Naiëf of dapper?
Het debat over verzelfstandiging van overheidsonderdelen is vrijwel verstomd. De minister van Financiën heeft ook weinig ambities, blijkt uit een vorige week verschenen evaluatie van het agentschapmodel.
Er staan geen echte voorstellen voor een nieuwe impuls in. Jammer, want juist in tijden van budgettaire schaarste biedt verzelfstandiging meer kansen.
Meer dan 11 miljard bedragen de kosten van de ruim veertig rijksagentschappen. Zo’n 60 duizend ambtenaren voeren dagelijks rijksbeleid uit, zoals de aanleg en beheer van wegen en waterkeringen, toelating van vreemdelingen, gebouwenbeheer, detentie. Omdat vrijwel iedere euro die ze besteden belastinggeld is, zien ministeries en parlement nauwlettend toe op de doelmatigheid en de geleverde kwaliteit. Privatisering is daarom niet direct logisch. Aan de andere kant: een beetje ruimte om de bedrijfsvoering naar het beste eigen inzicht in te richten is ook wel weer voorstelbaar.
Tussen politiek en praktijk wordt zo al bijna 20 jaar geworsteld. Onderzoekers vinden keer op keer ‘aanwijzingen’ dat de vrijheid van agentschapen bijdraagt aan doelmatigheid, maar nooit is ondubbelzinnig aangetoond dat zij betere resultaten leveren tegen minder geld. Er is gaandeweg een consensus ontstaan dat agentschappen er mogen zijn, maar dat het ambivalent is of ze aantoonbaar doelmatigheid opleveren.
De evaluatie en beleidsvoornemens die minister De Jager nu bekend maakt over het wel en wee van het agentschapmodel hebben dan ook weinig om het lijf. De meeste voorstellen gaan over de verbetering van de interne sturing binnen ministeries. Voor het parlement doen die weinig ter zake, het is gewoon een intern departementaal onderwerp.
Er is maar één echt interessant, of liever opmerkelijk voorstel. Dat is dat ‘de politiek (bedoeld zal zijn het parlement, maar wat een rare manier van zeggen!) de interne verzelfstandiging moet respecteren’. De Jager doet kortom ‘een appel aan het parlement om agentschappen voldoende ruimte te geven voor autonomie in de bedrijfsvoering’.
Wat dapper. Of naïef? Zou het parlement heus bereid zijn om zich niet meer uit te spreken over de door agentschappen ingehuurde hoeveelheid consultants en hun dagtarieven? Zou ons parlement niets meer mogen vinden over de topsalarissen of ontslagvergoedingen? Zou ons parlement zich niet meer mogen ‘bemoeien’ met de vestigingsplaats van agentschappen, de besteding van het financiële resultaat, het aantal ambtenaren op de loonlijst?
Volgens de theorie die ten grondslag ligt aan agentschapvorming zou dat inderdaad niet de bedoeling zijn. Maar mijn gevoel voor realiteit zegt me dat dit niet zal gebeuren en het parlement zich wel zal blijven uitspreken over de bedrijfsvoering van de helft van de rijksorganisatie. Interne verzelfstandiging: het blijft een contradictio in terminus?
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.