Miljoenen over voor schone lucht
Nog 5 miljoen euro ligt er op de plank voor gemeenten en provincies met plannen die bijdragen aan een verbetering van de luchtkwaliteit.
Nog 5 miljoen euro ligt er in Den Haag op de plank voor gemeenten en provincies met plannen die bijdragen aan een verbetering van de luchtkwaliteit. Dat is over van de 10 miljoen aan specifieke uitkeringsmaatregelen die het rijk beschikbaar stelt.
Het budget voor cofinanciering van projecten van gemeenten en provincies die vallen binnen het Schone Lucht Akkoord (SLA) is dit jaar 10 miljoen euro. Tot nu toe is er voor een bedrag van zo’n 5 miljoen euro aan specifieke uitkeringsmaatregelen (SpUks) aangevraagd, verdeeld over in totaal 23 aanvragen. Mogelijk volgt er nog een aanvraag voor een aantal pilots voor een bedrag van 2,5 miljoen euro. Het gaat volgens de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) om een schatting, omdat het aangevraagde projecten betreft die nog niet zijn beoordeeld.
Aanvragen kunnen tot uiterlijk 1 oktober 2022 worden gedaan
Voor decentrale overheden die nog een aanvraag willen doen, dringt de tijd. Aanvragen kunnen uiterlijk tot 1 oktober worden gedaan. Op die datum sluit het aanvraagloket om 17.00 uur, zo is vorige week bekend geworden. De RVO zorgt voor de uitvoering van de regeling en kent de subsidies toe op volgorde van binnenkomst van de aanvragen. Alles wat van het budget van 10 miljoen euro niet opgaat, vloeit terug naar de staatskas.
Onvoldoende middelen
In januari 2020 ondertekenden 36 gemeenten en 9 provincies het Schone Lucht Akkoord (SLA) met als doel: gezondheidswinst voor iedereen door een permanente verbetering van de luchtkwaliteit. De deelnemende partijen streven naar een gezondheidswinst van minimaal 50 procent in 2030 ten opzichte van 2016. In het Schone Lucht Akkoord werken het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het RIVM, Rijkswaterstaat, de provincies en de deelnemende gemeenten samen aan schonere lucht.
Anderhalf jaar later staan de handtekeningen van alle provincies eronder en die van 100 gemeenten. De ambitie is om door te groeien naar deelname van alle gemeenten. Maar 244 gemeenten ontbreken dus nog op het appèl.
Volgens een woordvoerder van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat komen er relatief weinig aanvragen binnen van gemeenten, omdat die aangeven over onvoldoende middelen te beschikken. Daarbij gaat het zowel over capaciteit als geld. Dat probleem doet zich met name voor bij kleinere gemeenten.
Met de ondertekening wordt namelijk verwacht dat er een set vaste maatregelen wordt geïmplementeerd, een decentraal uitvoeringsplan wordt ingeleverd (en jaarlijks herijkt) en dat er een tweejaarlijkse bijdrage wordt geleverd aan de monitoring. En minstens zo belangrijk: er moet sprake zijn van co-financiering van 50 procent. Die moeten gemeenten zelf betalen of via een aanvullende andere financiering regelen. Die aanvullende financiering mag echter niet afkomstig zijn van Europese, nationale, provinciale of gemeentelijke overheden.
Houtrook
In aanmerking komen emissieverlagende projecten die zijn gericht op een directe en structurele verlaging van de belangrijkste verontreinigende stoffen in de lucht, zoals stikstofoxiden, fijn stof, ammoniak en zwaveldioxide. Het gaat er bij die projecten om dat die verontreinigende stoffen niet in de lucht komen en niet om projecten die de verontreiniging afvangen, filteren of opslaan. Gemeenten en provincies kunnen met eigen uitvoeringsplannen die vallen onder het Schone Lucht Akkoord aanvragen indienen bij het SpUk-fonds. Daarbij wordt een zevental thema’s onderscheiden, waaronder houtrook, industrie, binnenvaart en havens, landbouw, en participatie en citizens science.
De gemeente Maastricht zag twee pilotaanvragen gehonoreerd: een reizende tentoonstelling voor kinderen over luchtkwaliteit à 120.000 euro per jaar en een pilot intrinsieke motivatie voor duurzame mobiliteitskeuze bij jongeren à 900.000 euro voor drie jaar (inclusief 50 procent co-financiering). Doel van die laatste pilot is het bewerkstelligen van gedragsverandering bij jongvolwassenen door ze in een vroegtijdig stadium te informeren en actief te betrekken en te motiveren. Zodat, is de hoop, deze jongeren voortaan duurzame mobiliteit overwegen en niet bij voorbaat in de auto stappen.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.