Overijssel draait voor een derde op externen
De provincies Overijssel en Flevoland zijn een derde van hun totale loonsom kwijt aan de inhuur van externe medewerkers.
Provincies maken iets minder gebruik van de inhuur van extern personeel. In 2021 was dat gemiddeld 17,1 procent van de loonsom. Dat is 0,1 procent minder dan het jaar ervoor. Wel zijn er grote verschillen tussen provincies. Overijssel en Flevoland hebben verreweg de meeste externen rondlopen.
Bij de provincie Overijssel, zo blijkt uit de Personeelsmonitor Provincies 2021 van het A&O fonds Provincies, gaat 33,5 procent van de totale loonsom op aan externe inhuur. Dat wil zeggen dat van de ongeveer 900 medewerkers er grofweg 300 van buiten zouden komen. In Flevoland steeg het aandeel uitgaven aan externen inmiddels ook tot ruim 31 procent van de totale loonsom.
Afscheid
De provincie Noord-Holland nam vorig jaar juist afscheid van veel extern ingehuurd personeel. Dat aandeel in de totale loonsom zakte (afgerond) van 29 naar 21 procent. Daarmee ligt het percentage overigens nog steeds niet op het gemiddelde van alle provincies: 17,1 procent. Dat gemiddelde daalt overigens redelijk gestaag: vijf jaar geleden lag het nog op iets meer dan 20 procent.
Limburg en Zeeland
Flink onder het landelijk gemiddelde zitten met name de provincies Limburg en Zeeland. Van hun totale loonsom gaat krap 7 procent naar extern ingehuurde arbeid.
Gemeenten
Gemeenten spenderen overigens bijna een even groot aandeel van hun totale loonsomuitgaven aan externe inhuur. Volgens de Personeelsmonitor Gemeenten 2021 van het A&O fonds Gemeenten was dat gemiddeld 16,5 procent.
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
In ons land wordt de politiek nog altijd bepaald door politieke partijen en hun (bestuurlijke) vertegenwoordigers. Ambtenaren hebben weliswaar (beperkte) invloed op beleid en beleidsontwikkeling, maar hun rol is ondergeschikt. De politiek bepaalt doel en beleidsrichting van en in dossiers.
De democratie kalft niet af door het inschakelen van externe deskundigheid maar vooral door het matig tot slecht functioneren van onze bestuurlijke inrichting (politici die te lang op hun zetel (kunnen) blijven zitten, politici die lak hebben aan eigen wetgeving of daarvan onvoldoende kennis hebben, gebrek aan innoverend vermogen binnen de politiek met name door gebrek aan samenwerking, onvoldoende transparantie etc.).
Dat neemt niet weg dat het inschakelen van externe deskundigheid bij veel overheidsorganisaties veel beter kan en moet. Externe inzet behoort alleen plaats te vinden voor specifieke kortdurende projecten en/of voor piekbelasting.