Minder Brussels geld naar ESF+

De Brusselse cofinanciering van ESF+ daalt vrijwel zeker van 50 naar 40 procent. Daarnaast gaat het totaal te besteden bedrag voor Nederland naar alle waarschijnlijkheid omlaag. Dat zorgt voor hoofdbrekens bij de Nederlandse gemeenten. 

Van 2014-2020 krijgen de G4-gemeenten 25 miljoen uit ESF+. De gemeenten en arbeidsmarktregio´s ontvangen met het UWV en het ministerie van Justitie samen 363 miljoen. Hoeveel dat in de komende periode wordt, is nog niet te zeggen. Bronnen bevestigen dat in Den Haag voor gemeenten – inclusief de G4 – wordt gesproken over 226 miljoen: flink minder dus. Als die 226 miljoen 40 procent is van het totaal, dan is het benodigde eigen geld dat gemeenten moeten bijpassen, ongeveer 340 miljoen euro.

Statushouders
De Amsterdamse wethouder van sociale zaken Rutger Groot Wassink (GroenLinks, sociale zaken), vindt die lagere bedragen lastig voor gemeenten en arbeidsmarktregio´s: ‘Het moet uit de lengte of uit de breedte komen. Dan moet het kabinet maar bijplussen’, zegt hij. Onbekend nog is of het kabinet dat ook wil doen. Met het geld helpen gemeenten, arbeidsmarktregio´s en scholen oudere werklozen, statushouders en leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs en scholen voor praktijkonderwijs naar de arbeidsmarkt. Groot Wassink vindt het van belang dat deze leerlingen, die leren moeilijk vinden en vooral praktisch leren, de hulp krijgen die nodig is. Zijn gemeente kreeg in 2018 de ESF-Award voor de intensieve begeleiding waarmee Amsterdam statushouders aan het werk helpt: ESF+ is belangrijk, zegt hij. ‘Amsterdam moet straks steviger lokale ESF-prioriteiten stellen.’

Mislukken top
Hoe hoog het bedrag is dat gemeenten uiteindelijk krijgen, wordt pas duidelijk als de Europese begroting rond is: dan maakt het ministerie van Sociale Zaken het operationeel programma bekend, de binnenlandse verdeling.

Die Europese begroting wordt door de lidstaten vastgesteld en het Europees Parlement kan alleen ja of nee zeggen. De begrotingstop in februari is mislukt doordat lidstaten het niet eens konden worden over de hoogte van de Europese begroting. Nu, tussen 2014 en 2020, is die 1,16 procent van het bruto nationaal inkomen.  In het voorstel van de Europese Commissie zou dat percentage in de volgende zevenjarige periode omlaag kunnen naar 1,11. Nederland zou in dat voorstel minder ESF+ geld krijgen en iets meer EFRO-subsidie. Daardoor blijft het te verkrijgen bedrag gelijk: 1,4 miljard.

Gierige vier
Nederland vormt samen met Denemarken, Zweden en Oostenrijk de zogeheten stingy four, de gierige vier. Zij willen dat de EU-begroting verder omlaag gaat, naar 1 procent. Er wordt later dus verder onderhandeld. ‘Geen ramp’, aldus premier Rutte. Groot Wassink vindt het voor de gemeentelijke planning wel degelijk lastig dat een akkoord uitblijft. De voorjaarsnota komt eraan. Hij gaat in B&W melden dat er flink wat risico´s dreigen, wat betreft het ESF+.

Ook in Zeeland zijn er zorgen. ‘Extra investeringen zijn hoe dan ook nodig’, zegt Kristian Coppoolse van de Arbeidsmarktregio Zeeland, waar het zomaar twee miljoen extra kan kosten. ‘En dat moeten gemeenten wel willen of kunnen. Als die eigen investeringen niet mogelijk zijn, dan blijft er straks ESF+-geld liggen.’

Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 5 van deze week (inlog)