Scholenbouw komt volledig stil te liggen
De bouw van en het onderhoud aan schoolgebouwen komt volledig stil te liggen. Gemeenten hebben er geen geld meer voor.
Gemeenten kregen al niet genoeg geld om alle afgeschreven schoolgebouwen te vervangen of op te knappen. Maar als de korting van 256 miljoen euro op het onderwijshuisvestingbudget doorgaat, hebben ze straks helemaal geen geld meer voor scholenbouw.
100 euro per leerling
Gemeenten geven ongeveer 15 procent van 1,66 miljard euro die zij jaarlijks krijgen voor onderwijshuisvesting uit aan andere zaken, blijkt uit onderzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Het kabinet Rutte II heeft in het regeerakkoord vastgelegd dat de niet bestede middelen worden overgeheveld naar de schoolbesturen. Die krijgen er door de overheveling jaarlijks 256 miljoen euro bij, ongeveer 100 euro per leerling. Dat geld kan naar eigen inzicht besteed worden aan het onderwijs.
Aflossingen en afschrijvingen
Gemeenten en schoolbesturen vrezen dat de scholenbouw door deze overheveling volledig stil komt te liggen. Het leeuwendeel van het onderwijshuisvestingbudget van gemeenten gaat op aan aflossingen en afschrijvingen op investeringen die de afgelopen jaren zijn gedaan. Als de korting van 256 miljoen doorgaat, blijft er geen geld over voor nieuwe investeringen in schoolgebouwen, blijkt uit berekeningen van de gemeenten Smallingerland en Ede. ‘Hoewel we verantwoordelijk blijven voor nieuwbouw van scholen, hebben we daar straks geen geld meer voor’, stelt Nol le Blanc beleidsadviseur van de gemeente Ede
Dubbel gepakt
De PO-raad, de belangenvereniging van schoolbesturen in het primair onderwijs, heeft de afgelopen jaren de onderbenutting van het onderwijshuisvestingbudget regelmatig aan de orde gesteld. Toch is de raad niet blij met het kabinetsbeleid. ‘Het enige positieve eraan is dat het geld dat tot nog toe niet besteed werd aan onderwijs, nu wel ter beschikking komt van scholen’, stelt beleidsadviseur Wim Lengkeek. ‘Het vervelende aan deze maatregel is dat er genoeg gemeenten zijn die meer uitgeven aan scholenbouw dan er binnenkomt. Die worden dubbel gepakt.’
Stilstand
Door de huidige bezuinigingen is de scholenbouw al tot stilstand aan het komen, stelt Lengkeek. ‘Gemeenten trekken zelfs de financiering van projecten die al zijn aanbesteed weer in. Het korten van 256 miljoen op het Gemeentefonds zal het er niet beter op maken. De scholenbouw zal helemaal stilvallen.’ Nederland telt naar schatting 9000 basisscholen die grotendeels uit de jaren zeventig stammen. Die gebouwen zijn meestal niet te renoveren als ze na 40 of 50 jaar afgeschreven zijn.
Lees hier het achtergrondverhaal uit Binnenlands Bestuur 5
De wereld is veranderd, in het primair onderwijs wordt nog nauwelijks een school stand alone gerealiseerd. We bouwen voor de buurt, combineren school en maatschappelijke voorzieningen.
De onderwijswetgeving is nog exclusief gericht op de school. De po raad behartigt exclusief de belangen van scholen. Vanuit die exclusiviteitgedachte is vergroting van de beleidsruimte van de school belangrijk, en ook zinvol. Het voorkomt dat er dubbelwerk gedaan wordt, voorkomt ingewikkelde procedures zoals we die allemaal kennen vanuit onze eigen onderwijshuisvestingspraktijk. Procedures waar we allemaal de zin van betwijfelen. Allemaal…? Nou ja, ik ken nog een paar regelneven die ze koesteren, je om de oren slaan met de heilige termijnen, met de kruisjeslijsten, en voorwaarden…..
De vraag is echter of met de onafwendbaar groter wordende invloed van de scholen op huisvesting wel de zaak van het onderwijs gediend is. Ik twijfel daaraan en wel hierom. Maak meer eens een gebouw met 4 gebruikers, regel het onderhoud maar gevieren. Je komt er niet uit zonder regisseur. Dat is de realiteit. De regels die wij ontwikkelen zijn bedacht op basis van de stand alone school uit de pre en begin Londo tijd. Die tijd hebben we gehad. Laten we nadenken hoe het anders kan, samen, verbonden en ook met oog voor de toekomst waarin de eisen aan de gebouwen zullen blijven veranderen en dus ook de gebruikers. Dat kan, maar laten we het beeld van de po raad en dat van de minister los laten. Laten we het hebben over maatschappelijk vastgoed, over het accommoderen van functies in gebouwen met een wijkfunctie waar onderwijs al dan niet tijdelijk deel vanuit maakt.
Een andere manier van kijken, het helpt soms. Het zou aardig zijn als we daar onze energie eens aan zouden besteden.