Advertentie
financiën / Redactioneel

De kunst van het ramen

Het rijk, de meeste provincies en gemeenten blijken vorig jaar in meer of mindere mate geld over te hebben gehouden. Een gevolg van lagere lasten en hogere baten. Het is hoog tijd voor reëlere begrotingen.

30 mei 2008

Gelderland, zo leert de special financiën in dit nummer, houdt al jarenlang fors geld over - tien tot achttien procent van het begrootte bedrag. De provincie geeft niet alleen minder uit dan gepland, er komt vooral meer geld binnen dan waarop was gerekend. Van toeval is geen sprake. De provinciale rekenkamer spreekt van structurele onderbesteding. Voor Overijssel blijkt hetzelfde te gelden. Wat voor de meeste provincies geldt, gaat ook op voor veel gemeenten. Uit eigen onderzoek blijkt dat ze over de periode 1995-2002 gemiddeld genomen hun ozb-opbrengsten jaarlijks 3,5 procent te laag inschatten. Als particulier ben je blij als je (veel) geld overhoudt. Voor overheden ligt dat anders.

 

Natuurlijk, op tekorten zit niemand te wachten - vooral de politiek niet. Vandaar dat er veel voor te zeggen is om als overheid voorzichtig te ramen. Maar meer dan een of twee procent overhouden is wel ongeveer de grens. Als je als overheid veel meer overhoudt, rijst automatisch de vraag of het misschien een onsje minder kan. Dat is echter niet wat we zien. Provincies als Noord-Holland en Utrecht zijn met hun overtollige middelen aan het beleggen geslagen. Tegelijkertijd verhogen ze elk jaar hun belastingen.

 

Overschotten, zeker als het honderden miljoenen euro's zijn, dienen terug te vloeien naar de burgers. Het is per slot van rekening hun geld: zij hebben het ofwel als belasting afgedragen aan rijk, provincie of gemeente, of ervoor betaald via de (te) hoge tarieven van de nutsbedrijven.

 

Een overheid is niet in het leven geroepen om geld op te potten, maar om het uit te geven aan collectieve goederen. Waarom immers moet een publieke instelling meer geld hebben dan nodig voor de uitvoering van haar taak?

 

Om nog een andere reden is het zonde van het geld. In overheidshanden wordt er relatief gezien weinig rendement mee gemaakt. Wettelijke voorschriften bepalen dat overheden 'prudent' moeten beleggen. Vrij vertaald betekent dat vrij risicoloos: enorme verliezen worden daarmee uitgesloten, goede rendementen ook.

 

De burger heeft veel meer mogelijkheden kapitaal beter te laten renderen. Het begin van een oplossing kan zitten in een actievere rol van de Tweede Kamer, de Staten of de gemeenteraad. Zij kunnen en behoren als vertegenwoordigers van het (belasting betalende) volk het dagelijks bestuur ter verantwoording roepen als er al te grote verschillen zijn tussen raming en realisatie. Zij kunnen bij verordening normen vaststellen, zoals maximale percentages, waarbinnen het raambedrag in de begroting mag afwijken van het gerealiseerde bedrag in de jaarrekening. Begrotingen zijn geen vrijblijvende offertes. Verschillen van tien procent of meer wekken op zijn minst die schijn.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie