Advertentie
financiën / Column

Van ruilen komt huilen

Gemeenten en provincies zijn renteverplichtingen aangegaan met banken. Dat blijkt nu veel geld te kosten.

02 september 2022

Ongeveer twintig jaar geleden begonnen de gemeenten en provincies renteverplichtingen te ruilen met banken. Ze hebben dan eerder geld geleend tegen een variabele rente.

Als ze verwachten dat de rente gaat stijgen, ruilen ze hun plicht om een variabele rente te betalen tegen een plicht om een vaste, elk jaar dezelfde rente te betalen. Zo verdwijnt voor de gemeenten en provincies het risico op een rentestijging.

Het gaat om heel veel geld. In 2003 was het maar 2 miljoen euro. In 2004 ging het al om 100 miljoen euro. Tot en met 2013 hebben de gemeenten en provincies renteruilafspraken gemaakt voor meer dan 2 miljard euro aan leningen. Daarna verbood het rijk nieuwe renteruilafspraken, zodat het bedrag door aflossingen van de leningen langzaam afloopt. Eind 2020 lopen er renteruilafspraken voor 1,2 miljard euro aan leningen.

Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft nu uitgerekend hoeveel die renteruilafspraken hebben bespaard voor de gemeenten en provincies. Hoeveel rente hoefden de gemeenten en provincies minder te betalen door die renteruil? Wel, de uitkomst is verschrikkelijk. De afspraken hebben namelijk heel veel geld gekost… De eerste jaren speelden de gemeenten en provincies nog ongeveer quitte. Maar vanaf 2009 lopen de kosten snel op, omdat de rente daalde en niet steeg. In 2009 kostte de renteruil 19 miljoen euro, in 2010 26 miljoen euro, in 2011 29 miljoen euro.

En daarna 60 tot 70 miljoen euro – per jaar. Pas sinds 2020 lopen de kosten iets terug, maar ze zijn nog altijd 48 miljoen euro. In totaal hebben de gemeenten en provincies van 2002 tot en met 2020 maar liefst 643 miljoen euro meer rente moeten betalen door de renteruil.

Niet zoeken naar zondebokken

Het is te gemakkelijk om met wijsheid achteraf te zeggen dat de renteruil onverstandig was voor de gemeenten en provincies. Ze verwachtten destijds immers dat de rente zou stijgen, en wilden het risico op extra rentekosten niet lopen.

Maar een goede evaluatie van de 643 miljoen euro verlies is hard nodig. Ik doe hierbij de suggestie om dat collectief te doen, en niet per gemeente of provincie afzonderlijk. Dan wordt niet naar zondebokken gezocht, maar naar systeemfouten. En vooral: dan kunnen álle gemeenten en provincies hier wijze lessen uit trekken. Ze hebben het leergeld immers al betaald.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie