Minder gemeenten heffen hondenbelasting
Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van de gemeentelijke begrotingen voor 2018. Vanaf 2015 dalen de opbrengsten uit hondenbelasting. Begrootten gemeenten in 2015 nog 65 miljoen euro aan hondenbelasting, in 2018 is dat gedaald naar 58 miljoen euro.
Gemeenten verwachten dit jaar 58 miljoen euro aan hondenbelasting te innen. Dat is 4,6 procent minder dan de 61 miljoen euro die voor 2017 werd begroot.
Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van de gemeentelijke begrotingen voor 2018. Vanaf 2015 dalen de opbrengsten uit hondenbelasting. Begrootten gemeenten in 2015 nog 65 miljoen euro aan hondenbelasting, in 2018 is dat gedaald naar 58 miljoen euro.
De opbrengsten uit hondenbelasting dalen, onder meer omdat een groot aantal gemeenten de hondenbelasting niet meer int. Amsterdam en Rotterdam zijn daarmee gestopt, maar ook veel andere gemeenten innen geen hondenbelasting meer. In 2008 werd nog in 323 van de 443 gemeenten hondenbelasting geheven, in 2018 nog maar in 239 van de 380 gemeenten.
Stedelijke gebieden
Hondenbelasting wordt vaker geheven in stedelijke gebieden. Ook met de afschaffing van de hondenbelasting in Amsterdam en Rotterdam blijft dat vooralsnog zo. Het percentage gemeenten dat hondenbelasting heft, ligt in de (zeer) sterk stedelijke gemeenten met 81 procent duidelijk boven dat in niet-stedelijke gemeenten (41 procent).
Noordelijke provincies
Gemeenten in de noordelijke provincies heffen minder vaak hondenbelasting dan elders. In Drenthe betalen alleen hondenbezitters uit de gemeente Noordenveld hondenbelasting. Daarentegen heffen in Zeeland alle 13 gemeenten hondenbelasting. Ook in de provincie Utrecht is de hondenbelasting nog een vaak gebruikt belastinginstrument en heffen 23 van de 26 gemeenten deze belasting.
Poepzakjes
De opbrengst van de hondenbelasting behoort tot de algemene middelen van de gemeente. De opbrengst hoeft dus niet te worden gebruikt voor hondenvoorzieningen (uitlaatvelden, gratis hondenpoepzakjes en prullenbakken) , al doen sommige gemeenten dat wel.
Ik zie werkelijk niet in waarom mensen met een hond meer moeten bijdragen aan de Algemene dekkingsmiddelen van de gemeenten dan mensen zonder hond maar wel met andere dieren.
De opbrengst is vrij besteedbaar voor de gemeente en er is geen enkele relatie tussen overlast door honden en de opbrengst. Overlast door honden (lees: hun baasjes) moet je handhaven en niet legaliseren met een belasting. We praten dus over pure discriminatie.
Als we het normaal vinden dat mensen met een hond meer algemene belasting moeten betalen dan is de weg vrij om het ook normaal te vinden dat mensen met rood haar meer moeten bijdragen aan de algemene middelen van de gemeente.