Geldgebrek rem op digitalisering
Verouderde wetgeving en een gebrek aan financiën zijn de belangrijkste oorzaken van traag digitaliserende en innoverende gemeenten. En verder zou het rijk veel meer werk moeten maken van het beveiligen van het internet.
Gemeenten verwachten aanpak informatieveiligheid door het Rijk
Dat stellen gemeentesecretarissen in twee verschillende onderzoeken van Binnenlands Bestuur: een rondgang onder twaalf gemeenten en de Gemeentelijke Thermometer (een enquête in samenwerking met bureau Berenschot) waaraan 90 gemeentesecretarissen deelnamen.
Uit de rondgang komt naar voren dat de meeste gemeentesecretarissen aangeven dat hun eigen gemeente niet snel genoeg digitaliseert. Ook vindt het merendeel de gemeente niet innovatief genoeg. Wanneer factoren voor belemmeringen op innovatie en digitalisering bij gemeenten op een rij worden gezet, kiest een kwart van de ondervraagden ‘gebrek aan financiën’ en een kwart voor ‘ouderwetse wetgeving’ als belangrijkste factor. Een minderheid noemt een belemmerende gemeentelijke organisatiestructuur als reden, waarbij er voor nieuwe projecten bijvoorbeeld veel goedkeuringen en handtekeningen van ‘bovenaf’ nodig zijn. Dat werkt vertragend. Een enkele gemeentesecretaris vindt onvoldoende kennis bij gemeenten de belangrijkste faalfactor.
Papier en potlood
In vergelijking met de samenleving digitaliseren en innoveren gemeenten te langzaam, zo stellen de meeste gemeentesecretarissen in de rondgang. Ze noemen diverse voorbeelden waaruit dat blijkt. Zo is het pas sinds kort mogelijk om gemeentelijke producten als paspoorten thuis te laten bezorgen, stemmen burgers nog steeds met papier en potlood en is er nog een aanzienlijk aantal gemeentelijke websites dat geen mobiele versie heeft.
Gemeentesecretarissen benoemen tegenover Binnenlands Bestuur daarvoor diverse oorzaken, waarbij ouderwetse wetgeving er bovenuit steekt als factor voor traag digitaliseren. Zo’n driekwart van de ondervraagden stelt dat wetgeving in het algemeen de digitalisering en innovatie van gemeenten onnodig belemmert. Met name strenge privacywetgeving lijkt daarbij een grote belemmerende rol te spelen, aangezien 58 procent zegt het ermee eens te zijn dat die innovatie voor gemeenten onnodig moeilijk maakt. Bij digitalisering van gemeenten wordt privacywetgeving door driekwart als een onnodige hindernis ervaren.
De budgetten voor digitalisering blijken ook niet altijd toereikend te zijn voor goede resultaten. 42 procent van de ondervraagden geeft aan dat de eigen gemeente niet genoeg budget hanteert voor digitalisering. Precies de helft denkt dat het budget hoog genoeg is. Een ander probleem lijken de contracten met (software)leveranciers te zijn. Omdat deze vaak lang lopen, kunnen nieuwe mogelijkheden niet worden benut.
Digitale kennis
Wat zorgen baart, is dat een aanzienlijk deel van de gemeentesecretarissen aangeeft dat ambtenaren niet voldoende d igitaal vaardig zijn voor hun taakuitoefening. Amper één op de vijf secretarissen denkt dat het wel snor zit met die vaardigheden, terwijl een derde van de ondervraagden stelt dat dit niet zo is. De rest geeft aan daar niet over te kunnen oordelen.
Wanneer het gaat om kennis over smart city-toepassingen en digitalisering van dienstverlening, is er zelfs niet één gemeentesecretaris die denkt dat de ambtenaren genoeg kennis hierover hebben voor hun taakuitoefening. Gemeentesecretarissen denken dat er nog winst te halen valt op het gebied van bewustzijn: minder dan de helft (zo’n 42 procent) geeft aan dat ambtenaren zich goed bewust zijn van risico’s bij digitale (on)veiligheid. Slechts één van de twaalf ondervraagden is ervan overtuigd dat ambtenaren binnen zijn of haar gemeente genoeg nadenken over de ethiek rondom innovatieve projecten.
Het tempo van digitaliseren moet ieder geval omhoog. Al met al vindt slechts een derde van de ondervraagde gemeentesecretarissen dat zijn of haar gemeente snel genoeg digitaliseert in vergelijking met de samenleving. Op de vraag of de gemeente innovatief genoeg is, geeft slechts een kwart een bevestigend antwoord. De helft vindt van niet. Een verklaring zou kunnen zijn dat de politieke betrokkenheid bij digitalisering niet groot genoeg is. Ruim de helft geeft dat ruiterlijk toe.
Een opvallend gegeven dat naar voren komt uit de antwoorden van gemeentesecretarissen is dat de helft niet tevreden is over de resultaten die digitalisering van dienstverlening van hun gemeente heeft opgeleverd. Daarmee werpen ze tegelijkertijd de vraag op of digitalisering van gemeentelijke dienstverlening voor gemeenten wel voldoende oplevert ten opzichte van de kosten die ervoor worden gemaakt.
Veiligheid
Uit het andere onderzoek, de Gemeentelijke Thermometer, komt naar voren dat gemeentesecretarissen vinden dat het rijk veel meer werk moet maken van het beveiligen van het internet. Informatieveiligheid zou vooral centraal moeten worden opgepakt en ondersteund. Ruim tweederde van de 90 responderende secretarissen vindt ook dat informatiebeleid en ict-ontwikkeling een rol moeten spelen in de formatie van het nieuwe kabinet. Daarmee scoorde digitalisering zeer hoog als gewenst aandachtspunt, net achter de roep om extra aandacht voor veiligheid in het algemeen en ondermijning van het lokaal gezag in het bijzonder.
Op het vlak van digitalisering vinden gemeentesecretarissen het zorgen voor een betere informatieveiligheid veruit het belangrijkste item: ruim de helft pleit ervoor dat het rijk die handschoen oppakt. Eén op de drie gemeentelijke topambtenaren vindt ook extra oog voor privacy hard nodig. Een bijna even hoog percentage pleit voor het invoeren van verplichte ict-standaarden en open data. Een enkele gemeentesecretaris noemt ook het benoemen van een speciaal verantwoordelijke minister voor ict als optie.
Volgens Digicommissaris Bas Eenhoorn, sprekend op het jaarcongres van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, kunnen gemeenten niet volstaan met het wijzen naar het rijk alleen als het om beveiliging van de informatievoorziening gaat. ‘Overheden moeten het gezamenlijk doen, omdat ze een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben burgers niet in de steek te laten. ‘Je moet als één overheid samenwerken en ervoor zorgen dat het digitale verkeer veilig gebeurt’, aldus Eenhoorn. ‘Nee, het is geen hype. Alle gemeenten hebben intussen malware gehad. Wij lopen achter de feiten aan met al die hacks. We moeten als overheden voorkomen dat we door cybercriminelen digitaal worden gegijzeld.’
Zijn punt is dat je als centrale of decentrale overheid die strijd niet alleen aankunt. De grote wereld om ons heen is daarvoor eenvoudigweg te sterk. Aan de hand van fragmenten uit de film The Circle naar een verontrustende roman van Dave Eggers laat Eenhoorn zien hoe Google- achtige ondernemingen de overheid het nakijken geven, met de burger als slachtoffer. Die snelle ontwikkeling vraagt volgens Eenhoorn om nieuwe wetgeving: ‘We komen er niet meer met een wetje hier en een wetje daar. Het is te versnipperd.’
In gezamenlijkheid zal er een antwoord moeten worden gevonden op de voortschrijdende ondermijning en het misbruik van data. ‘De overheid moet zorgen dat alles veilig gebeurt. Wij moeten hiervoor gezamenlijk aan de bak. Hiervoor is lef en leiderschap nodig, en af en toe buiten de streepjes treden’, aldus Eenhoorn. ‘Dat hoort een boardroom-zaak te zijn en niet iets voor een paar medewerkers onder in de kelder.’
Gemeenten kunnen ‘solo’ niets oplossen
Irma Woestenberg, gemeentesecretaris van Den Bosch, zegt in een reactie op de rondgang dat individuele gemeenten de expertise en de financiële middelen missen om digitale dienstverlening goed aan te pakken. ‘De Vereniging van Nederlandse Gemeenten besloot op het VNG-congres tijdens de Algemene Ledenvergadering om de verbetering dienstverlening en digitalisering als gemeenten meer gezamenlijk te gaan aanpakken.’ Alleen wanneer gemeenten meer samen optrekken kan er iets veranderen, denkt Woestenberg, die bij de VNG lid is van de Stuurgroep Samen Organiseren. ‘Het programma biedt ons voordelen op het gebied van kwaliteit, kennis en efficiency. Ik verwacht dat we hierdoor als gemeenten de dienstverlening komende jaren beter en in een hoger tempo kunnen aanpakken.’ Woestenberg kijkt ook met een schuin oog naar het regeerakkoord, dat er nog moet komen. ‘De grote financiële versnelling zou van het rijk moeten komen. Ik hoop op een impuls van 1 miljard zodat we als overheid digitaal snel en goed bij de tijd kunnen komen.’
Verantwoording
Voor de Gemeentelijke Thermometer, een gezamenlijk onderzoek van Berenschot en Binnenlands Bestuur, werden in mei alle 388 gemeentesecretarissen benaderd. 90 secretarissen deden aan de enquête mee, een respons was 23 procent. De rondgang van Binnenlands Bestuur is gehouden door middel van een vragenlijst die door twaalf gemeentesecretarissen is ingevuld.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.