Nog één horde voor binnenharken EU-herstelgelden

Nederland verwacht nog dit jaar toezeggingen voor geld voor de nationale invulling van het Europees herstelplan om de economie van de coronapandemie te laten genezen. De Europese Commissie heeft het Nederlands plan waarmee ons land 4,7 miljard ontvangt uit Brussel goedgekeurd.

Nu moet de ECOFIN-Raad, waarin de ministers van financiën van de EU zitten, het plan binnen een maand accorderen. Naar verwachting gebeurt dat op 4 oktober. Daaruit volgt een voorstel voor een zogeheten uitvoeringsbesluit van de Raad. Dat bevat de formele goedkeuring van het plan, de juridisch bindende mijlpalen en doelstellingen en de daaraan gekoppelde bedragen. Dat moet snel want op 31 december 2022 is de deadline voor de Europese Commissie om 70 procent van alle middelen te hebben gecommitteerd aan lidstaten, zegt het ministerie van Financiën.

800 miljard

Het Europees fonds bestaat uit bijna 800 miljard euro, waarvan de helft giften en de helft leningen. Voor de leningen haalt de Europese Commissie nog steeds geld op, op de kapitaalmarkten: onlangs is er weer 12 miljard euro opgehaald. Dat geld kunnen lidstaten ook inzetten om de economische gevolgen van Rusland´s oorlog tegen Oekraïne te dempen.

Groene maatregelen

Het ministerie van Financiën gaat ervan uit het plan door de ECOFIN-Raad in orde wordt bevonden. Na de goedkeuring van het Nederlandse plan begint de implementatiefase. De betrokken departementen treffen volgens Financiën op dit moment voorbereidende maatregelen om de verantwoording van de herstelmaatregelen in de context van Europese rapportage-eisen in goede banen te leiden. Het geld wordt in Nederland besteed aan onder meer investeringen in groene maatregelen en maatregelen betreffende digitalisering. Met het geld worden in feite enkel prioriteiten uit het coalitieakkoord gefinancierd.

Laatste

Nederland heeft lang getalmd met inleveren van het herstelplan. Ons land is het laatste dat een herstelplan heeft ingeleverd van de 27 EU-lidstaten. Want het kabinet Rutte III vond het meer iets voor een volgend kabinet, dat Rutte IV is geworden.