Advertentie
financiën / Achtergrond

Grote steden wapenen zich tegen corona

Onzekerheid overheerst in de gemeentelijke begrotingen voor 2021. De grote steden benadrukken stuk voor stuk dat voorspellingen vanwege de coronacrisis nog onzekerder zijn dan anders. Er zijn zorgen over diepere kloven in de samenleving. Men investeert – juist nu – en legt geldreserves aan.

23 oktober 2020
eu-en-geld-en-corona---shutterstock-1691439424.jpg

Extra buffers in begrotingen voor 2021

De meeste voorgestelde begrotingen zijn alweer gedateerd bij het schrijven van dit artikel. Gemeenten realiseren zich dat waakzaamheid geboden is en dat er mogelijk een tweede coronagolf aankomt. Inmiddels zijn er alweer nieuwe maatregelen afgekondigd. Dat de situatie voorlopig onzeker blijft, is voor iedereen duidelijk: ‘Onzekerheden over het verdere verloop van de crisis en de maatschappelijke en economische effecten blijven bestaan’, schrijft Utrecht. ‘Ook los van de coronacrisis leven we in een onrustige en onzekere tijd’, schrijft Eindhoven, doelend op de onrust in de Verenigde Staten, de ontwikkelingen in Belarus en de groeiende greep van China op Hongkong.

Rotterdam ziet ‘onzekerheid over de toekomst’, Nijmegen merkt op dat er onzekerheid is over de bijdragen van het rijk, en Almere begint de inleiding met: ‘We weten niet hoe lang dit nog duurt.’ Dat is lastig begroten. Pogingen worden wel gedaan, rekening houdend met de scenario’s van het Centraal Planbureau. Maar in het gunstigste coronascenario waar Utrecht rekening mee hield – waarin sprake zou zijn van een nadeel van 60 miljoen euro – zou de boel vanaf 1 september weer op de rails zijn. Dat is dus niet meer haalbaar. In het ongunstigste scenario, met een pas per 1 januari 2022 volledig herstelde economie, is er sprake van een nadeel van bijna 120 miljoen euro. ‘Zoals gezegd, het toekomstig verloop van de coronacrisis is hoogst onzeker’, concludeert Utrecht. ‘Daarom moeten we ernstig rekening houden met zwaardere scenario’s.’

Rotterdam gaat uit van scenario 3, ‘een diepe recessie met een traag herstel’. De stad verwacht dat de klappen het hardst aankomen bij lager opgeleiden en mensen met een laag inkomen. Zelfstandigen zijn kwetsbaar, ondernemers zitten in het nauw. Meer gemeenten zien dat onder druk de tegenstellingen in de bevolking groter worden. ‘De samenleving vervalt in extremen’, schrijft Eindhoven, waar zich voor- en tegenstanders van de coronamaatregelen manifesteren.

‘De druk om vol te houden wordt groter, de nuance minder en de discipline langzaam moeilijker.’ Almere ziet dat er door corona meer mensen in de bijstand komen. Groningen verwacht dat het komende jaar meer mensen in de financiële problemen komen en noemt armoedebestrijding en ondersteuning van minima als belangrijke thema’s. Utrecht ziet de ongelijkheid in de wijze waarop de coronacrisis mensen raakt. ‘Het risico bestaat daarom dat bestaande verschillen toenemen of nieuwe verschillen ontstaan.’

Buffers
Om de onzekerheid op lange termijn te bestrijden, worden buffers aangelegd. Groningen voegt om die reden de komende vier jaar middelen toe aan de reserves. ‘Er wordt een financiële buffer gevormd om de financiële impact van de crisis voor 2020 en 2021 op te vangen’, schrijft Den Haag. Daar komt naar schatting 35 miljoen aan schadecompensatie van het rijk in en 46,5 miljoen aan gemeentelijke middelen. Bij het aanleggen van reserves wordt soms al gedacht aan de herstelfase.

De meeste gemeenten, zoals Nijmegen, houden daarbij vast aan de ambities uit het coalitieakkoord: ‘Dat blijft belangrijk omdat niet alleen gewerkt wordt aan het nu en de crisis, maar ook aan de periode daarna.’ De meeste gemeenten investeren juist de komende tijd om stagnatie als gevolg van de crisis tegen te gaan. Groningen investeert ‘gericht extra waar nodig’, zoals in onderwijs, handhaving en schuldhulpverlening. Nijmegen geeft in 2021 extra geld aan wonen, cultuur en de binnenstad. ‘Met deze impuls verwacht de gemeente zowel op de lange als de korte termijn crisisgevolgen te verzachten. Op deze terreinen zijn bovendien mogelijkheden om investeringen naar voren te halen en cofinanciering vanuit andere overheden te realiseren waardoor grote bedragen beschikbaar komen.’

Ook Rotterdam investeert in wonen: ‘Bouwen, bouwen, bouwen. Het is het juiste middel om de crisis tegen te gaan.’ Er wordt gezocht naar stapeleffecten: bouwen lost het woningtekort op, is goed voor de economie en heeft direct effect op de werkgelegenheid. ‘Dit stadsbestuur kiest ervoor om Rotterdam uit deze crisis te investeren.’ Rotterdam gebruikt hiervoor, net als Den Haag, opbrengsten van de verkoop van Eneco.

Tilburg heeft net als Amsterdam nog geen begroting (Amsterdam vroeg om uitstel), maar Tilburg heeft al wel een hoofdlijnenbrief waarin gesproken wordt van een ‘innovatieve aanpak’ die inwoners moet helpen om te groeien naar participatie en financiële zelfredzaamheid. ‘We zien dat deze bouwsteen onder druk staat door de coronacrisis. Daarom kiezen we ervoor om onze vernieuwende aanpak bestaanszekerheid meer tijd te geven. Hiervoor zetten we extra innovatiemiddelen in.’

Sterk signaal
De toon is overal ernstig, maar sommige schrijvers zijn negatiever dan andere. Eindhoven ziet ‘de crisis als kans’. In 2017 stond de gemeente er financieel niet goed voor, maar ze heeft daarop gereageerd en nu is er weer incidentele ruimte om te investeren. ‘Investeringen die ons ook moeten helpen om beter uit de crisis te komen.’ Almere, aan de andere kant, merkt dat haar financiële situatie ‘kwetsbaar’ is. ‘We doen in de begroting daarom ook geen voorstellen voor nieuw beleid in 2021 en gaan structureel bezuinigen.’ De gemeente denkt de spaardoelstelling voor de buffer niet te gaan halen en maakt zich zorgen over de hoeveelheid banen die verloren dreigen te gaan. ‘Financieel valt het voor de gemeente vooralsnog mee’, merkt Almere wel op.

Dankzij de compensatie van het rijk lijkt de gemeente nu neutraal uit te komen. Maar daar is die onzekerheid weer: ‘De gevolgen voor de komende jaren zijn moeilijker in te schatten.’ De grootste zekerheid te midden van alle onzekerheid betreft de tekorten die de jeugdzorg en de huishoudelijke hulp (Wmo) plagen. Breda geeft samen met andere gemeenten een ‘sterk signaal’ af aan het rijk dat het nodig is ‘om ons tegemoet te komen in de Wmo en de jeugdzorg, waar gemeenten uitvoering aan moeten geven met nog altijd flink minder budget dan voorheen.’

Hopelijk sorteren de nieuwe coronamaatregelen snel effect en is dit artikel alweer gedateerd bij het uitkomen. Dan hebben gemeenten weer zicht op een minder heftig scenario.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie