Nieuwe WOZ-methode ‘vooral voor transparantie’
De invoering van een nieuwe WOZ-waarderingsmethode leidt tot vragen en bezwaren, maar volgens de Waarderingskamer is het 'vooral bedoeld om de taxatie transparanter en beter controleerbaar te maken’. Vanaf dit jaar gebeurt de waardering niet meer op basis van inhoud (m3 of kubieke meter) maar oppervlak (m2 of vierkante meter). 250 van de 352 gemeenten moeten de overstap maken en de rest is al over.
De invoering van een nieuwe WOZ-waarderingsmethode leidt tot vragen en bezwaren, maar volgens de Waarderingskamer is het 'vooral bedoeld om de taxatie transparanter en beter controleerbaar te maken’. Vanaf dit jaar gebeurt de waardering niet meer op basis van inhoud (m3 of kubieke meter) maar oppervlak (m2 of vierkante meter). 250 van de 352 gemeenten moeten de overstap maken en de rest is al over.
Funda
De gebruiksoppervlakte sluit volgens de Waarderingskamer meer aan op ‘de taal van de woningmarkt’, bijvoorbeeld omdat Funda ook woningen op basis van oppervlak aanbiedt. De oude methode zou niet nauwkeurig genoeg zijn. De geleidelijke overgang van gemeenten van inhoud naar oppervlak duurde vijf jaar.
Hoger of lager
‘Bij aandacht voor de WOZ-taxaties in de media komt veelal ook de zorg naar boven dat veranderingen bij de WOZ-taxaties wel zullen leiden tot hogere WOZ-waarden en een hogere belastingdruk’, maar daar gaat het dus niet om, benadrukt de Waarderingskamer. Hoofd inspectie Ivo Lechner zei wel tegen Nu.nl dat de WOZ-waardes ‘hoger of lager’ kunnen uitvallen. 'Bij gemeenten die al over zijn naar het nieuwe systeem, bleven de gevolgen beperkt.'
Goed communiceren
In sommige gemeenten die de overgang al hebben gemaakt, leidde het tot extra vragen en bezwaren. Maar volgens de Waarderingskamer is 'bij veel andere gemeenten is het voor de eerste keer bekend maken van WOZ-waarden op basis van de gebruiksoppervlakte heel soepel verlopen. Goed communiceren over deze overgang (systeemwijziging) en goede kwaliteit van de gegevens zijn daarbij zeker van belang.’
Die opmerkingen van de Waarderingskamer zijn hypocriet. De Waarderingskamer controleert helemaal niet op nauwkeurigheid. Ook de Waarderingskamer kent de juiste waarde niet. De Waarderingskamer controleert op haar eigen regeltjes, op cosmetics en op het tijdig klaar hebben van de taxaties, want het geld moet wel binnenkomen.
Om de taxaties controleerbaar te maken, zal de echte grondslag verstrekt dienen te worden (art. 40 wet WOZ). Die echte grondslag is:
(1) het rapport met de resultaten van de marktanalyses, dat voorheen verplicht openbaar was. Die plicht is door de wetgever in 2003 afgeschaft op aangeven van de Waarderingskamer;
(2) Alle waardebepalende kenmerken van de woning, inclusief KOUDV- en liggingsfactoren, bijzondere kenmerken, waardedrukkende factoren, overrules en de redenen voor toepassing van overrules. De wetgever, de Waarderingskamer en gemeenten zorgden voor inperking van die gegevens, zelfs die van de eigen woning, door misbruik te maken van het argument privacybescherming (ECLI:NL:RVS:2019:247).
(3) de formule, waarmee de WOZ-waarde bepaald is. Bij een ingewikkeld rekenmodel zou net als bij de motorrijtuigenbelasting eventueel een module op de website gezet kunnen worden, waar men de kenmerken van een woning in zou kunnen zetten om de waarde na te rekenen. Er zijn slechts halfslachtige testen geweest.
Die grondslag kreeg ik in 1993 wel van de gemeente zonder, dat ik er voor naar de rechter hoefde te stappen. De wet WOZ zou dat nog beter maken, maar in plaats daarvan zorgden de wetgever, de Waarderingskamer en de VNG voor duisternis. Als zoethoudertje verzon de Waarderingskamer het nietszeggende en misleidende taxatieverslag. De WOZ-rechtspraak werd wijs gemaakt, dat het taxatieverslag de grondslag is, maar dat is het niet, heeft na vele jaren eindelijk ook de Hoge Raad begrepen (ECLI:NL:HR:2018:1316). Toch proberen de Waarderingskamer en de VNG en ook rechters daar nog steeds onderuit te komen. Om het wat populairder te zeggen: woningeigenaren hebben recht op het bonnetje van de eigen supermarkt (de waarderingsapplicatie van de gemeente) en niet het bonnetje van een of andere supermarkt (het taxatieverslag of taxatierapport van een extern taxateur), waar de boodschappen helemaal niet gedaan zijn. De vrije bewijsleer is een goed recht, maar dan wel om recht te doen, niet om te misleiden.
Bij de taxaties op volumebasis hadden gemeenten een groot probleem. De bruto volumes in de verkoopbrochures verschilden vaak van de bruto volumes, die gemeenten gebruikten voor hun waarderingen. Beide zouden gemeten moeten zijn volgens NEN 2580, maar verschilden vaak aanzienlijk van elkaar met name bij vrijstaande woningen. De koopsom hoort bij het volume van de verkoopinfo, niet bij het volume van de gemeente, die niemand kent. Uiteindelijk heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden dat erkend (ECLI:NL:ARL:2021:9184 en ECLI:NL:ARL:2021:9185) na dat in eerdere WOZ-zaken weggewuifd te hebben.
Met de overgang naar woon- of gebruiksoppervlak is dat probleem niet direct opgelost. Mogelijk zelfs vergroot, want ook de BAG heeft een gebruiksoppervlak geregistreerd staan, officieel eveneens gemeten volgens NEN 2580. Bij verschillen met de marktinformatie zal de gemeente de koopsom er voor moeten corrigeren op een inzichtelijke manier. Doen ze dat niet dan zijn hun taxaties niet volgens de wet WOZ en hebben ze alleen al daarom juridisch een probleem.
De Waarderingskamer zou op de eerste plaats moeten ophouden met het koesteren van onbetrouwbare waarderingsapplicaties en zou de leugens uit haar Vraagbakens en de foute instructies in haar beoordelingsprotocol woningen eens moeten verwijderen. Met een geschikte statistische waarderingsapplicatie kunnen de waarden van alle deelelementen wel op significantie getoetst worden in tegenspraak met de Vraagbaak Waardebepaling en ook met foute vaste jurisprudentie. Dan zou ook de WOZ-rechtspraak misschien ook eens eerlijk gemaakt kunnen worden.