De lessen van Keynes
Deense gemeenten krijgen bij tegenvallende groei een extra potje van de rijksoverheid in plaats van dat dan – zoals in Nederland – de uitkeringen uit het gemeentefonds via de systematiek van trap op, trap af worden gekort.
Mijn docent economie op de middelbare school was fan van John Maynard Keynes. De wereld zou er volgens hem een stuk beter aan toe zijn wanneer overheden de investeringslessen van de Britse econoom (1883-1946) eindelijk in praktijk zouden brengen.
Nou ja, de ene helft van Keynes’ theorie vond onder sommige overheden al gretig aftrek, vertelde hij: geld blíjven uitgeven in tijden van economische crises. Maar het spaarpotje om die investeringen te kunnen doen, had moeten worden opgebouwd in tijden dat het nog beter ging. En dat, zei mijn docent met hetzelfde guitige lachje waarmee hij zowel zware onvoldoendes als een zeldzame negen uitdeelde, ging de overheden in kwestie vaak minder makkelijk af. Bij economisch hoogtij waren er steevast tal van politieke hobby’s die door rechts en (vooral) links moesten worden uitgeleefd. Sparen? Ho maar.
Maar zie: uit ons coververhaal over de voordelen van anticyclisch begroten blijkt dat Denemarken de lessen van Keynes tegenwoordig met enig succes omarmt. Deense gemeenten krijgen bij tegenvallende groei een extra potje van de rijksoverheid in plaats van dat dan – zoals in Nederland – de uitkeringen uit het gemeentefonds via de systematiek van trap op, trap af worden gekort. Vaak een recept namelijk om de haperende lokale economie nog verder de put in te draaien, met kans op jarenlange negatieve doorwerking. Want waar de rijksinvesteringen sinds het eind van de crisis alweer stevig stijgen, blijven die van gemeenten nog altijd achter.
Neem de renovatie van het Hengelose stadscentrum die tijdens de crisis stil kwam te liggen. Hoewel de gemeente die bij het eerste economische herstel alsnog voortvarend oppakte, liep Hengelo daardoor jarenlang een besparing van een half miljoen euro mis. Dat is, zeker in tijden van crisis, duur geld.
Het goede nieuws is daarom dat het CPB bestudeert of de Deense praktijk ook bij Nederlandse gemeenten stand kan houden. Helaas is mijn docent al lang met pensioen. Anders zou hij geheid achter zijn bureau zitten glimmen.
Ik vertelde dat die uitspraak afkomstig was van Milton Friedman. De docent ging door het lint, Friedman was een fascist, een nazi die meegewerkt had aan het omverwerpen en vermoorden van Allende. De gesprekken met mijn reisgenoot wierpen zijn vruchten af. ‘Allende heeft in september 1973 zelfmoord gepleegd’. ‘Friedman is in het voorjaar van 1975 voor het eerst in Chili geweest voor lezingen’. Onze docent werd steeds woedender. ‘Die lezingen gingen over het verband tussen de groei in geldhoeveelheid en inflatie’. ‘Volgens Friedman komt inflatie doordat de geldhoeveelheid harder groeit dan de productie’. ‘There is too much money running after to few goods’. De docente stamelde: ‘maar inflatie komt doordat de ondernemers de prijzen verhogen’. Ik stapte naar het bord en schreef: M x v = P x y. De verkeersvergelijking was van Fisher. Mild en docerend zoals mijn reisgenoot had gedaan legde ik uit: ‘M,staat voor de geldhoeveelheid, v staat voor de omloopsnelheid van het geld, P staat voor het prijsniveau en y, staat voor de reële productie.’ Als je nu de de geldhoeveelheid M laat groeien, de omloopsnelheid gelijk houdt en de reële productie ook, dan vertaalt de geldgroei zich in een hoger prijspeil P’. De docent zijn mond viel open. Hij mompelde dat dit niet volgens de Keynesiaanse leer was. ‘Keynes sucks’ had mijn reisgenoot gezegd. De docent bleef erbij dat het onzin was. ‘ Do they give Nobel-prizes for nonsense’ had zijn reisgenoot gezegd. Ik blies de vertaling in zijn richting. Het werd stil. ‘Schools out’ zei ik (op aanraden van mijn reisgenoot).