Rekenkamer waarschuwt voor ondoordachte centralisatie
De Algemene Rekenkamer wil een andere manier van publieke verantwoording. Goedkoper mag, mits de kwaliteit er maar niet onder lijdt. Opheffing van de departementale auditdiensten brengt dat gevaar met zich mee.
De Algemene Rekenkamer wil een andere manier van publieke verantwoording. Goedkoper mag, mits de kwaliteit er maar niet onder lijdt. Opheffing van de departementale auditdiensten brengt dat gevaar met zich mee.
Op de dag dat de Algemene Rekenkamer zelf verantwoording aflegde over haar eigen handelen, afgelopen donderdag, organiseerde ze in Den Haag een discussiebijeenkomst waarin de aanzet werd gegeven voor een andere opzet en invulling van de verantwoording. ‘We moeten duidelijker maken waar verantwoording om gaat. Dat het geen ballast is, maar dat het een publiek belang dient, namelijk duidelijk maken wat er met ons belastinggeld gebeurt’, zegt secretaris Ellen van Schoten van de Algemene Rekenkamer. ‘Aandacht voor het aspect dat verantwoording goedkoper moet, is er voldoende. Wij vragen aandacht voor de kwaliteit ervan’, vult haar collega Thomas Meijer aan.
Onderzoeksdirecteur Meijer windt er geen doekjes om. Door de bezuinigingsplannen van het kabinet staat de kwaliteit van de verantwoording onder druk. Met name het voornemen alle interne departementale auditdiensten per 1 januari 2012 onder één dak te brengen, is niet zonder gevaar. ‘Onze rol is voor die risico’s te waarschuwen’, zegt Meijer.
De Algemene Rekenkamer heeft nu eenmaal als hoofdtaak te controleren of het Rijk geld uitgeeft en beleid uitvoert zoals het de bedoeling is. ‘Het kabinet wil bezuinigen op de controle-inspanning door één brede auditdienst te vormen, waar de departementen eerst altijd hun eigen dienst hadden. Wij waken over de kwaliteit. Die staat bij ons voorop. Het waarborgen daarvan vinden we belangrijker dan het streven om één dienst te worden’, aldus Meijer.
Combinatie
Bij de Algemene Rekenkamer vrezen ze vooral de gevolgen van de combinatie bezuinigen en centraliseren. ‘Als de hele overheid op zijn kop staat - als bijvoorbeeld drie departementen samengaan tot één ministerie, of wanneer één departement in drieën wordt gesplitst - heeft dat consequenties voor de bedrijfsvoering en de informatieverschaffing daarover. Neem het ministerie van Defensie.
De grip op de bedrijfsvoering, het beheer van wapens en munitie, is daar de afgelopen jaren niet voldoende geweest. Daar komt dan nog eens bij dat het departement veel wil bezuinigen op de dienst die controleert of dit beheer op orde is. De vraag is of je, terwijl er al zoveel mis is, twee dingen tegelijk moet doen: bezuinigen en veranderen. Vergeet dan op zijn minst niet om het proces goed in te richten’, zegt Van Schoten. Meijer vindt dat er wat dat betreft tot nu toe nog onvoldoende doordacht te werk wordt gegaan. ‘De diepgang van nadenken kan nog wel een tandje extra hebben’, zegt hij. ‘Het gaat om niet meer en niet minder dan de betrouwbaarheid van de informatie. Om tijdig te kunnen bijsturen, moet je daar als bestuurder zeker van kunnen zijn.’
Aan het centraliseren van de departementale auditdiensten kleeft volgens Van Schoten en Meijer nog een ander nadeel. Het gevaar is dat de nieuwe - gecentraliseerde - controledienst door de departementen als ‘vreemd’ en ‘van buiten’ wordt ervaren. Dan dreigt een zogeheten tweede orde-effect: omdat de leiding van het departement zekerheid wil, richt ze een soort schaduwauditteam op. ‘Dat is het paard achter de wagen spannen’, aldus Meijer. ‘Dan wordt het niet efficiënter.’
Alle kritiek ten spijt, zien ze bij de Algemene Rekenkamer wel degelijk ruimte voor verbetering van de publieke verantwoording. Nu de overheid bezuinigt en reorganiseert, zijn er kansen om daadwerkelijk sprongen te maken. Niet alleen naar hoe het goedkoper kan, maar vooral ook hoe het beter te organiseren. Kernbegrippen zijn transparantie en interactiviteit. ‘De burger moet meer bij de publieke verantwoording worden betrokken’, zegt Van Schoten. ‘In het buitenland zijn daar goede voorbeelden van, met name door gebruik te maken van internet en social media.’
Zo valt voor ons land het nodige te leren in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. Op speciale websites is daar te volgen wat er met publiek geld gebeurt, waar het landt en vooral ook niet landt. Bij sommige lokale overheden is elke transactie tussen burger en overheid on line te volgen. ‘Dan is verantwoording niet alleen een last, maar heeft het meteen toegevoegde waarde. De burger ziet waar het over gaat. Dan gaat verantwoording leven. Het gaat erom hoe je informatie inzichtelijk maakt’, zegt Van Schoten.
‘Het hoeft allemaal niet meer inspanning te kosten. Waar het om gaat, is dat je aan de voorkant van het proces goed insteekt. Zo kun je subsidieaanvragen als basis laten dienen voor de verantwoording. Door aanvragen en verantwoording in elkaars verlengde laten liggen, bespaar je kosten en mankracht. Dat is van belang als je met minder mensen meer moet gaan doen.’
Kees Vendrik nieuw lid
De Tweede Kamer heeft oud-Tweede Kamerlid Kees Vendrik (Groen- Links) voorgedragen als lid van de Algemene Rekenkamer. Na een schriftelijke stemming over de voordracht aan het kabinet, kreeg Vendrik 117 van de 142 uitgebrachte stemmen. Het kabinet beslist uiteindelijk, maar de verwachting is dat de voordracht wordt gevolgd. Vendrik (Nijmegen, 1963) was parlementariër van 1998 tot 2010. Hij verwierf vooral bekendheid vanwege zijn kennis van financiële onderwerpen. Bij de Rekenkamer was een vacature door het vertrek van oud-VVDstaatssecretaris Gijs de Vries per 1 januari 2011 naar de Europese Rekenkamer in Luxemburg. De zittende leden van de Algemene Rekenkamer zijn Saskia Stuiveling (president) en Gerrit de Jong. Een lid van de Algemene Rekenkamer wordt voor het leven benoemd.
Meer informatie: Op een speciale website (www.passievoorpubliekeverantwoording. nl) zet de Algemene Rekenkamer de discussie over verbetering van de verantwoording voort. Belangstellenden kunnen er niet alleen meepraten, maar ook hun goede ideeën kwijt.
Degenen die erover schrijven en praten hebben er in ieder geval een goede boterham aan.
Voorwaarde is wel dat degenen die beslissen over de overheid en haar geledingen er geen snars verstand van hebben, zodat nieuwlichterij vrij spel heeft.
Dat is al tientallen jaren het geval.