Advertentie
financiën / Nieuws

Vermogen kan gemeenten duur komen te staan

Ruim bemiddelde provincies kunnen met fors minder geld van het rijk toe. Vermogende gemeenten kunnen weleens de volgende slachtoffers zijn van een herordening van de financiële verhoudingen.

27 maart 2009

De Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) bracht vorige week een ingrijpend advies uit aan staatssecretaris Bijleveld van Binnenlandse Zaken. Provincies, zo luidt de conclusie, kunnen met bijna zeshonderd miljoen euro per jaar minder toe. Waar het op neerkomt, is dat provincies in de loop der tijd veel meer taken zijn gaan doen dan strikt genomen noodzakelijk.

 

Ze hebben die ruimte vooral genomen, omdat ze steeds meer inkomsten kregen uit de opcenten op de motorrijtuigenbelasting en vooral aan rente en dividend uit hun vermogen. Zo’n tien jaar geleden ontvingen de provincies gezamenlijk 34 miljoen euro aan dividend uit aandelen nutsbedrijven en overheidsbanken; in 2007 blijken die inkomsten te zijn opgelopen tot 434 miljoen structureel. Daarbij komt nog dat de interprovinciale verschillen in inkomsten uit vermogen dusdanig groot zijn dat de provincies nu niet over dezelfde mogelijkheden beschikken om hun beleid te bekostigen.

 

Het in de Financiële Verhoudingswet vastgelegde uitgangspunt is immers dat provincies - en gemeenten! - ‘gegeven kostenverschillen door objectieve oorzaken bij een gelijke belastingdruk een gelijkwaardig voorzieningenniveau kunnen realiseren’.

 

De Raad doet het voorstel om bij de bepaling van het bedrag dat elke provincie uit het provinciefonds ontvangt, voortaan rekening te houden met de grote verschillen in inkomsten die provincies uit hun vermogen - vooral aandelenbezit van nutsbedrijven - behalen.

 

Per provincie heeft de adviesraad een vermogensrendement berekend dat als basis voor de verevening kan dienen. Het maakt daarbij niet uit of de provincie de aandelen al heeft verkocht, nog steeds in bezit heeft of ze nog gaat verkopen. Dat rendement is bepaald op basis van het gemiddelde rendement op staatsobligaties in de afgelopen tien jaar. De Raad wil negentig procent van dit rendement verevenen via de verdeling van de algemene uitkering uit het provinciefonds. De verevening kost Noord- Brabant en Gelderland respectievelijk 105 en 101 miljoen euro per jaar.

 

Zo’n ingreep is volgens de Raad billijk omdat het inmiddels zo lang geleden is dat de nutsbedrijven zijn opgericht dat het bezit van aandelen niet als een verdienste van de huidige generatie bestuurders - of hun beleid - kan worden gezien. De uitzonderlijke stijging van de opbrengst per aandeel kan evenmin zo worden gezien; die is vooral het gevolg van de liberalisering van de energiemarkt.

 

Een min of meer vergelijkbare redenering geldt volgens de Rfv voor het bezit van aandelen in de overheidsbanken - Bank Nederlandse Gemeenten en de Nederlandse Waterschapsbank. Voor de zomer komt het kabinet met een reactie op het advies. Hoewel gemeenten grosso modo veel minder (nuts)aandelen bezitten dan provincies, bestaan ook tussen gemeenten grote verschillen in inkomsten uit vermogen. Zo bezit Amsterdam bijna tien procent van de aandelen Nuon.

 

Tussen de regels door beveelt de Rfv aan ook bij gemeenten tot een verevening over te gaan. Staatssecretaris Bijleveld zegt in een reactie geen aanleiding te zien voor een herziening van de geldstroom richting gemeenten. Deze bewindsvrouw wil geen oorlog op twee fronten. Een andere goede reden verschil te maken tussen de bekostiging van de provincies en gemeenten is er niet. De Financiële Verhoudingswet biedt althans geen enkel handvat.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie