Advertentie
financiën / Column

Spoedgeval

Het kabinet reageert na ruim tien jaar op een voorstel van de Raad van State. En dan ook nog met afwijzing.

30 augustus 2019

Haastige spoed is zelden goed. Dus als de Raad van State begin mei 2009 iets voorstelt, dan hoeft het kabinet heus niet al in mei of juni 2009 daarop te reageren. 

Of in juli 2009. Of überhaupt in 2009. Of in 2010. Of in 2011. En ook nog niet in 2012, 2013, 2014, 2015, 2016. Zelfs als de Raad van State eind 2016 zijn voorstel herhaalt, hoeft het kabinet niet al in 2017 te reageren. Of in 2018. Maar deze zomer, na tien jaar en twee maanden, gaf het kabinet een reactie op het voorstel. Dat is snel!

U bent ongetwijfeld vergeten wat de Raad van State in mei 2009 voorstelde. Die zei dat het rijk en de gemeenten hun financiële geschillen liefst niet aan de bestuursrechter voorleggen. Beter is het daarvoor een aparte procedure te regelen. Daar gaf de Raad van State vier argumenten voor. Ten eerste is er één overheid, het geeft geen pas als twee onderdelen daarvan elkaar bij de rechter treffen.

Ten tweede moeten financiële discussies niet juridisch uitgevochten worden. Ten derde duurt de gang naar de bestuursrechter, het hoger beroep en de cassatie vele jaren – dat moet sneller. En ten vierde weegt de bestuursrechter niet de financiële belangen van het rijk en de gemeenten tegen elkaar af, maar hij toetst alleen of het standpunt van het rijk totaal onredelijk is of niet. Met andere woorden: de gemeenten beginnen bij de bestuursrechter met een enorme achterstand.

Wat natuurlijk de financiële discussies tussen rijk en gemeenten oneerlijk maakt – de gevolgen zijn te zien bij het sociaal domein. Al die tien jaar moesten gemeenten gewoon naar de bestuursrechter voor financiële geschillen.

En nu dus, na tien jaar en twee maanden, de reactie van het kabinet. Het kabinet wijst het voorstel van de Raad van State simpelweg af. Met één argument: de bestuursrechter krijgt per jaar maar ongeveer vier financiële geschillen tussen rijk en gemeenten voorgelegd.

Vier geschillen vindt het kabinet te weinig reden om een aparte, goede procedure voor te regelen. Terwijl het juist vier redenen per jaar zijn om een goede procedure te regelen. Dat zijn er veertig in de bedenktijd die het kabinet nam. Als het kabinet langer had nagedacht, waren er nog meer redenen gekomen. Ik zei het al: haastige spoed is zelden goed.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie