Advertentie
financiën / Nieuws

‘Tijd dringt voor pensioenstelsel’

Het laatste kwartaal maakte van 2018 een slecht jaar voor ABP. Het gewenste pensioenakkoord kwam er niet en de markten zakten in, waardoor 10 miljard euro verdampte. ABP-voorzitter Corien Wortmann-Kool over dekkingsgraden en het nieuwe pensioenstelsel.

24 februari 2019
190219165511.ABP--Corien-Wortmann-Kool---Fotografie-Cats---Withoos.shrink.2880x2880_cropped-19-437-294-0-92.png

Het laatste kwartaal maakte van 2018 een slecht jaar voor ABP. Het gewenste pensioenakkoord kwam er niet en de markten zakten in, waardoor 10 miljard euro verdampte. ABP-voorzitter Corien Wortmann-Kool over dekkingsgraden en het nieuwe pensioenstelsel.

Als ik 10 miljard euro zou zien verdampen, zou ik me afvragen of dit het begin is van een nieuwe trend. Maken jullie je zorgen daarover?

‘Wij zien dat de toekomst onzekerder is geworden. Punt één is de rente. Die is nog belangrijker dan de rendementsontwikkeling. Eén tiende procent renteverlaging betekent een forse toename van verplichtingen, waarbij je al het snel hebt over 10 miljard euro. Punt twee is de onzekerheid op de markt door Trump, de Brexit en de handelsoorlogen. Dus wij verwachten, ­alhoewel we over de afgelopen 25 jaar ­gemiddeld jaarlijks 7 procent rendement hebben gehaald, dat we de komende vijf jaar gemiddeld rond 5 procent rendement zullen halen. We hebben die verwachtingen naar beneden moeten bijstellen, maar het is nog steeds dik positief. We verwachten niet dat het laatste kwartaal van 2018 maatgevend is.’

 

Er wordt op onze website actief gereageerd op nieuws over pensioenen. Toen er een bericht verscheen over ABP’s investering van 500 miljoen euro in groene hypotheken, schreef iemand dat het rendement op die hypotheken veel te laag is en dat ABP gewoon geld moet steken in kernenergie en Russisch gas.

‘Daar kan ik een heel helder antwoord op geven, want dat vroeg ik mij ook af toen ik hier kwam. Wij hebben die 399 miljard belegd in allerlei categorieën, van risicovol tot zekerheid op de lange termijn. Dat zijn communicerende vaten. Die hypotheken vergelijken wij met obligaties en die bieden een stuk zekerheid en een wat lager rendement.’

 

Wat horen jullie hierover van jullie deelnemers?

‘Het is voor deelnemers heel moeilijk te begrijpen dat bijna iedereen er in zijn loonzakje op vooruitgaat, maar dat de pensioenen niet verhoogd kunnen worden en het risico bestaat dat ze ­verlaagd worden.’

 

Begin februari stuurde minister Koolmees (Sociale Zaken, D66) een brief over de ­stappen die het kabinet de komende periode zal zetten voor de ­vernieuwing van het ­pensioenstelsel. Wat vindt u van die brief?

‘Inhoudelijk bevat hij weinig nieuws. Ik ben blij te zien dat Koolmees de vaart erin probeert te houden, want de tijd dringt. Het is wel cruciaal dat hij samen met sociale partners tot een akkoord komt, want pensioen is en blijft een ­arbeidsvoorwaarde.’

 

Hoe snel kan een nieuw akkoord verwacht worden?

‘Liever vandaag dan morgen. Het is een onderwerp voor de lange termijn en het is zo belangrijk voor miljoenen Nederlanders dat ik hoop dat partijen – regering en oppositie, vakcentrales en werkgevers – hun verantwoordelijkheid nemen om dat pensioenakkoord te sluiten.’

 

Dan komen we bij het nieuwe stelsel uit. Wat moet er veranderen?

‘Wij willen graag naar een ander pensioencontract, om drie redenen. De eerste is dat mensen veel sneller van baan veranderen. Het huidige pensioencontract werkt toch vooral als je je hele loopbaan bij hetzelfde bedrijf blijft werken. De tweede reden is meer flexibiliteit en keuzemogelijkheden, zoals de keuze om een bepaalde periode meer of minder premie te betalen. De derde reden dat wij graag andere rekenregels willen is dat als het economisch beter gaat, het dan ook goed gaat met je pensioen. En als het slechter gaat, iedereen ook de broekriem moet aanhalen.

 

Ik kan nu niet uitleggen dat wij eerst torenhoge buffers moeten aanleggen voordat wij de pensioenen kunnen verhogen. In die nieuwe situatie zou verhoging sneller kunnen. Ik vind het echter belangrijk om het eerlijke verhaal erbij te vertellen, en dat is dat als het slecht gaat, verlaging ook eerder een mogelijkheid is. Het gaat erom dat er een directe relatie is tussen economische ontwikkeling en hoeveel je als pensioenuitkering krijgt. Want er is geen wereld waarin het pensioen alleen maar omhoog kan gaan.’

Reacties: 18

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Harry Bollema / geen; gepensioneerd
@de vries

Tot ca. 2006 hanteerden de pensioenfondsen een vaste rekenrente voor de pensioenverplichtingen van 4%. Het ABP hanteerde zelfs een rekenrente van 4,25%.



Per 1 januari trad het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen (FTK) in werking. Dit besluit verplicht pensioenfondsen voor de vaststelling van de pensioenverplichtingen te rekenen met de risicovrije rentevoet.

Deze risicovrije rekenrente is sinds 2007 gedaald van 5% naar de huidige 1,4%; hierdoor zijn de verplichtingen van de fondsen fors gestegen en de dekkingsgraden navenant gedaald.



De risicovrije rente is afgeleid van de interbancaire swaprente (de rente die banken elkaar in rekening brengen voor kortlopende leningen). Echter: geen enkel pensioenfonds opereert op deze markt. Deze rekenrente steekt schril af tegen de door de pensioenfondsen gerealiseerde netto rendementen van gemiddeld ruim 5% per jaar.



Uw stelling: “Wie niet met risicovrije rente wil rekenen voor de verplichtingen moet ook genoegen nemen met wisselende, onzekere pensioenen” slaat de plank mis.

Pensioentoezeggingen zijn nooit gegarandeerd geweest, al wordt die illusie nog steeds verspreid.

In de Pensioen- en Spaarfondsenwet (Psw) artikel 7 staat:

1. In de statuten en reglementen van een pensioenfonds en van een spaarfonds worden bepalingen opgenomen betreffende:

(….)

i. de wijziging van de statuten en reglementen, met name ook wat betreft wijziging van de rechten en verplichtingen van de deelnemers, gewezen deelnemers en overige belanghebbenden in gevallen, waarin de financiële toestand van het fonds daartoe aanleiding geeft;



De opvolger van de PSw, de Pensioenwet (Pw)van 2006 (in werking getreden per 01-01-2007) is hierin nog duidelijker. Leest u art. 134 er maar op na.



“Ondanks dalende koersen en een financiële crisis van heb ik jouw daar is er nog geen enkel pensioen gekort”.

Deze uitspraak is – helaas voor u – onjuist. De grote metaalfondsen PMT en PME hebben per 1 april (geen grap) 2013 kortingen doorgevoerd op de pensioenuuitkeringen. Ook het ABP heeft een korting doorgevoerd, zij dat deze korting later teniet is gedaan.



De korting op pensioenen bedroeg bij PME 5,1%; bij PMT bedroeg de korting 6,3%.



Waar het om gaat is, dat je voor één en hetzelfde contract niet met 2 verschillende rentevoeten moet willen rekenen. Als de pensioenfondsen de risicovrije rekenrente ook zouden loslaten op de aan werkgevers in rekening te brengen pensioenpremies, dan zouden de premie-inkomsten van de fondsen fors toenemen, evenals de premielasten voor de werkgevers. Dan krijg je opstand van de werkgevers!



Als men nu zou gaan rekenen met een rentevoet van 2,7% voor zowel de premievaststelling als voor de verplichtingen, dan kan ieder fonds per direct zijn indexatieambitie uitvoeren

Hoekstra / Ambtenaar
@harry: mbt de kortingen zat ik er naast; er is gekort. Voor het overige: in NL zijn pensioenen niet afhankelijk van de beleggingsopbrengsten en daarom moet met een rekenrente gerekend worden die dat ook niet is. Er is wel degelijk een pensioenbelofte: 70% middelloon. Dat is nu net waar het hele gedoe met die pensioenen om draait. Laat dat los, maak pensioenen afhankelijk van de beleggingsopbrengst en dan eens kijken wat NL daar van vindt.
Harry Bollema / geen; gepensioneerd
@de vries

Uw bewering dat pensioenen niet afhankelijk van de beleggingsopbrengsten is baarlijke onzin!



Het vermogensbeheer bij pensioenfondsen is erop gericht om een welvaartsvast pensioen te kunnen geven. Met welvaartsvast wordt bedoeld dat de pensioenen stijgen als de inkomens (en prijzen) stijgen.



Daartoe beleggen pensioenfondsen omdat hiermee het meeste rendement te behalen is.



Rendement is van groot belang voor het pensioen.

Pensioenuitkeringen worden voor ca. 75% betaald uit de gerealiseerde rendementen en slechts voor ca. 25% uit premie-inkomsten



De door u genoemde belofte dat pensioen 70% bedraagt van het middelloon is geen harde toezegging. De 70%-norm is bedoeld als indicatie voor een goed pensioen. Wie minder heeft dan 70% hoeft niet persé een pensioentekort te hebben.

Hoekstra / Ambtenaar
@harry: wijs mij in het uniform pensioenoverzicht aan waar staat dat de prognose van het pensioen afhankelijk is van de beleggingsresultaten die nog behaald moeten worden. Waar u op wijst is terecht: het moet betaald worden uit beleggingsopbrengsten (naast de premie). Maar we hebben in NL geen pensioencontract waarbij het voorbehoud wordt gemaakt dat het pensioen jaarlijks kan fluctueren met de beleggingsopbrengst van het restant van de gestorte premies. Zodra dat wel het geval is, dan is het pensioenprobleem opgelost want dan fluctueren de uitkeringen vrolijk mee met de beursbewegingen en is er dus nooit een tekort.
Hoekstra / Ambtenaar
@harry: voor de duidelijkheid. Bij bepalen van de pensioenverplichting wordt wel degelijk uitgegaan van 70% middelloon en contant maken tegen de rekenrente. Zodra dus dat losgelaten mag worden en de uit te keren pensioenen volledig gekoppeld zijn aan de beleggingsopbrengst, dan hoef je ook ook verplichting meer uit te rekenen. Want het pensioen is dan immers is geen verplichting meer maar opbrengst van belegde premies die tot uitkering komt.
Harry Bollema / geen; gepensioneerd
@de vries

Het UPO is nou niet het meest betrouwbare communicatiedocument van pensioenfondsen, maar dat daar gelaten.



Ik citeer uit de website van het pensioenfonds notariaat (SPN):

“De pensioenpremies die SPN ontvangt worden belegd. Op die manier groeit het vermogen van het fonds aan en hoeft het fonds niet direct alle toekomstige pensioenuitkeringen in kas te hebben (en een hogere premie te vragen). Grofweg bestaat zo’n tweederde van het uiteindelijke pensioen uit het rendement op de beleggingen”.



Wat zegt het pensioenfonds voor huisartsen (SPH)?

“Rendement is van groot belang voor uw pensioen. Van elke euro die u straks aan pensioen ontvangt, komt namelijk slechts 25 cent uit de premie die u betaalt. De overige 75 cent komt uit rendement”.



En zo kan ik nog wel doorgaan.



Voor het overige verwijs ik u naar de bepalingen in de (oude) Psw en de huidige Pw voor wat betreft de altijd aanwezig geweest zijnde mogelijkheid om – in geval van nood – pensioenuitkeringen te kunnen korten.

Dat is iets anders dan wat u beweert met “jaarlijks fluctueren". Dat si nog nooit aan de orde geweest, en zal – mits het huidige pensioenstelsel, dat gebaseerd is op de uitkeringsovereenkomst, met verplichte deelname en met de doorsneepremie – niet door onze onbetrouwbare overheid wordt gesloopt.



Wat betreft de 70%-norm: die norm is een ambitie, geen ijzeren verplichting.

In de samenvatting van het rapport “Naar een nastrevenswaardig pensioenstelsel” wordt in het eerste punt het volgende vermeld:

“Een nastrevenswaardig pensioen in een “defined benefit” systeem is gelijk aan 85%

van het geïndexeerde netto middelloon, ofwel 70% van het geïndexeerde bruto

middelloon”.

Er wordt dus NIET gesteld, dat pensioen PER DEFINITIE moet voldoen aan de 70%-norm!



Voor het uitstekende en zeer leesbare rapport verwijs ik u naar http://www.knvg.nl/media/1441357/2014-09-05-naar …



Verdere aanbevelingen: lees eens de artikelen van prof. Dr. B.S.M. van Praag in o.a. MeJudice, http://www.mejudice.nl/auteurs/detail/bernard-va … Die zijn verhelderend; ook voor leken.

Hoekstra / Ambtenaar
@harry: nogmaals: natuurlijk is de beleggingsopbrengst van groot belang voor de pensioenen, dat bestrijd ik niet. Maar we hebben in NL in den brede geen stelsel van 'beschikbare premieregeling'. U kunt het UPO wel afserveren als een onbetrouwbaar communicatiemiddel maar dat is het niet. Het is feitelijk de verplichting waar het pensioenfonds mee rekent. En nogmaals: laat de middelloon-verplichting los en het probleem is opgelost want de enige verplichting die een pensioenfonds dan nog heeft is het uitkeren van het beschikbare bedrag aan ingelegde premies en feitelijk behaalde beleggingsopbrengsten. Dat kan 70% van het middelloon zijn maar ook veel meer of minder; maar niet relevant voor de financiele positie van het fonds. En dat laatste, daar draait het om: het is niet relevant meer.
lees John Mauldin en kort de pensioenen / rijksambtenaar
How I Learned to Love the Debt

By John Mauldin | Apr 27, 2019



John Mauldin

The US, Europe, and most of the developed world on are the road to Japanification. Like I wrote last week, we will see financial repression, ever increasing deficits, slower growth, etc. Essentially, the rest of us will begin to look like Japan with its astronomical deficits and ultra-dovish monetary policy.
henk
Corien en haar ABP verkwanselen mijn spaargeld. Slecht bankieren dus. Lijkt me een prima reden voor ontslag.
Trinus / Ambtenaar
@Henk: uw reactie maakt één ding duidelijk, namelijk dat alle werknemers in NL verplicht een cursus Pensioenen in Nederland moeten volgen. Ik zelden over een onderwerp mensen meer onzin horen verkopen op basis van volstrekt gebrek aan kennis en inzicht. Daarvoor moet je echt verder kijken dan Facebook en Twitter.
Ben Hollander / adviseur
Als rendement ondergeschikt wordt gemaakt aan rente, mag er een alarmbel afgaan. Wat een kul.
Bertus / Observant
Welnu, de beurs is weer helemaal hersteld. Ik wacht op een persbericht.
K.M. Schaap / afdelingshoofd burger- en bestuurlijke zaken
Het rijk heeft in de jaren 90 van de vorige eeuw ongeveer 30 miljard uit de kas van het ABP gehaald.

Misschien kan mw. Wortmann vragen of ze dat nu eindelijk eens (met rente) terug willen betalen?
Jan H
Een gesplitste oplossing kan voor de gepensioneerden waarvan er al heel veel ondanks de salarisverhogingen stil staan en ook al jaren moeten vrezen voor verlaging van hun pensioen, een oplossing zijn: lopende pensioenen krijgen een rekenregel die kan leiden tot indexatie, ook al maakt dat de achterstand op de salarisontwikkeling in de afgelopen 10 - 15 jaar nooit meer goed.

Voor de pensioenen die nog in opbouw zijn, kan meer maatwerk in leeftijdscohorten worden bedacht, waardoor oudere nog actieve werknemers zicht behouden op hun pensioen en jongere werknemers nog ruim de tijd hebben om een pensioen op te bouwen in een meer bij de tijd passend stelsel.
Harry Bollema / geen; gepensioneerd
De jaarlijkse premie-inkomsten van pensioenfondsen bedraagt ca. € 31 miljard.



Op het belegd vermogen van ruim € 1400 miljard realiseren de fondsen gemiddeld een netto rendement van ruim 5%. Dit levert een inkomstenstroom op van ca. € 70 miljard.



Aan pensioenuitkeringen zijn de fondsen jaarlijks tussen de €40 en € 45 miljard kwijt.



Ergo: op kasbasis neemt het pensioenvermogen met ca. €60 tot €55 miljard toe.



Het kernprobleem waarom fondsen mogelijk met kortingen op pensioenuitkeringen moeten komen, is de toepassing van premiedemping door de fondsen en de kunstmatige, politiek ingestoken, risicovrije rente waarmee de fondsen hun pensioenverplichtingen moeten berekenen.



Voor één en hetzelfde pensioencontract wordt met 2 verschillende rekenrentes gerekend: de lage risicovrije rekenrente (1,5%) voor de toekomstige verplichtingen en een aanzienlijk hogere rekenrente voor de vaststelling van de daarvoor te betalen pensioenpremies (3,5%) door de werkgever.

Deze handelwijze leidt tot scheve balansen en (te) lage dekkingsgraden bij de fondsen.



Als gevolg van de toegepaste premiedemping heeft een verschuiving (overdracht) van € 100 mld. plaatsgevonden binnen het pensioenvermogen van OUD naar JONG (Mercer 2017).



Het verschil tussen de kostendekkende pensioenpremies en de in rekening gebrachte - gedempte (dus: te lage) - pensioenpremies is in de kassen van de werkgevers achter gebleven. Daarmee vergeleken was de voorgenomen afschaffing van de dividendbelasting een schamele fooi.



Kortom: het toepassen van premiedemping – wat niet wettelijk verplicht is - en daardoor een lagere premie dan de kostendekkende premie in rekening te brengen bij de werkgevers, kan worden aangemerkt als wanbeleid van pensioenfondsbestuurders.



De door de overheid – als grootste werkgever – met goedkeuring van de meerderheid in de Tweede Kamer (VVD, D’66, CU en PvdA) afgedwongen risicovrije rente voor de vaststelling van pensioenverplichtingen schaadt de belangen van zowel degenen die pensioen opbouwen en die van de gepensioneerden. Deze handelwijze van de overheid kan worden aangemerkt als onrechtmatig.

H. Wiersma / gepens.
Het valt mij op dat de voorzitter van het ABP spreekt in algemeenheden die helemaal niet opgaan voor Overheidspersoneel (ambtenaren veranderen nauwelijks van baan en gaan in dat geval helemaal niet zo gauw naar het bedrijfsleven). Op flexibiliteit en keuzemogelijkheden in de hoogte van de pensioenpremie (!) zit bij de |Overheid niemand te wachten. Dat geeft vooral frictie voor het bepalen van het werknemers en werkgeversaandeel van de pensioenpremie en de belastingaftrek. Kortom deze voorzitter spreekt meer als politica dan als vertegenwoordiger van personeel dat bij het ABP is aangesloten. Ze kan beter bij het ministerie van Sociale Zaken gaan werken. Het wordt steeds duidelijker dat het ABP geen werkterrein voor (ex) politici moet zijn.
Hoekstra / Ambtenaar
@Harry. Afgezien van enkele onjuistheden over de risicovrije rente het volgende. Die risicovrije rente voor het bepalen van de verplichting is de keerzijde van de pensioenbelofte (70% vh middelloon). Wie niet met risicovrije rente wil rekenen voor de verplichtingen moet ook genoegen nemen met wisselende, onzekere pensioenen. Ondanks dalende koersen en een financiele crisis van heb ik jouw daar is er nog geen enkel pensioen gekort. En de rente is nu in veel gevallen negatief en dus zou bij het loslaten van de rekenrente allang een pensioenkorting doorgevoerd moeten zijn.
H. Wiersma / gepens.
@De Vries. De laatste 25 jaar heeft het ABP een gemiddeld rendement gemaakt van ca. 7%. Voor de toekomst wordt een lagere rente voorzien van nog steeds gemiddeld 5%. De risico's voor toekomstige verplichtingen zijn dan met een vermogen van ruim 420 miljard euro zeer beperkt. Het getuigt van een tunnelvisie om een rekenrente van nog geen 1,5% aan te houden (DNB, Sociale Zaken). Het is niet onwaarschijnlijk dat politici -ten koste van de gepensioneerden- uit zijn op andere (her)verdelingen. Stem daarom 50-Plus: de enige partij die wat aan dit onrecht probeert te doen.
Advertentie