Het regent miljarden

Er is economische groei, dus er valt weer wat te verdelen. Waaraan de partijen de extra miljarden willen uitgeven, is te lezen in Keuzes in Kaart, het rapport van het Centraal Planbureau (CPB) waarin de financieel-economische effecten van verkiezingsprogramma’s zijn doorgerekend. Waar de een prioriteit geeft aan de zorg, besteedt de ander de overgeschoten miljarden liever aan economische impulsen.

Ook maatschappelijke organisaties en belangengroeperingen laten zich niet onbetuigd. Het grote claimen is begonnen. De NS laat weten een paar miljard extra nodig te hebben, wil heel Nederland niet vastlopen in een groot verkeersinfarct. Nu de Russen weer als vanouds aan de poorten van Europa rammelen, kan ook Defensie er wel een miljardje of twee à drie bij gebruiken. De politie wil een miljard, de onderwijsbond 6 miljard. De grote steden denken wel 35 miljard nodig te hebben voor het verbeteren van de bereikbaarheid van de Randstad en de bouw van duurzame huizen. 

Maar wat is er precies te verdelen? Een overschot? Nee, nog lang niet. Het CPB becijfert dat, als het huidige beleid wordt voortgezet en geen extra financiële verplichtingen worden aangegaan, de mogelijk bestaat dat er in 2021 een zeer krap begrotingsoverschot wordt bereikt.

Intussen bedraagt de overheidsschuld nog altijd een slordige 470 miljard euro, ruim 28.000 euro per inwoner. De schuld loopt ook in 2017 nog verder op. Ik ben geen econoom, maar ik krijg er toch een ongemakkelijk gevoel bij wanneer ik alle miljardenclaims voorbij zie komen. Het is alsof de bomen weer tot in de hemel groeien en de economische crisis niet meer dan een mythische fabel uit een ver en grijs verleden is.

Mensen die diep in de schulden zitten, komen daar zonder hulp vaak moeilijk weer uit. Ze geven geld uit zodra ze het ontvangen, kijken niet meer om naar rekeningen en aanmaningen en doen onverantwoorde aankopen. Gelukkig zijn er goede schuldhulpverleners die hen een uitweg bieden. Misschien is het niet onverstandig bij de formatie ook een schuldhulpverlener aan tafel te laten zitten.