Waterschappen passen voorstel waterheffingen aan

De Unie van Waterschappen gaat het voorstel voor nieuwe waterheffingen aanpassen. Dat is het gevolg van een ‘uitgebreide, open en vruchtbare beeldvormende discussie’ tussen het uniebestuur en de 21 waterschappen, afgelopen vrijdag.

Vervuiler betaalt

Afgelopen juni presenteerde de unie een nieuw stelsel van waterheffingen. Daarbij is het uitgangspunt dat vervuilers en bedrijven die bovengemiddeld van de inzet van de waterschappen profiteren ook meer voor die diensten gaan betalen. Via dergelijke economische prikkels hoopt de Unie van Waterschappen het waterbewustzijn in Nederland op te krikken. Het nieuwe stelsel spruit voort uit een advies van de Commissie Aanpassing Belastingstelsel (CAB).

Onaccceptabel
Enkele partijen die zich in de toekomst met hogere heffingen geconfronteerd zien, trokken al van leer tegen het nieuwe stelsel. De Vereniging van Bos- en Natuureigenaren (VBNE) noemde het voorstel eerder ‘onacceptabel’. Natuurorganisaties die tot nu toe amper voor het schone water in de door hen beheerde gebieden betaalden, zien de heffingen met een factor vijf of zes stijgen. De in de LTO verenigde agrarische ondernemers willen eerst beter uitgezocht hebben wat de overgang naar een gebiedsmodel betekent voor de uiteindelijke kostentoedeling.

Pas in 2022
Het bestuur van de Unie van Waterschappen komt binnen twee weken met een aangepast voorstel, waarover de individuele waterschappen zich vervolgens weer zullen buigen. Op de ledenvergadering van eind december moet het nieuwe systeem van heffingen worden vastgesteld. Daarna moeten het kabinet,  de Tweede en Eerste Kamer en de Raad van State er nog over besluiten. Invoering van het nieuwe stelsel wordt niet eerder dan 2022 voorzien.