belastingdienst, CAK (Centraal Administratiekantoor), SVB (Sociale Verzekeringsbank), maar ook bijvoorbeeld uitzendbureaus, allemaal hebben ze hun eigen periodes voor het verrekenen van bedragen en het uitbetalen van lonen, toeslagen en uitkeringen. Niet zelden raken burgers hierdoor verstrikt, of komen ze in problemen.
Overheidsinstellingen hanteren afwijkende kalenders en periodes voor het verrekenen van bedragen en het uitbetalen van toeslagen en uitkeringen. Burgers raken er niet zelden door in de problemen.
Hoe de tijd wordt ingedeeld, is maar wat je met elkaar afspreekt. De Chinese jaartelling en een Mayakalender spreken wellicht tot de verbeelding, maar wereldwijd houden we ons toch liever aan de gregoriaanse kalender: eenduidig 365 dagen in twaalf maanden, en vooruit, af en toe een schrikkeljaar. Eenduidigheid is echter ver te zoeken als het gaat om de verschillende ‘kalenders’ die overheids- en uitkeringsinstellingen gebruiken.
Gemeenten, uitkeringsinstantie UWV, Belastingdienst, CAK (Centraal Administratiekantoor), SVB (Sociale Verzekeringsbank), maar ook bijvoorbeeld uitzendbureaus, allemaal hebben ze hun eigen periodes voor het verrekenen van bedragen en het uitbetalen van lonen, toeslagen en uitkeringen. Niet zelden raken burgers hierdoor verstrikt, of komen ze in problemen.
De wirwar ontstaat vooral voor wie met meerdere instellingen te maken heeft. Periodes sluiten in veel gevallen niet op elkaar aan, of overlappen elkaar. Op verantwoordingsdatums beschikken mensen nog niet over de benodigde gegevens, of er zijn verschillende begin- Overheidsinstellingen hanteren afwijkende kalenders en periodes voor het verrekenen van bedragen en het uitbetalen van toeslagen en uitkeringen. Burgers raken er niet zelden door in de problemen. en einddatums. Een vergissing is snel gemaakt, ook trouwens door de instanties die de berekeningen uitvoeren. Het gevolg is telkens nieuwe calculaties, die steeds moeilijker te doorgronden zijn. Soms wordt een uitkering opgeschort, of wordt er te weinig betaald omdat gegevens later binnenkomen. Dit met financiële consequenties voor de burger.
Hobbel
Harmen de Wind uit Sneek heeft een bijstandsuitkering en werkt parttime. De verrekening van zijn inkomen met de bijstand noemt hij ‘dramatisch’. De Wind: ‘Dat heeft veel te maken met de termijnen waarmee wordt gerekend. Daarmee kun je onmogelijk aan je verplichtingen voldoen. Op de dag dat de gemeente mijn inkomensgegevens over de lopende maand wil hebben, is mijn loonstrookje nog niet binnen. Ik moet een schatting doorgeven. De gemeente moet verschillende keren een berekening maken en het duurt langer voordat we het juiste bedrag binnen hebben.’
Nog een hobbel die moet worden genomen, is het brutoloon dat zijn echtgenote krijgt als parttime oppas. ‘Met brutobedragen kan de gemeente niet omgaan. Steevast wordt er te veel geld van onze uitkering ingehouden. Laatst vroeg de gemeente om haar loonstrookje. We moesten het binnen één week inleveren. Maar ze heeft helemaal geen loonstrookje. Ze krijgt achteraf, op de eerste dag van de maand betaald. Ik ben gaan bellen en gelukkig is de gemeente nu akkoord met een bankafschrift. Onderwijl moeten we niet vergeten geld opzij te zetten, omdat op het einde van het jaar de belastingdienst met ons wil afrekenen’, zegt hij.
De verantwoording pas versturen wanneer alles compleet is, is volgens hem ‘vragen om moeilijkheden’. De Wind: ‘Gemeenten houden vast aan hun datum. Wie te laat of onjuiste gegevens inlevert, riskeert een sanctie.’ Die kan een boete zijn van 150 euro. De vinger aan de pols houden dus. Het stoort hem dat hij de uitgekeerde bedragen niet kan controleren. ‘Ik kom er niet uit’, zegt hij. ‘Mede door de verschillende termijnen kan ik geen relatie leggen tussen de berekeningen van de Sociale Dienst en de inkomsten die ik heb opgegeven. Meermalen heb ik gevraagd om het uit te leggen. Ik krijg schriftelijke reacties, maar tot nu toe lukt het niet om iemand van de gemeente hierover te spreken.’
Súdwest-Fryslân, de gemeente waaronder Sneek valt, laat weten het termijnenprobleem te herkennen. ‘We zien dat die datums soms lastig zijn voor burgers’, zegt de woordvoerder, ‘en we willen het in samenspraak met de cliëntenraad verbeteren, maar het ei van Columbus hebben we nog niet gevonden. De berekeningen worden al snel nóg ingewikkelder, ook doordat er dan rente moet worden berekend.’
Weekstrookjes
De meeste lonen worden per maand betaald, maar wie via een uitzendbureau werkt, krijgt doorgaans wekelijks zijn geld. Bij Adecco bijvoorbeeld is maandag de opgave van gewerkte uren, de betaling volgt op donderdag. Geen probleem zou je denken, behalve voor mensen met een bijstandsuitkering, en dan vooral voor hen die op flexibele basis werken. De weekstrookjes van het uitzendbureau sluiten op geen enkele manier aan op de maandsystematiek van de Sociale Dienst. Een maand is immers langer dan vier weken, en begint of eindigt meestal ergens in een week. De uitkeringsgerechtigde moet na de opgavedatum vaak zijn laatste week nog verantwoorden. Een deel daarvan hoort bij de afgelopen periode, de rest schuift door naar de volgende maand.
Waar de Sociale Dienst per maand rekent, gaat het UWV uit van termijnen van vier weken voor de WW. Deze cyclus begint met de eerste betaling. Daarom is de betaaldatum voor iedereen anders en komt de uitkering niet op een vaste dag.
Bart van Dieren, ook uit Sneek, vindt dit een onlogische regelmaat. Hij krijgt WW en werkt voor twee werkgevers op een nul-urencontract. Van Dieren: ‘Elke vier weken geef ik de uren door. Dit jaar was dat op dinsdag 13 januari, op dinsdag 10 februari en zo verder. Doordat ik tussendoor werk, ben ik de verantwoordingsdatum een keer vergeten.
Het UWV heeft me er telefonisch aan herinnerd, met een waarschuwing. De volgende keer kan ik een sanctie krijgen.’ Opgave per de eerste van de maand lijkt Bart van Dieren handiger: ‘Dat zit meer in ons systeem.’ Het UWV betaalt de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, zoals WIA en Wajong overigens wel maandelijks. Wie met de Ziektewet te maken heeft, krijgt elke week zijn uitkering.
Dertien periodes
Kalenderperikelen zijn er ook in de wereld van het persoonsgebonden budget (PGB). Het CAK, dat de eigen bijdragen van de budgethouders berekent en int, gaat uit van dertien periodes in een jaar, elk van vier weken. Dit is, zegt de woordvoerster van het CAK, bij wet bepaald. Ze bevestigt dat het CAK er regelmatig vragen over krijgt. Dat is niet verwonderlijk. De eerste vierwekentermijn begon dit jaar op 29 december, de tweede op 26 januari. De laatste periode (13), die loopt vanaf 30 november, telt bij uitzondering vijf weken. Daar komt vast verwarring over. Hoeveel zorg kan de budgethouder dan inkopen? Dat hangt van de betreffende gemeente af, laat het CAK weten, namelijk of die de zorg per week of per vier weken heeft bepaald. De eigen bijdrage blijft in periode 13 gelijk. De keuze voor dertien periodes per jaar is volgens de woordvoerster eveneens bij wet bepaald.
Het omgaan met één ‘kalender’ is nog te overzien, maar het blijft puzzelen als er meerdere bij elkaar komen. Neem Fred*, die een WW-uitkering heeft en acht uur per vier weken in de huishouding werkt voor iemand met een persoonsgebonden budget, pgb. Dit gebeurt op flexibele tijden, in samenspraak met de pgb-houder. Samen zorgen ze ervoor dat de acht uren binnen de CAK-periode vallen.
Voor Freds urenopgave bij het UWV gelden echter vier andere weken dan voor het CAK. Enkele dagen later moet hij zijn sollicitatieactiviteiten in de afgelopen vier weken opgeven via de website werk.nl. Ook dit zijn andere begin- en einddatums. En dan is er nog de SVB die hem op maandbasis betaalt voor zijn gewerkte uren. Die verwacht dat Fred zijn facturen per maand indient.
‘Als budgethouder, maar ook als zorgverlener raak je snel de kluts kwijt’, zegt Janny Hoeflak uit Rheden. Vanuit de Wmo heeft ze een PGB voor drie uur huishoudelijke zorg per week. Ze vertelt: ‘Mijn hulp heeft een paar flexibele banen en een bijstandsuitkering. Ze krijgt bij mij 15 euro per uur, een bedrag dat door de gemeente is bepaald. Per vier weken is dat dus 180 euro. Echter de SVB betaalt per maand. Hoe lossen we dat op? Gelukkig heb ik met de SVB kunnen afspreken dat ze standaard 195 euro per maand kan factureren, namelijk dertien periodes van 180 euro, gedeeld door twaalf maanden. Maar als je een wisselende pgb-inzet hebt, kan dit niet.’
Hoeflak: ‘Iedereen wil en moet zijn administratie zelf in de gaten houden en verantwoorden, maar dat lukt niet goed en medewerkers die je ernaar vraagt, kunnen het vaak niet uitleggen. De meeste mensen gaan er maar van uit dat het klopt wat er berekend wordt. Maar dat is toch niet wat we willen. Mijn hulp kwam in de problemen toen er een fout ingeslopen was. Ze had dat helemaal niet gemerkt. De overheid is nu iets coulanter met strafmaatregelen, maar dat je een fout gemaakt hebt, blijft aan je kleven.’
Maandberekening
Hoeveel zou het zijn als alle instellingen dezelfde periodes gaan gebruiken? Volgens Hoeflak zou dat een grote vooruitgang betekenen. ‘Maanden zijn echt het handigst’, vindt ze. ‘Salarissen, huur, toeslagen, WIA, noem maar op, al veel is naar maanden teruggeleid en gemiddeld. Dat moet voor het CAK en de gemeenten toch ook te doen zijn? Gewoon het jaar door twaalf delen in plaats van door dertien.’
Maandberekeningen zijn inderdaad veel beter, vindt ook Harmen de Wind. ‘Iedereen is daarop ingesteld. Nu zijn er veel verrekeningen en dat geeft een hoop rompslomp. Doe alles per maand. Wanneer we ook besluiten om de inkomsten in de volgende maand te verrekenen, zijn we echt een stap verder. Dan heb je niet meer het probleem dat je de gegevens niet op tijd kunt aanleveren. Minder fouten, minder frustraties, minder sancties. Wat wil je nog meer?’
Inmiddels zijn er al gemeenten die hierop overstappen. Zo meldt Den Bosch op zijn website achteraf te betalen om bedragen in één keer goed te kunnen berekenen. (*Fred is een psedoniem)
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.