Uitputting gemeentekas Pijnacker-Nootdorp dreigt

De gemeenteraad van Pijnacker-Nootdorp stuurt te weinig op het gebruik van de financiële reserves van de gemeente. De noodzaak om dat te doen ontbrak jarenlang, met name doordat de gemeente zo goed in de slappe was zit.

Buffer

Dat blijkt uit onderzoek van de rekenkamer Pijnacker-Nootdorp. De ruime buffer waarover de gemeente beschikte, was het gevolg van de verkoop van Eneco-aandelen in 2020. Die verkoop leverde de gemeente ruim 85 miljoen euro op. Die extra reserve gebruikte de gemeente tot nu toe grotendeels om de jaarlijkse kosten te dekken van investeringen. Dat gebeurde onder meer voor onderwijshuisvesting: de bouw van scholen.

Geen afspraken

Het aanwenden van de Eneco-reserves voor dergelijke doelen, had als voordeel dat er extra ruimte was in de begroting voor andere doeleinden. Dat ging om zo’n 1,7 miljoen euro per jaar. De onderzoekers maken in hun rapport ook duidelijk dat dat de gemeenteraad vooraf geen afspraken heeft gemaakt waarvoor de Eneco-reserves voor mochten worden gebruikt.

Visie nodig

De rekenkamer stelt op basis van het onderzoek dat de reserves op lange termijn onvoldoende zijn om de financiële risico’s op te vangen die de gemeente loopt. Zo zullen nieuwe investeringen nodig zijn. De ruimte daarvoor is volgens de onderzoekers echter niet oneindig. Naar het zich laat aanzien zou de gemeente daar vanaf 2031 niet genoeg reserves meer voor hebben. De rekenkamer beveelt daarom aan een langetermijnvisie te ontwikkelen wat betreft gebruik en besteding van de reserve-middelen.