Gemeenten hebben zorgkosten pas laat in beeld
Begin mei ontbreekt nog 15 tot 25 procent van de kosten over het eerste kwartaal, zo blijkt uit onderzoek dat is uitgevoerd door databureau Kurtosis. Het bureau nam 13 gemeenten onder de loep, verspreid over het land. Door dit zogeheten na-ijleffect in het declaratiegedrag van zorgaanbieders, beschikt het management van gemeenten pas laat over informatie over de zorgkosten.
Laat aangeleverde declaraties van zorgaanbieders maken het voor gemeenten lastig om bij te sturen. Uit onderzoek blijkt dat pas na vier tot zes maanden een accuraat beeld kan worden verkregen.
Begin mei ontbreekt nog 15 tot 25 procent van de kosten over het eerste kwartaal, zo blijkt uit onderzoek dat is uitgevoerd door databureau Kurtosis. Het bureau nam 13 gemeenten onder de loep, verspreid over het land. Door dit zogeheten na-ijleffect in het declaratiegedrag van zorgaanbieders, beschikt het management van gemeenten pas laat over informatie over de zorgkosten. ‘Gemeentelijke sturingsinformatie blijkt vaak achterhaald en onvolledig. Na indicatie raakt de cliënt uit zicht, terwijl juist dan kosten worden gemaakt. Deze komt pas weer in beeld bij het betalen van de factuur. Gemeenten hebben daardoor geen goed zicht op hun kosten en resultaten, waardoor prognoses onjuist zijn en goed sturen onmogelijk is’, concluderen de onderzoekers.
Jeugdzorg
Het na-ijleffect manifesteert zich vooral bij managementinformatie over de Jeugdzorg en in veel mindere mate bij de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de persoonsgebonden budgetten (pgb’s). Bij de jeugdzorg lopen de indicaties niet alleen via de gemeente, maar ook via externe verwijzers. De achterstand wordt pas bij het opstellen van de jaarrekening in mei iets ingelopen omdat dan een inschatting wordt gemaakt van dit ‘onderhanden werk’. Overigens worden gemeenten volgens de onderzoekers ook bij de Wmo verrast door tegenvallers, vooral door gebrek aan inzicht in de instroom.
Belangrijk is dat het proces van melden en factureren veel strakker gaat verlopen. Dat vereist dat de zorgaanbieder een melding naar de gemeente te sturen 5 dagen na aanvang van de zorg en dat de zorgaanbieder binnen 30 dagen declareert. ‘In dat geval heeft de gemeente begin februari inzicht in alle kosten’, aldus de onderzoekers.
Hoge winsten
Uit het onderzoek blijkt verder dat 15 procent van alle zorgaanbieders financieel in de gevarenzone bivakkeert. En bij 6 procent van alle zorgaanbieders is vanuit het oogpunt van rechtmatigheid sprake van ‘opmerkelijke cijfers’, zoals zeer hoge winsten, een zeer laag aandeel personeelskosten of een zeer hoge honorering van de bestuurder. Dat blijkt uit een analyse 3.800 jaarrekeningen van zorgaanbieders. ‘De analyse vormt geen bewijs, maar heeft een signaalfunctie’, aldus de onderzoekers. ‘We weten niet hoe een kwaadwillende precies geld uit de organisatie wil trekken, maar wel dat het geld in zo’n geval niet opgaat aan personeelsinzet.’
Kurtosis heeft vervolgens een scan ontwikkeld van zorgaanbieders op financiële gezondheid en signalen van fraude. Niet alleen per aanbieder, maar ook voor alle aanbieders in een regio.
Reacties: 5
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Het sturen van een bericht start zorg (JW305) binnen 5 dagen door een zorgverlener is geen enkel probleem als de gemeente op tijd een antwoord geeft op het bericht aanvraag zorgmachtiging (JW315) met een toewijzing om te mogen declareren (JW301) is deze niet op tijd zoek je de oorzaak als onderzoeksbureau (bij de opdrachtgever gemeente) op de verkeerde plek.
Daarnaast zit een deel van het probleem in de zij-instroom, hierbij hebben gemeenten vaak geen zicht op de zorgkosten voordat de eerste facturen komen.
@spijker: JAZEKER, dat hoort onderdeel te zijn van een goed inkoopbeleid. Maar daarnaast is er wettelijk nog vastgelegd dat zorgaanbieders binnen 5 jaar mogen declareren.
Zie opmerkingen Jan Bos. Met zorgaanbieders kan je ook afspraken maken over het indienen van facturen. Niet tijdige indiening kan dan een reden zijn om naar een andere zorgaanbieder over te stappen.