Waterschappen beheren webcontent gezamenlijk

Met de ingebruikname van WaterschapsNet door Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden in Houten hebben de waterschappen de invoering van een gezamenlijk contentmanagementsysteem voor al hun websites gestart.

Tot eind dit jaar volgen nog elf waterschappen en volgend jaar voorlopig vijf. De negen overige in Nederland denken nog na over een overstap. Het nieuwe systeem is gebaseerd op het product Iprox van het Bussumse bedrijf InfoProjects. Het had al een leidende positie bij waterschappen en heeft die hiermee versterkt. Opdrachtgever is Het Waterschapshuis, ICT-uitvoeringsorganisatie voor de sector.

InfoProducts levert een centraal platform voor het vanaf één locatie beheren van websites, intranet-omgevingen en extranetten. Ook aan waterschappen gerelateerde organisaties kunnen er op termijn gebruik van maken. Meervoudige inzet van functionaliteit en gedeeld gebruik van inhoud moeten de kwaliteit verhogen en de kosten verlagen. Het CMS sluit aan bij steeds stringenter voorgeschreven standaarden voor overheidswebsites, zoals webrichtlijnen (die toegankelijkheid voor mensen met een functiebeperking moeten waarborgen) en publicatiemodellen voor vergunningen, bekendmakingen en decentrale regelgeving. De gezamenlijkheid laat ruimte voor eigen inkleuring van websites. Daartoe zijn diverse vormgevingssjablonen beschikbaar. Ook maatwerksites laten zich met WaterschapsNet beheren. Deelname kost waterschappen, voor een site met standaardfunctionaliteit en honderd pagina’s, 6000 euro aan investeringskosten en jaarlijks nog eens dat bedrag voor de licentie, aldus woordvoerster Marjo van Anholt van Het Waterschapshuis.

Dat stelt in een persbericht dat de waterschappen ‘als eerste Nederlandse bestuurslaag’ voor één CMS kiezen. Maar dat is wat voorbarig, blijkt uit een toelichting van Van Anholt. Alle waterschappen hebben zich gecommitteerd aan samenwerking in Het Waterschapshuis, echter niet specifiek aan WaterschapsNet. “Maar we proberen het systeem zichzelf te laten bewijzen en verwachten dat op termijn iedereen het gaat gebruiken.” (Peter Mom)