Begrotingsrechtmatigheid: terug naar de tekentafel
De controle op de begrotingsrechtmatigheid is de spiegel van het budgetrecht.
Wat in de volksmond het budgetrecht van de gemeenteraad wordt genoemd, vindt zijn grondslag in de kaderstellende en controlerende rol die de gemeenteraad heeft en die onder andere is vormgegeven met artikel 189 van de Gemeentewet. Daarin staat aangegeven dat de raad de bedragen op de begroting beschikbaar stelt én dat de lasten en balansmutaties niet hoger mogen zijn dan begroot. Dat is de invulling van het budgetrecht van de gemeenteraad. De gemeenteraad wil immers niet achteraf verrast worden met tegenvallende financiële resultaten.
Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) geeft in artikel 28 (‘De toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening bevat ten minste: voor alle onderdelen van artikel 27, eerste lid, een analyse van de afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de jaarstukken’) aan dat afwijkingen op baten en lasten moeten worden toegelicht in de jaarrekening. In de Kadernota rechtmatigheid 2023 wordt dit artikel verruimd naar: ‘Het college betrekt de overschrijdingen van de lasten en investeringen ten opzichte van de begroting na wijziging en (bekende of bekend behoorden te zijn) afwijkende baten en onderschrijdingen van lasten en investeringen die niet tijdig tot een aanpassing van de begroting hebben geleid bij de fouten en onduidelijkheden in de rechtmatigheidsverantwoording.’
Daarmee gaat de verantwoordingsvraag zonder aanleiding over op een rechtmatigheidsvraag. Met deze kwinkslag wordt een andere afslag genomen dan waarvoor begrotingsrechtmatigheid is bedoeld, zoals eerder aangegeven; namelijk het budgetrecht en zeker stellen dat er geen onaangename financiële verrassingen ontstaan. Een stellingname die overigens al jaren in de Kadernota rechtmatigheid is opgenomen maar eigenlijk nog nooit tot fundamentele vraagstelling heeft geleid.
Gemeenteraden zitten niet te wachten op rechtmatigheidsverklaringen waar ze eerst door een lijst met lasten, investeringen en baten moet scrollen om uit te komen bij onrechtmatigheden die hun budgetrecht aantasten.
De accountants hebben het dan ook al jaren links laten liggen in hun oordeel over rechtmatigheid. Hierover wordt niet of nauwelijks gerapporteerd, terwijl dat op grond van de Kadernota wel had gemoeten. Rekenkamers willen nog wel eens kijken naar de relatie tussen doelbereik en onderbesteding wat een logisch vraagstuk is. Worden voldoende beschikbare middelen ingezet om de afgesproken doelen te bereiken lijkt een volstrekt legitieme vraagstelling. Nu de rechtmatigheidsverklaring is ingevoerd is het zaak om opnieuw naar het begrotingscriterium te kijken en deze aan te laten sluiten op het doel waarvoor deze in het leven is geroepen. Dat kan plaatsvinden binnen de kaders zoals vastgelegd in de Gemeentewet en de BBV.
Gemeenteraden zitten waarschijnlijk niet te wachten op rechtmatigheidsverklaringen waar ze eerst door een lijst met lagere lasten, lagere investeringen en hogere baten moet scrollen om uiteindelijk uit te komen bij onrechtmatigheden die het budgetrecht van de gemeenteraad aantasten.
Nico Sluiter
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.