Deventer bezuinigt zonder kaasschaaf
De noodzaak tot bezuinigen staat in de meeste gemeenten niet ter discussie. Maar haast maken ze niet. Ook niet in Deventer, waar de politiek eerst het maatschappelijk middenveld raadpleegt.
Van het inkrimpen van de openingstijden van gemeenteloketten tot het invoeren van reclamebelasting. Deventer ambtenaren maakten een lange lijst met verdien- en bezuinigingsmogelijkheden. Tussen 10 en 15 miljoen euro moet Deventer bezuinigen, afhankelijk van de korting op het Gemeentefonds. Voor 2011 heeft de IJsselstad nog een sluitende begroting, maar vanaf 2012 loopt het tekort op.
Niet alle bezuinigingen vloeien voort uit de verwachte bezuiniging van het Rijk; een deel komt uit de reguliere begroting. Dat de lijst ambtelijke voorstellen formeel geen gewicht heeft, wil er bij directeur Alex Kühne van de Deventer Schouwburg niet in. ‘In dat geval maak je een achterkant-sigarendoos-berekening voor jezelf. Staat iets gedrukt, mét een handtekening van het ambtelijk apparaat eronder, dan ga ik er vanuit dat het een serieus stuk is, waarmee je ook een bepaald oordeel afgeeft. Vervelend, want bij zo’n openbaar stuk gaan de cijfers een eigen leven leiden. Ik mis heldere grondslagen.’
Hom of kuit
Zolang de Haagse politiek geen hom of kuit geeft, doen B en W van Deventer geen inhoudelijke voorzetten. Op één uitzondering na. De eerste bezuiniging is ‘binnen’ door het inleveren van een wethouder, van vijf naar vier. Daarmee heeft de stad dit en volgend jaar ruim drie ton te pakken. Die eerste klap is volgens wethouder Marc-Jan Ahne (D66, Financiën) een daalder waard: ‘Met bezuinigingen op de eigen organisatie verwachten we het overgrote deel van het tekort op te vangen.’
Bij de behandeling van de begroting 2011 komt het college met voorstellen voor bezuinigingen op de bedrijfsvoering. Waarschijnlijk gaat het mes in posten als de omvang van de formatie, de inhuur van externen. Voorts wordt gezocht naar samenwerking met andere gemeenten. Ook wil het college het rendement van re-integratietrajecten tegen het licht houden en daar de bezem door halen. Wmo en armoedebeleid willen B en W sparen, zoals het er nu ziet.
‘We zijn trots op ons armoedebeleid en op dit punt niet volkomen autonoom. Stel dat het Rijk straks een eigen bijdrage invoert voor ziektekosten. Dan ga je bezuinigingen voor de kwetsbaren stapelen’, aldus Ahne. Vorig jaar sprak de Vereniging van Nederlandse Gemeenten de verwachting uit dat het mes er op gemeentelijk niveau twee keer dieper in zou moeten dan de nu voorziene 1,7 miljard.
Als gevolg van die ‘meevallende tegenvaller’ herademt Deventer, zoals veel gemeenten. Maar de grootste meevaller is dat de bezuinigingswolk –scenario ‘light’ dan wel ‘inktzwart’ – lang boven de gemeenten zweeft. Ahne, opgewekt: ‘Het geeft ons de gelegenheid goed na te denken. Niemand kan zeggen dat we het niet zorgvuldig doen. Daarbij komt, dat we in een relatieve luxepositie verkeren, omdat we de eerstkomende tijd onze begroting op orde hebben.’ ‘We’ slaat in Ahnes optiek ook nadrukkelijk op de manier waarop de gemeenteraad in het proces meedoet.
‘Het is zó oude politiek om in het coalitieakkoord op te schrijven hoe het moet. Bij ingrijpende operaties als deze is de raad in z’n geheel verantwoordelijk, vanaf het begin.’ De schouwburg staat met 250 duizend euro op de ambtelijke lijst als één van de potentiële ‘groot-inleveraars’. Theaterdirecteur Kühne: ‘Wij hebben een gemeentelijk budget van 1,6 miljoen. Daarvan zit 1,1 miljoen vast in de stenen.
Blijft over 500 duizend euro. Het bedrag uit het ambtelijke voorstel is de helft van ons operationele subsidiebudget. 80 tot 90 procent van de inkomsten uit ons cultuuraanbod gaat direct naar de bespelers. Dan is er dus nog 10 tot 20 procent van de publieksinkomsten voor de schouwburg, een nettoresultaat van ongeveer 100 duizend euro.’ Conclusie: De Deventer Schouwburg kan geen cent missen.
Kühne noemt het ‘ridicuul’ dat de ambtenaren vooral oog hebben voor het financiële perspectief, en in zijn visie nauwelijks voor andere effecten. Zo wordt volgens hem het ‘multipliereffect’ over het hoofd gezien, het fenomeen dat bestedingen - in dit geval in de cultuursector - vaak andere bestedingen uitlokken of vermeerderen, en het vestigingsklimaat verbeteren. ‘Zo wordt iedere schouwburg-euro misschien wel 3 of 4 euro.’
Kühne stoort zich eraan dat het verwachte maatschappelijke gevolg van de mogelijke ingreep volgens de ambtenaren ‘vooral hogere en middeninkomensgroepen’ treft. Daarmee wordt volgens hem impliciet gesteld dat de schouwburg er vooral is voor mensen die het zich wel kunnen veroorloven.
‘Wij bouwen aan een dynamische instelling die midden in de stad staat en waar het elitaire juist áf is. Dat proces wordt met nieuwe bezuinigingen abrupt afgebroken. Je kunt als stad ook kiezen voor een Van der Valk-achtig theater, 120 voorstellingen en een duur gebouw dat 4 dagen van de week gesloten is, of de boel helemaal sluiten, en er de Bijenkorf in stoppen. Alles liever dan een kaasschaaf-operatie, waarbij je de boel telkens meer verschraalt.’
Kühne ziet wel verdienmogelijkheden, bijvoorbeeld door uitbreiding van de commerciële tak, met evenementen, congressen en andere verhuur. ‘Dat gesprek wil ik wel voeren met de politiek. Dat is niet een kwestie van snel 250 duizend euro weghalen in 2013, maar naar de langere termijn kijken.’
Meedenken
Het college vraagt instellingen en burgers intensief mee te denken over bezuinigingen en inkomsten. Dat lijkt op de kalkoen vragen wat er op het kerstmenu moet. Toch is dit de manier waarop Deventer aan de omvangrijke bezuinigingsopgave begint. ‘Van de kalkoen willen we in ieder geval horen wat de gevolgen zijn als hij geplukt wordt’, zegt wethouder Ahne.
‘Het geeft geen pas om vanuit het stadhuis te bepalen wat we wegstrepen en wat niet. Dat gaat voorbij aan de eigenstandigheid van organisaties.’ Voor een houding van ‘wie geschoren wordt moet stilzitten’, krijgen de organisaties geen gelegenheid. Ahne: ‘We dwingen op deze manier iedereen aan te geven wat de mogelijkheden binnen de eigen portefeuille zijn. Op deze manier kan na de zomer inzichtelijk zijn wat de consequenties zijn.’
De consultatieronde bij het maatschappelijk middenveld doet denken aan de beleidsdialoog van het (demissionaire) kabinet. Dat gaf zichzelf na z’n aantreden 100 dagen om in gesprek te gaan met de samenleving. ‘Wat ons betreft wordt het een kort traject. Wij gaan zeker geen 100 dagen praten,’ stelt Ahne. ‘Maar zo lang nog volstrekt onduidelijk is hoe groot de korting op de algemene uitkering uitvalt, heeft het geen zin al dingen weg te strepen. 8 of 12 miljoen maakt het verschil tussen zeer drastische keuzes, of maatregelen waarbij je de pijn redelijk kunt verdelen. Na de zomer hebben we alle gegevens en kan de politieke discussie beginnen.’
Gefaseerd kaasschaven is niet de oplossing die Ahne voorstaat. ‘Dat geeft alleen ellende en leidt achteraf tot nieuwe bijstellingen. En veel commotie bij partijen die dachten de dans te ontspringen.’
Wensen
De ambtelijke lijst met voorstellen bevat ook punten die betrekking hebben op de openbare ruimte, zoals het beperken van groenbeheer en het niet meer honoreren van bewonerswensen op het gebied van verkeer en groen. Jolande Tijhuis, directeur van Woonbedrijf Ieder1, vreest dat gemeenten dergelijke taken in toenemende mate doorschuiven naar de corporaties.
‘Het stratenpatroon, riolering, het creëren van pleintjes. Zaken die de kwaliteit van de openbare ruimte verbeteren, of die passen in een sociaal programma. Die zijn ook in ons belang, omdat ze van invloed zijn op de leefbaarheid in de wijk en de waarde van ons vastgoed. Maar VROM wil dat corporaties zich vooral richten op wonen. Gemeenten mogen van corporaties niet verwachten dat ze publieke taken in de openbare ruimte overnemen.’
Ook als het aan Tijhuis ligt blijft de kaasschaaf in de bestekla. ‘Dat is slecht voor de stad. Van een sterk bestuur mag je verwachten dat het keuzes maakt en waar nodig z’n verwachtingen bijstelt. Maar zodra burgers morren zeggen gemeenten al gauw: doe hier maar een beetje minder en daar ook. Dan moet de politiek de poot stijf houden en zeggen: dit wel en dat niet meer.’
Tijhuis maakt zich niet alleen zorgen over de ‘harde kant’ van de bezuinigingen, maar ook over die op de gemeentelijke organisatie. ‘Als dat helpt om lean and mean te worden, is het meegenomen. Maar als het er toe leidt dat investeringen in de stad on hold gaan omdat er geen capaciteit is om plannen te beoordelen, wordt het een ander verhaal.’
Visie
Toen de Deventer welzijnsorganisatie Raster de bezuinigingen zag aankomen, startte intern een kerntakendiscussie. Divisiemanager Welzijn Hilbrand Jacobs: ‘We hebben gedefinieerd waar onze kracht zit. Kinderen en jongeren zijn een belangrijk thema in de samenleving, niet alleen in Deventer. Rond zorg en welzijn hebben we een visie gemaakt die neerkomt op “welzijn voorkomt zorg”.Verder de civil society: hoe helpen we burgers verantwoordelijkheid dragen voor hun eigen leven. Rond die thema’s willen we ons verder ontwikkelen.
‘We kijken waar we door het ijs zakken als er op wordt bezuinigd, en waar wel wat vanaf zou kunnen. Dat laatste heeft wel gevolgen voor de opdracht die je krijgt. Wat dat betreft verkeren we in een ingewikkelde positie. Wij zijn uitvoerder van gemeentelijk beleid en dragen bij aan de maatschappelijke doelstellingen. Die veranderen per college. Noodgedwongen zitten we in een afwachtende rol. Keuzes van de politiek hebben we te accepteren.’
De schrik was volgens Jacobs groot, toen bleek dat op de ambtelijke bezuinigingslijst als mogelijkheid het ambulante jongerenwerk staat. ‘Dat doen wij zoveel mogelijk op straat. Daarmee doen we aan overlastbestrijding, maar we pakken ook jongeren beet die hun startkwalificatie niet hebben of dreigen te halen. Dit doen we samen met een netwerk van clubs. Raster legt het contact en probeert ze richting school te krijgen, of naar de hulpverlening. Als je daarin snijdt, raak je de kern van ons werk en valt de basis weg van wat wij doen aan jongerenwerk. Ik zie niet wie anders die rol in Deventer kan vervullen.’
Volgens Jacobs leidt de discussie over bezuinigingen tot nieuwe ideeën, ook buiten de gemeente. ‘Wij nemen initiatieven om samen met andere partijen nieuwe producten op te zetten. Bijvoorbeeld een integraal centrum voor ouderen, naar analogie van de Centra voor Jeugd en Gezin. Daarover zijn we in gesprek met de gemeente. Ook zijn we op zoek naar nieuwe geldschieters, om minder afhankelijk van de gemeente te worden.’
Over de weg die het college kiest is Jacobs best te spreken. ‘Zo schep je draagvlak en geef je de instellingen gelegenheid in de discussie te participeren. Liever zo dan een eenzijdig opgelegde bezuiniging die maatschappelijk niet uit te leggen is.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.