Handhaven zonder schade
Het dagelijks bestuur van stadsdeel Amsterdam-Noord móét optreden tegen een winkelier met een persoonlijke gedoogverklaring. Zelfs al ondervinden andere winkeliers geen schade van diens supermarktje.
Amsterdam-Noord probeert bedrijven naar het stadsdeel te trekken ‘door een goed ondernemingsklimaat te creëren’. In 2007 mag de heer Demirbas* een winkel openen onder in een flatgebouw aan de Lucien Gaudinstraat. ‘Banne Market’ is een kleine supermarkt met een beperkt assortiment.
In de volksmond heet dat een avondwinkel. Maar formeel is daarvan volgens de gemeente geen sprake omdat de openings- en sluitingstijden in overeenstemming zijn met de Winkeltijdenwet. Hoe het ook zij - de winkeliers in het tweehonderd meter verderop gelegen winkelcentrum In de Banne zijn niet geamuseerd. Zij zijn volgens hun advocaat Mark van Weeren al elf jaar bezig om het winkelcentrum goed neer te zetten. In dat kader hebben ze begin 2007 met het stadsdeelbestuur in een intentieovereenkomst afgesproken dat er geen losse detailhandel komt in de buurt van het winkelcentrum.
De winkeliers zien in de Banne Market een concurrent. Want de drank en sigaretten die bewoners daar kopen, kopen ze niet in het winkelcentrum aan de Ankerplaats. De komst van de Banne Market druist niet alleen in tegen de intentieovereenkomst, maar ook tegen het bestemmingsplan. De vereniging van eigenaars van winkelcentrum In de Banne vraagt het dagelijks bestuur van het stadsdeel daarom het bestemmingsplan te handhaven. Het bestuur wijst dat verzoek af en verleent Demirbas een persoonlijke gedoogverklaring.
Als de centrumwinkeliers vervolgens naar de rechtbank stappen, zegt het dagelijks bestuur dat zij geen schade lijden van het gedogen en dat het mag afzien van handhaving. De overtreding is ook maar incidenteel en licht. En omdat de gedoogverklaring van Demirbas persoonlijk is, gaat hiervan geen precedentwerking uit, meent het bestuur.
Of de centrumwinkeliers inderdaad geen schade lijden van het gedogen laat de rechtbank in het midden. Geen schade is namelijk geen reden om van handhaving af te zien. Omdat Demirbas mag doorgaan met zijn supermarkt totdat hij stopt of verhuist, is de overtreding niet licht of incidenteel te noemen. Bovendien bestaat het risico dat andere overtreders zich - ondanks de persoonlijke gedoogverklaring - op het gelijkheidsbeginsel zullen beroepen.
In hoger beroep schaart de Raad van State zich achter dit oordeel van de rechtbank. Het dagelijks bestuur móét dus optreden. Stadsdeelvoorzitter Rob Post: ‘Wij streven naar een goed contact met alle winkeliers in Noord. We zijn met hen in gesprek om te kijken wat we als stadsdeel kunnen doen om de economische situatie in Amsterdam-Noord te versterken. En dan met name voor de kleinere winkeliers.’
Volgens advocaat Van Weeren kunnen de centrumwinkeliers ermee leven als Demirbas een vrijstelling voor een jaar of drie jaar krijgt, totdat zijn huurcontract afloopt. ‘Maar voor het dagelijks bestuur is dit onbespreekbaar. Nu koerst het bestuur aan op een definitieve vrijstelling. Dat wordt dan helaas weer een procedure.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.