Provincies strijden om miljarden
Provincies als Noord-Brabant, Limburg en Overijssel loopt het water in de mond bij de gedachte aan de verkoop van hun energie-aandelen. Provincies die dergelijke belangen niet hebben, zoals Flevoland, zien het knarsetandend aan.
Flevoland misgunt geen enkele collegaprovincie de enorme waardestijging die de aandelen in energiebedrijven in de loop van tientallen jaren hebben doorgemaakt. Zegt Gedeputeerde Harry Dijksma. Maar er is één probleempje: tientallen jaren geleden bestond Flevoland nog niet. ‘En toen we 23 jaar geleden ontstonden, hielden de andere provincies onze participatie in energiebedrijven bewust tegen. Wij mochten geen aandelen hebben.’
Flevoland is niet de enige provincie met een nadelige uitgangspositie. Ook Zuid-Holland zit mager in de energieaandelen. Dat komt door de aanwezigheid van twee grote steden en een goed georganiseerde tuindersbranche in het Westland. Zij trokken de aandelen lang geleden naar zich toe, voor Zuid-Holland bleef niet veel over.
Drenthe heeft het probleem dat het ten tijde van de elektrificatie van Nederland, in de jaren twintig van de vorige eeuw, tot de meest achtergebleven gebieden behoorde. Turfstekers woonden er in plaggenhutten, ze waren nog helemaal niet toe aan stroom. Voor de wat beter gesitueerde Drent werd energie aangevoerd uit Groningen en Overijssel. En zo zijn de verhoudingen altijd gebleven.
Overige eigen middelen
De essentie van de discussie over de financiële reserves waarover de gelukkige provincies kunnen beschikken, is dat hun comfortabele positie niet het resultaat is van goed of slecht beleid. Ze is het resultaat van een historisch goede uitgangspositie en van de reusachtige ontwikkeling die de energiemarkt heeft doorgemaakt.
Is dat eerlijk? Momenteel buigt de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) zich over deze vraag. Gekeken wordt of het Provinciefonds zorgt voor een eerlijke verdeling van rijksmiddelen (jaarlijks zo’n 1,3 miljard euro) over de diverse provincies. In de huidige verdeelsystematiek weegt vermogen niet mee en in een aangepaste systematiek zal dat waarschijnlijk ook niet het geval zijn. Wel gaat de huidige verdeling ervan uit dat alle provincies 11,3 procent van hun uitgaven kunnen bekostigen uit zogeheten ‘overige eigen middelen’ (OEM). Zo’n 8 procentpunten van deze inkomsten uit OEM bestaat uit rente op liquide middelen of dividend op aandelen.
De verkoop van aandelen maakt voor de opbrengst uit OEM in principe niet zo gek veel uit. Noord-Brabant, Overijssel en Limburg strijken weliswaar miljarden op, maar de rente die ze op deze reserve krijgen, ligt grosso modo gelijk aan de dividendinkomsten die ze zonder verkoop jaarlijks krijgen. Voor Noord-Brabant bijvoorbeeld, liggen ze beide op zo’n 100 miljoen euro. De uitspraken van Jan Franssen, voorzitter van het Interprovinciaal Overleg, over een mogelijke ‘ beslaglegging’ van de minister van Financiën op een deel van de provinciekassen, waren daarom nogal vreemd. In plaats van nieuwe inkomsten uit rente op vermogen te zetten tegenover gederfde inkomsten uit dividend, zei hij dat over veertig procent van de verkoopopbrengst wat hem betreft te onderhandelen valt tussen rijk en provincies.
Grote verschillen
De Rfv gaat onder meer onderzoeken of alle provincies inderdaad in staat zijn om evenveel inkomsten uit OEM te genereren. Gerber van Nijendaal, plaatsvervangend secretaris van de Rfv, weet dat er op dit punt grote verschillen zijn tussen provincies. ‘Daar kun je in de verdeling van het Provinciefonds niet omheen’, zegt hij. Met welke aanbevelingen de Rfv gaat komen, is nog niet bekend, maar de kans lijkt groot dat de raad aanbeveelt om de capaciteit die provincies hebben om overige eigen middelen te genereren te verevenen. De consequentie zou zijn dat niet alle provincies voor 11,3 procent worden geacht de eigen broek op te houden, maar dat dit percentage per provincie gaat verschillen. Met andere woorden: rijkere provincies gaan betalen voor de arme(re).
Dijksma van Flevoland is daar een hartgrondige voorstander van. ‘Waar menig andere provincie tussen de 30 en 40 procent van de inkomsten haalt uit OEM, kunnen wij dat voor niet meer dan 5 à 6 procent. Er is dus sprake van een enorme scheefgroei en dat is onrechtvaardig.’ Dijksma wijst erop dat Flevoland ontstond om de problemen van Noord-Holland en Utrecht op te lossen. ‘Maar de bruidsschat die daarbij hoort, hebben we nooit gekregen. Iedereen is Warmtekrachtkoppelingscentrale van Nuon in Amsterdam Foto > Joost van den Broek/H.H. het erover eens dat Flevoland meer moet krijgen. Maar over de vraag wie dat dan moet betalen, verschillen de meningen. Er zijn niet zoveel provincies die vrijwillig de vinger opsteken om te zeggen dat zij met minder toe kunnen
Rollend geld
Zolang provincies de opbrengst van verkochte aandelen op hun bankrekening laten staan en alleen de rente inzetten voor uitvoering van beleid, maakt hun financiële positie niet veel verschil met de situatie zonder verkoop. Dan ontvangen ze jaarlijks ongeveer een even groot bedrag aan dividend. De vraag is echter of provincies die discipline kunnen opbrengen. De geschiedenis wijst uit dat dit moeilijk is. De provincie Utrecht hield het enkele jaren vol om van de opbrengst uit de verkoop van aandelen Remu en UNA in 2003 af te blijven. Maar al in 2006 veranderden de meningen. Het huidige college van Gedeputeerde Staten vindt dat geld moet rollen en geeft van de 580 miljoen euro in kas het grootste deel nu en de komende jaren uit.
Minister Bos van Financiën waarschuwde jubelende provincies vorige week op zijn weblog. Hij wil niet dat ze de verkoopopbrengsten op deze manier aanwenden. Als provincies er slechter voor komen te staan doordat ze hun geld erdoor jagen, dan hoeven ze niet op zijn steun te rekenen, waarschuwde Bos. Gerber van Nijendaal van de Rfv begrijpt Bos’ waarschuwing, maar vindt dat het rijk zelf ook boter op het hoofd heeft. ‘We weten dat provincies heel veel rijksprojecten cofinancieren, op terreinen als landbouw, ruimtelijke ordening, milieu en verkeer. De departementen weten de weg naar “die schatrijke provincies” goed te vinden en lokken zo onverantwoorde uitgaven uit. Als Bos het meent, dan moet hij zijn collega-ministers ook aanspreken.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.