15 miljoen subsidie voor restauraties gaat door

Vier provincies ontvangen in totaal bijna 15 miljoen euro subsidie voor de renovatie van een aantal monumenten. Veruit het grootste deel, 10 miljoen euro, gaat op aan de renovatie van het Aquarium Artis in Amsterdam. Oorspronkelijk was de voorwaarde voor het verkrijgen van de subsidie dat de provincie eenzelfde bedrag zelf in zou leggen. Dat heeft staatssecretaris Uslu laten varen, zo meldt zij aan de Kamer.

Matchen niet haalbaar

Noord-Holland bijvoorbeeld, legt zelf maar 3 miljoen euro in voor de renovatie van het aquarium. Zo valt te lezen op de website van de provincie. Dat is een groot verschil ten opzichte van de oorspronkelijke opzet van het subsidiepotje. ‘De provincies hebben aangegeven dat het voor hen niet haalbaar is om nog in het kalenderjaar 2023 de volledige 15 miljoen euro te matchen’, zo schrijft Uslu aan de kamer. ‘Daarom heb ik besloten om, eenmalig, ook de bijdrage van gemeenten mee te laten tellen.’ Die betalen namelijk ook mee aan de restauratieprojecten.

Verdeling

De provincies Flevoland, Noord-Brabant en Overijssel krijgen alle drie een bedrag tussen de 1,1- en 1,9 miljoen euro. Dit voor renovatie van respectievelijk de Poldertoren in Emmeloord, Fort Sabina en de botenloods in Willemstad en de Bovenkerk in Kampen. Inclusief de bijdrage van provincies en gemeenten komt hiermee in totaal 28,4 miljoen euro incidentele subsidie beschikbaar voor urgente restauraties van grote monumenten. Het restant van de 15 miljoen euro subsidie, ter hoogte van ruim 7,5 ton, wordt toegevoegd aan de Restauratiefondsplus-hypotheek van het Nationaal Restauratiefonds.

Topje van de ijsberg

In de gesprekken over de verdeling van de middelen is volgens Uslu door de provincies meermaals aangegeven dat de vier gevallen waar het rijk nu subsidie voor geeft slechts ‘het topje van de ijsberg’ zijn. Voor de komende jaren verwachten zij een omvangrijkere restauratieopgave. Een onderzoek uit 2020 schat de totale restauratieopgave op een bedrag van 850 miljoen. Begin 2024 komt het kabinet met nieuwe onderzoeksresultaten. Tegelijkertijd wordt onderzocht of de subsidiëring in de toekomst nog wel via de provincies moet lopen.