Rijk moet sturing rond nationale luchthaven Schiphol aan regio laten
Dat stelt de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in het advies Sturen op Samenhang, Governance in de metropolitane regio Schiphol/Amsterdam.
De sturing van de ruimtelijk-economische ontwikkeling van Schiphol is een taak voor de regio. Hoewel met de groei van de luchthaven nationale belangen zijn gediend, moet het rijk een stap terug doen.
Dat stelt de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in het advies Sturen op Samenhang, Governance in de metropolitane regio Schiphol/Amsterdam. Het is een omslag in denken over verantwoordelijkheden, zegt raadslid van de Rli en opsteller van het advies, Pieter Hooimeijer. ‘Dat het rijk een belang heeft, wil niet zeggen dat het rijk alles naar zich toe moet trekken. Het betekent niet dat het rijk er in totaliteit over gaat.’
Het rijk is immers niet de enige met belang bij een bloeiende internationale luchthaven. Schiphol zorgt door het grote aantal zakelijke vliegbestemmingen voor een concentratie van internationale bedrijvigheid in de regio. Een zakenman kan vanaf de Zuidas zaken doen met Brazilië, China, Singapore. Dat geeft de regio Schiphol een geweldig voordeel en daardoor een concentratie van internationale bedrijvigheid, schetst Hooimeijer.
De regio heeft daarmee volgens hem zelfs een betere positie dan bijvoorbeeld Brussel. ‘Maar dat nationale profijt is evengoed een regionaal profijt, kijk naar de werkgelegenheid en de bereikbaarheid van de regio.’ Bovendien heeft groei van Schiphol direct consequenties voor de leefbaarheid in omliggende gemeenten. ‘Schiphol heeft de verantwoordelijkheid om er met de regio uit te komen en kan zich niet langer verschuilen achter een uitspraak van de Tweede Kamer over een x-aantal vliegbewegingen.’
Wegverkeer
Op nationaal niveau zou het helemaal niet meer over vliegbewegingen moeten gaan, stelt de Rli. Het rijk moet niet de groei van Schiphol centraal stellen, maar de kwaliteit van Schiphol als netwerk in het internationale vliegverkeer. De regio kan vervolgens met oplossingen komen om die kwaliteit te verbeteren, zegt Hooimeijer. ‘Schiphol kan groeien zonder de hinder te laten toenemen, bijvoorbeeld door vakantievluchten te verplaatsen naar Lelystad, zoals het kabinet heeft geopperd. Of door het verbeteren van de bereikbaarheid. Gezondheidsrisico’s rond Schiphol hebben niet alleen met vliegverkeer, maar vooral ook met wegverkeer te maken. Het rijk moet aangeven wat er gedaan moet worden, niet hoe. Het is aan de regio om daar voorstellen voor in te dienen die voor hen uitvoerbaar zijn.’
De ‘regio’ is voor de Rli overigens geen eenduidig begrip, omdat bij elk onderwerp de grenzen van regio’s anders kunnen worden getrokken. Dat betekent ook dat bij ieder probleem andere partners aan tafel zitten. Governance, het oplossen van problemen via samenwerking tussen publieke en private partijen, is daarvoor een betere sturingsmethode dan het traditionele besturen door de overheid (government), licht Hooijmeijer toe.
Draagvlak
‘Government beperkt zich tot het Huis van Thorbecke; rijk, provincies en gemeenten’, zegt Hooijmeijer. ‘In die traditionele bestuursvorm overleggen overheden vooral met elkaar en produceren uitkomsten die burgers en bedrijven raken. Bij het moderne governance vindt overleg plaats tussen veel meer partijen. Publiek-private samenwerking betekent in gezamenlijkheid voorbereiden, beslissen en uitvoeren.’ De bekende decentralisatie-mantra ‘je gaat erover of je gaat er niet over’ is dan onbruikbaar. Zo eenvoudig zit de wereld niet in elkaar, stelt Hooimeijer. Als een verantwoordelijkheid bij de ene partij is belegd, wil dat niet zeggen dat andere partijen er helemaal niets mee te maken hebben.
Governance vraagt om vertrouwen en vooraf afspraken maken over hoe je met elkaar omgaat en hoe je problemen oplost, stelt Hooimeijer. ‘Als je praat over een tweede Kaagbaan, betekent dat een aanvliegroute over Leiden. Dan ben je verplicht om Leiden bij dat overleg te betrekken. Dat maakt het overleg niet ingewikkelder, integendeel; samenwerking biedt betere garanties voor optimale uitkomsten en meer draagvlak.’
Hiërarchie
De Rli maakte het advies op verzoek van staatssecretaris Mansveld (Infrastructuur en Milieu, PvdA). Zij wilde weten hoe het rijk de ruimtelijk-economische ontwikkeling van Schiphol kan sturen, welke sturingsvorm (governance) daaraan is te geven en of er een hiërarchie is te onderscheiden in de vele belangen van het rijk, de provincies, gemeenten en bedrijven die met Schiphol te maken hebben.
Een hiërarchie van belangen is niet te bepalen, stelt de Rli in het advies. Hooimeijer: ‘Je kunt niet zeggen dat nationaal belang voor lokaal belang gaat. Zorgen voor een goede leefomgeving is evenzeer van nationaal belang als de groei van Schiphol.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.