Regio’s vrezen dat ‘hun’ EU-fondsen overwaaien naar Den Haag
Een gecentraliseerde opzet zou betekenen dat nationale regeringen straks beslissen over welke projecten worden ingediend in Brussel.
EU-fondsen als ESF+ en EFRO vloeien vanaf 2028 mogelijk niet langer rechtstreeks naar de regio’s maar lopen dan via de nationale lidstaten. Voorzitter Sharon Dijksma van gemeentekoepel VNG maakt zich grote zorgen over die dreigende centralisatie van het cohesiebeleid.
Lokaal maatwerk
Nu regelen regio’s de aanvraag en de projecten van de zogeheten cohesiefondsen, waaronder het Europees Sociaal Fonds (ESF+) en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Brussel praat over momenteel over verandering van het beleid dat tussen 2021 en 2027 392 miljard euro naar de regio’s brengt. Nederlandse regio’s ontvangen circa 1,4 miljard daarvan. De Europese Commissie bereidt momenteel een nieuwe periode van het cohesiebeleid voor, over de jaren 2028-2035. Meer focus, meer lokaal maatwerk, meer efficiency en minder administratieve lasten, zo is het streven.
Bureaucratie
Niemand kan tegen meer efficiëncy en minder bureaucratie zijn. Zo ook Sharon Dijksma, voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, niet. Daarnaar streven is volgens haar ‘een goed idee.’ Maar er schuilt een adder onder het gras. Meer efficiency gaat mogelijk gepaard met een gecentraliseerde opzet, wat zou betekenen dat nationale regeringen beslissen over welke projecten worden ingediend in Brussel. Aanbevelingen in het 9th Report on Economic Social and Territorial Cohesion, waarin het huidige cohesiebeleid wordt geëvalueerd, duiden namelijk op sterkere centralisatie van dat beleid in de toekomst. ‘En meer centralisatie zou de toegang van regionale economieën, overheden en bedrijven, tot Europese middelen bemoeilijken’, waarschuwt Dijksma. ‘Als dat het wordt dan kies je echt de verkeerde afslag en gooi je het kind met het badwater weg’, aldus haar boodschap aan verantwoordelijk Eurocommissaris voor cohesiebeleid, Elisa Ferreira, en aan ministers, collega-bestuurders en leden van het Europees Parlement.
Blinde instrumenten
Het Comité van de Regio’s, het adviesorgaan voor lokale en regionale overheden in de EU, is evenmin gerust op wat komen gaat. Het cohesiebeleid efficiënter en effectiever is oké, maar het moet beslist niet worden vervangen ‘door nieuwe territoriaal blinde instrumenten zoals de herstel- en veerkrachtfaciliteit’, aldus het Comité. De manier waarop die coronaherstelgelden – een pot van circa 700 miljard euro EU-geld – een bestemming werd gegeven is het grote schrikbeeld. Weliswaar stond in de Brusselse voorwaarden dat voor lidstaten de verplichting gold om daarover met gemeenten en regio´s te overleggen, maar meer dan een warme aanbeveling was dat niet. Gevolg was dat vrijwel in heel Europa gemeenten en regio’s bij het opstellen van de herstelplannen werden genegeerd. In ons land konden provincies en gemeenten de plannen alleen inzien, maar van raadpleging was geen sprake.
Eigenheid regio’s
Dijksma vreest dat door een centralisatie van de cohesiefondsen de eigenheid van regio’s verdwijnt. Ze wijst er op dat Letland, waar veel wegen nog van gravel zijn, en dorpen bij slecht weer zijn geïsoleerd, een andere opgave heeft dan Nederland. ‘In ons land gaat het om andere vraagstukken, zoals de verduurzaming van mobiliteit. Zo maakt Utrecht al jaren een punt van toegang tot fietsers en voetgangers in de stad, en duurzaam openbaar vervoer. Als Den Haag of Riga over die fondsen gaan beslissen worden ze benut voor nationale prioriteiten en dreigt de lokale stempel en de lokale eigenheid uit de aanvragen te verdwijnen’, voorziet Dijksma.
Er stroomt overigens nog heel wat water door de Zenne in Brussel voordat het cohesiebeleid wordt aangepast: op zijn vroegst volgend voorjaar worden de concrete voorstellen voor beleid en fondsen gepresenteerd.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.