Advertentie
financiën / Nieuws

Ruim helft slapende rekenkamers wakker geschud

Een aantal kleine gemeenten vindt dat de kosten voor het instellen van een rekenkamer niet zouden opwegen tegen de opbrengsten.

13 september 2023
rekenkamer-shutterstock-626643254.jpg

Naar schatting 300 van de 344 gemeenten moeten aan de bak om hun lokale rekenkamer aan de nieuwe Wet versterking decentrale rekenkamers te laten voldoen. Er zijn nog twintig gemeenten zonder actieve rekenkamer.

Beleidsadviseur Economische Zaken

Gemeente Heemstede
Beleidsadviseur Economische Zaken

Relatiemanager Regio Zuid-Holland en Zeeland

JS Consultancy
Relatiemanager Regio Zuid-Holland en Zeeland

Projectgroep

Dat schrijft burgemeester Raymond Vlecken (Weert) als voorzitter van de projectgroep lokale rekenkamers van het ministerie van Binnenlandse Zaken.

Slapend

Op 1 januari 2023 is de Wet versterking decentrale rekenkamers in werking getreden. Was 2023 nog een overgangsjaar, met ingang van 1 januari komend jaar moeten alle decentrale overheden – gemeenten, provincies en waterschappen – een onafhankelijke rekenkamer hebben opgetuigd. Wat ook mogelijk is, dat ze een gemeenschappelijke rekenkamer gaan voeren met één of meer overheden. Aanvankelijk was de aanname dat de wetswijziging gevolgen zou hebben voor naar schatting zo’n tachtig gemeenten waar raadsleden nog deel uitmaken van de rekenkamercommissie of waar sprake was van een zogeheten slapende rekenkamer.

Zes jaar

Vlecken stelt echter in het jaarverslag van de projectgroep lokale rekenkamers dat de wet consequenties heeft voor veel meer gemeenten. ‘In alle gemeenten dienen de structuur en de eventuele verordening afgestemd te worden op de nieuwe wet. Onder meer betekent dit dat in alle gemeenten rekenkamerleden voor een termijn van zes jaar moeten worden (her)benoemd. Ook gemeenten die de rekenkamer volgens het directeursmodel hebben ingericht en een onderzoeks- of adviesbureau hebben ingeschakeld om de rekenkamer vorm en inhoud te geven, moeten bezien of deze inrichting voldoende in lijn is met de bepalingen van de wet’, schrijft hij. In totaal, zo is de verwachting van Binnenlandse Zaken, heeft de wet direct gevolgen voor ongeveer 300 van de 344 gemeenten.

Ten onrechte

Uit het jaarverslag van Vlecken blijkt verder dat er lang niet zo veel gemeenten met geen of slapende rekenkamers zijn dan eerder aangenomen. Hij stelt dat het er ongeveer twintig zijn die niet aan de wettelijke verplichting voldoen en geen 58 zoals uit een eerdere inventarisatie van Binnenlandse Zaken bleek. Veel van die 58 gemeenten hebben intussen al een rekenkamer of rekenkamercommissie, maar maken daarvan bijvoorbeeld geen melding op hun website. Andere rekenkamers waren wel gestart, maar hadden nog geen onderzoeken afgerond en werden waardoor ze ‘ten onrechte als slapend zijn getypeerd.’ De rekenkamerloze gemeenten zijn door de projectgroep nogmaals benaderd voor een adviesgesprek.

Kosten

Daarbij gaat het in de meeste gevallen om gemeenten met minder dan 20.000 inwoners. In verschillende gemeenten waar geen sprake is van een actieve rekenkamer, wordt volgens Vlecken door vertegenwoordigers van die gemeenten gesteld ‘dat de kosten voor het instellen van een rekenkamer niet zouden opwegen tegen de opbrengsten.’ In gemeenten die zich oriënteren op een start of herinrichting van hun rekenkamerfunctie bestaan er ook twijfels of er wel voldoende geschikte personen te interesseren zijn voor de bemensing van de rekenkamer.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Hielco Wiersma
Conclusie: vooral de Gemeenten zonder bestuurskracht komen boven drijven.
Advertentie