'Offline alternatief blijft altijd nodig'
Echte digitale inclusie kan er alleen zijn als de niet-digitale oplossingen blijven bestaan, concluderen Kamerleden.
Digitalisering is mooi en nodig, maar hoe zorg je er als overheid en maatschappij voor dat zo veel mogelijk mensen mee kunnen komen in het digitale domein en kunnen profiteren van de online dienstverlening door de overheid? Dat was de inzet van een rondetafelgesprek van de vaste Kamercommissie digitale zaken over digitale inclusie op donderdag 27 juni. Een onderwerp liep er als een rode draad doorheen: digitale toegang voor iedereen kan er alleen zijn als de niet-digitale oplossingen blijven bestaan.
Horizontaal prioriteitenlijstje
Slechts zes Kamerleden, inclusief voorzitter Barbara Kathmann van Groenlinks-PvdA, namen zitting die pas om half zeven in de avond plaatsvond. Toen gaandeweg nog eens twee Kamerleden vertrokken voor een ander overleg, sprak Kathmann over het bestaan van ‘een horizontaal prioriteitenlijstje’ en kreeg daarmee de lachers op haar hand. Aan de andere kant van de tafel zaten vertegenwoordigers van tien maatschappelijke organisaties.
Gemeenten druk met verkleinen digitale kloof
Digitale inclusie staat, gezien de geringe parlementaire belangstelling, wellicht dus niet zo hoog op dat lijstje. Terwijl het streven dat iedereen mee kan doen in de digitale samenleving er met de almaar voortschrijdende digitalisering er wel een is van groot maatschappelijk belang. De VNG – als organisatie zelf niet aanwezig - kwam voor het overleg met een eigen position paper. Het belang van digitale inclusie wordt erin onderstreept: ‘Mensen die door armoede, gebrek aan digitale vaardigheden, laaggeletterdheid of beperkingen moeite hebben met toegang tot de digitale wereld lopen het risico op digitale uitsluiting.’ Met alle financiële en sociale gevolgen van dien.
Gemeenten zijn, zo schrijf de VNG, volop bezig met het verkleinen van de digitale kloof. Belangrijk daarbij is het project Lokale Ketenaanpak Digitale Inclusie, dat gemeenten een methodiek biedt om de digitale kloof te verkleinen. Publieke, maatschappelijke en private partijen worden samengebracht om zo inwoners te kunnen ondersteunen en de gemeente heeft daarin een ‘coördinerende en regisserende rol’, aldus de VNG. In veel lokale bibliotheken kunnen mensen voor ondersteuning terecht bij informatiepunten digitale overheid (IDO’s), die sinds vorig jaar onder gemeentelijke regie staan.
Werk samen om websites al bij de bouw toegankelijk te maken.
Samenwerken voor digitale inclusie
De rol van gemeenten bleef tijdens het overleg opmerkelijk genoeg vrijwel onbesproken. Behalve toen Rik Wouters, ervaringsdeskundige namens de Oogvereniging, het belang van samenwerking tussen overheden aanstipte. Hij verwees daarbij naar het VNG-project Common Ground – een informatiekundige visie waarbij gemeenten collectief samenwerken om de informatievoorziening eenvoudiger, toegankelijker en slimmer in te richten. ‘Ga als overheid niet steeds proberen het wiel opnieuw uit te vinden, maar werk samen om websites al bij de bouw ervan toegankelijk te maken. Daarvoor zul je soms systemen moeten hergebruiken.’ Op die manier schep je ook voor blinden een digitaal inclusieve omgeving, aldus Wouters.
Offline oplossingen
Een onderwerp liep wel als een rode draad door de bijeenkomst: het behoud van fysieke loketten binnen de publieke dienstverlening. Een plek dus waar burgers heen kunnen als zij online verdwalen. Is de digitalisering niet te ver doorgeschoten, wilde bijvoorbeeld Pepijn van Houwelingen (FvD) weten. ‘Voor veel mensen werkt het, maar voor pakweg twintig procent is het gewoon heel lastig,’ antwoordde Myrthe Rensen, programmamanager Digitale Inclusie van de Bibliotheek Rotterdam. ‘We zullen niet-digitale oplossingen moeten blijven aanbieden, maar het is niet altijd makkelijk er een te vinden. Voor je het weet ben je zo een uur verder. Dan moeten we bellen en mailen en dan kost zo’n niet-digitale oplossing vaak ook nog geld.’
We zullen niet-digitale oplossingen moeten blijven aanbieden, maar het is niet altijd makkelijk er een te vinden.
Alleen via DigiD
Maurits Ippel, strategisch adviseur van de Nationale Ombudsman, stipte een voorbeeld aan uit de energiecrisis: het Tijdelijk Noodfonds Energie. ‘Mensen konden voor die regeling alleen een aanvraag doen via DigiD. Een papieren mogelijkheid bestond niet. Daar hebben we toen een brief over gestuurd, omdat dit formeel gewoon niet kan. Gelukkig is het nu in de wet vastgelegd’. Een ander probleem is de DigiD-app. ‘Als je geen smartphone hebt, is dat best een ingewikkeld verhaal.’
Digitale mantelzorg
In de staart van de bijeenkomst ontspon zich nog een debatje over digitale mantelzorg, aangezwengeld door VVD-Kamerlid Judith Thielen. Hoever mag je gaan bij het ondersteunen van niet-digitaal vaardige mensen, vroeg zij zich af. ‘Ik begrijp de behoefte van makkelijke digitale mantelzorg. Het is natuurlijk handig als anderen mee kunnen kijken in je spullen en kunnen helpen. Maar als je dat doet, kan er ook misbruik van worden gemaakt, bijvoorbeeld door familieleden. Hoe zou je dit beter kunnen organiseren?’
Daarop kwam geen eenduidig antwoord van de genodigden. Volgens Nicole Goedhart, assistent professor bij Amsterdam UMC op het gebied van ethiek en recht, moet je dit gestructureerd regelen in buurthuizen, waar vrijwilligers hulp bieden. ‘Dat is belangrijk, omdat miljoenen burgers hun privacy open en bloot leggen voor de ondersteuning. Dat laatste gebeurt nu al. We moeten ervoor zorgen dat we dit goed regelen.’ Samantha Morris (Alliantie Digitaal Samenleven): ‘Laten we er ook niet zomaar van uitgaan dat mensen er misbruik van maken. In de bibliotheek mag je verwachten dat zij deze gedachten niet in hun achterhoofd hebben.’
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.