Advertentie
financiën / Column

Eerlijk zullen we alles delen

Columnist Jan Verhagen @gemeentefonds legt nog maar eens uit wat de bedoeling is van eerlijk delen.

04 december 2015

Rond 5 december geven de grote mensen cadeautjes aan elkaar, ‘surprise’ noemen we dat. De gedachte daarachter, ik leg het even uit, is dat je even veel cadeautjes krijgt als dat je geeft. Eerlijk zullen we alles delen, suikergoed en marsepein.

Ik legde het toch maar uit want niet alle lezers zijn even goed in eerlijk delen. O zeker, de burgemeesters, wethouders, gemeenteraadsleden en gemeenteambtenaren wel. Als een gemeentelijk bedrijf winst maakt, dan deelt die gemeente vanaf volgend jaar die winst eerlijk met het rijk. Via de vennootschaps­belasting krijgt het rijk namelijk een vierde deel van de winst. Dat delen gaat niet helemaal van harte, en dat snap ik wel.

De ministers, staatssecretarissen, Kamerleden en rijksambtenaren hebben immers een andere opvatting van ‘eerlijk delen’. Als een rijksbedrijf winst maakt, dan geeft het rijk níét een deel daarvan aan de gemeenten. Integendeel! Als een rijksbedrijf winst maakt, dan legt het rijk een extra korting op aan de gemeenten. Want het rijk redeneert: “als wij van het rijk met onze bedrijven winst kunnen maken, dan moeten jullie van de gemeenten met jullie bedrijven dat ook kunnen, en dus hebben jullie minder uit het gemeentefonds nodig.”

En een ander voorbeeld: Als het rijk een boete int, bijvoorbeeld van iemand die een verkeersovertreding maakt, of van een autofabrikant die sjoemelt met zijn software, dan deelt het rijk de boeteopbrengst niet met de gemeenten. Integendeel! De gemeenten moeten dan een opslag op die boete betalen van bijna een vierde deel van dat boetebedrag, dat is namelijk een onderdeel van de afspraken over de jaarlijkse groei en krimp van het gemeentefonds. Zo moesten de gemeenten 35 miljoen euro opslag betalen op de boete voor steekpenningen van SBM Offshore, en14 miljoen euro opslag op de boete van de Rabobank voor het manipuleren van de rente. Alsof de gemeenten zelf sjoemelden.

Als dus een wethouder als surprise vier cadeautjes krijgt, dan eist de minister er één daarvan op, als vennootschapsbelasting. Als een minister vier cadeautjes krijgt, dan eist hij van de wethouder nóg een cadeautje, zoals afgesproken bij het gemeentefonds. Van de acht cadeautjes van de surpriseavond wil de minister er dus zes hebben en blijven er twee over voor de wethouder. Eerlijk zullen we alles delen?

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie