'Gemeenten krijgen te weinig geld voor referendum'

De organisatie van een landelijk, raadplegend referendum is een nieuwe taak voor gemeenten. Wat betreft de organisatie zal het van gemeenten evenveel inspanning vergen als de organisatie van Tweede Kamerverkiezingen. Het Rijk stelt echter voor het organiseren van referenda veel minder geld beschikbaar.

Voldoende tijd
Het referendum over de associatieovereenkomst met Oekraïne wordt gehouden op woensdag 6 april 2016, zo heeft de referendumcommissie besloten. De reden dat er een redelijk late datum is gekozen is omdat er dan voldoende tijd is voor een publiek debat over het onderwerp en om gemeenten ruimschoots de tijd te geven om zich op het referendum voor te bereiden.

Minder dan de helft
De tijd is het probleem dan ook niet voor gemeenten. Het geld wel. Voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2012 trok het Rijk 42,2 miljoen euro uit. Voor het eerste nationaal raadplegend referendum, over het associatieverdrag tussen de EU en Oekraïne, trekt het ministerie van BZK slechts 20 miljoen euro uit. Minder dan de helft, maar voor dezelfde hoeveelheid werk, meent de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).

Toegankelijkheid in geding
De VNG vreest dat gemeenten veel minder stemlokalen kunnen inrichten. Kiezers zullen verder moeten reizen en de kans bestaat dat er wachtlijsten voor kieslokalen ontstaan. Op die manier komt volgens de gemeentekoepel de toegankelijkheid van referenda in het gedrang.