Er gaat niets onder Groningen
De economie in de provincie Groningen is in het tweede kwartaal van 2023 met 13 procent gekrompen ten opzichte van een jaar eerder.
De economie in de provincie Groningen is in het tweede kwartaal van 2023 met 13 procent gekrompen ten opzichte van een jaar eerder. De afbouw van de gaswinning zorgde voor deze forse krimp, exclusief de delfstoffenwinning was de economie in Groningen even groot als een jaar geleden. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe voorlopige cijfers.*
Van megakrimp tot mini-groei
De forse krimp van de economie in Groningen (-13 procent) in het tweede kwartaal van 2023 ten opzichte van datzelfde kwartaal vorig jaar wijkt af van het beeld in de rest van het land. Tussen de overige provincies zijn de verschillen namelijk beperkt. In Zeeland, Overijssel en Limburg kromp de economie met circa 1 procent. In Fryslân, Flevoland, Noord-Holland, Noord-Brabant en Utrecht groeide de economie nog licht (1 procent).
Gas maakt het grote verschil
Door naar kleinere regio’s te kijken worden verschillen in economische groei binnen de provincies zichtbaar. In de meeste regio’s kromp of groeide de economie licht (tussen -1 en +1 procent). In een beperkt aantal regio’s was sprake van aanzienlijke krimp. De afbouw van de gaswinning en de hoge energieprijzen spelen daarbij een belangrijke rol. De regio Overig Groningen kende de sterkste krimp met 15 procent. In deze regio bevinden zich de meeste gaswinningslocaties. De afbouw van de gaswinning leidt ertoe dat de economie van deze regio flink kleiner wordt. Als we de gaswinning buiten beschouwing laten, groeide de economie in Overig Groningen met circa 1 procent. In Delfzijl en omgeving kromp de economie met 4 procent. Dat kwam voornamelijk doordat de industrie in die regio veel last heeft van de hoge energieprijzen.
Zeeland en Noord-Holland
In Zeeland kromp de economie met circa 1 procent. Die krimp werd veroorzaakt doordat de industrie in Zeeuws-Vlaanderen minder produceerde. Al langere tijd heeft de industrie last van de hoge energieprijzen. Daardoor kromp de economie in Zeeuws-Vlaanderen met maar liefst 7 procent. In Overig Zeeland was van krimp geen sprake, de economie groeide daar met ongeveer 1 procent. Ook in Noord-Holland waren er aanzienlijke verschillen tussen de regio’s. In IJmond had de industrie te kampen met de hoge energieprijzen, wat zorgde voor een krimp van 6 procent. Daarentegen groeide de economie van Haarlemmermeer met 2 procent, door het verdere herstel van de luchtvaart na de coronaperiode. In de overige regio’s in Noord- Holland lag het percentage tussen de -1 en +1.
Brabant en Zuid-Holland
In Noord-Brabant was het beeld wisselend. De economie van West-Brabant werd kleiner (-2 procent), door krimp van de industrie en handel, vervoer en opslag. In Zuidoost-Noord-Brabant en Overig Noordoost-Noord-Brabant zorgde de industrie juist voor groei in het tweede kwartaal. Het type industrie in deze regio’s is minder gevoelig voor hoge energieprijzen. De economie van Zuid-Holland bleef in omvang gelijk, maar dat gold niet voor alle regio’s binnen de provincie. In de regio rondom Den Haag zorgde vooral de groei van de overheid ervoor dat de economie 2 procent groter werd. In Rijnmond was juist sprake van lichte krimp, doordat het volume van handel en vervoer daalde. Ook in Delft en Westland kromp de economie licht, in deze regio had met name de tuinbouw veel last van de hoge energieprijzen.
*De cijfers uit dit onderzoek zijn afgerond op hele procenten, vanwege de mate van onzekerheid
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.